F I L M & V I D E O
|
Boogie Nights Samuel L. Jacskon
Bioscoopagenda Nederland
|
In: Cinecenter, Amsterdam Strak debuut van talent Anderson
Samuel L. Jackson (midden links) gooit twee vieren in Hard Eight
Door HANS BEEREKAMP
De eerste twintig minuten van Hard Eight, het debuut uit 1996 van de toen 24-jarige Paul Thomas Anderson, gaan uitsluitend over de poging van de man (Philip Baker Hall) om het vertrouwen te winnen van de jongen (John C. Reilly). Het is kale, minimalistische Cinema met een hoofdletter, imposant door de met zeer eenvoudige middelen opgebouwde spanning. Wie is die jongen, wie is die man, en wat wil de een van de ander? De vragen worden in de loop van de film beantwoord, en dat is bijna een teleurstelling. Het zeer hoge niveau van het begin van Hard Eight houdt Anderson niet helemaal vol, maar de met steun van het Sundance Institute ontwikkelde film (die twee jaar op de plank bleef liggen wegens financiële problemen van de Amerikaanse distributeur) blijft een overrompelend strak en intrigerend debuut, dat op de beste momenten doet denken aan de elektrische woordkunst en dwingende stilering van David Mamet. Nu wordt ook duidelijk waarom Anderson, inmiddels veel bekender door zijn tweede, barokker en losser vormgegeven film Boogie Nights, steeds in één adem genoemd wordt met Quentin Tarantino: beiden zijn meesters van de elliptische vertelkunst en onontkoombare, eigenzinnige talenten. Er zijn overeenkomsten tussen Hard Eight en Boogie Nights. In allebei de films legt Anderson met didactische hardnekkigheid uit wat de regels zijn van een tamelijk louche subcultuur: de pornofilmindustrie in Boogie Nights, de gokwereld van Reno en Las Vegas in Hard Eight (de titel verwijst naar het gooien van twee vieren bij het dobbelen, een moeilijke, rijk beloonde combinatie). Ook zijn beide films opgebouwd rond een surrogaatvader, die in de loop van de film een alternatieve familie om zich heen verzamelt. Naast de dwingende persoonlijkheid van Hall - hij speelde Nixon in Robert Altmans Secret Honor - en het charmante gebrek aan ambitie van het personage van Reilly, schitteren in Hard Eight Samuel L. Jackson als een gevaarlijke opportunist en Gwyneth Paltrow als een verwarde en neurotische serveerster met geheime bijverdiensten. Het is niet overdreven dit kwartet het sterkste ensemble spelers in een Amerikaanse film uit de jaren negentig te noemen. Hoe hun levens precies in elkaar schuiven mag hier niet onthuld worden, daarvoor is het tamelijk lapidaire scenario te spannend. Net als Tarantino is Anderson een meester in het spelen met de verwachtingen van de kijker. Op zeker moment wordt Hall midden in de nacht wakker gebeld door de telefoon en zegt alleen maar dat hij eraan komt. Even later klopt hij op de deur van een motelkamer. De stem van Reilly klinkt benauwd. Hij wil alleen maar open doen als Hall belooft hem te helpen, wat hij ook aantreft achter de deur. Die dialoog gaat even door, en zelfs als Hall binnen is, duurt het een tijdje voordat we mogen zien wat er aan de hand is. Het eerste signaal is de ontzetting op het gezicht van Hall en dan weten we het nog niet. Zo simpel en zo geraffineerd is de kunst om de kijker aan zijn stoel te nagelen. Het lijdt geen twijfel dat Paul Thomas Anderson een heel grote regisseur wordt.
|
NRC Webpagina's
8 APRIL 1998
|
Bovenkant pagina |