U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
    F I L M  &  V I D E O  
NIEUWS  | TEGENSPRAAK  | SUPPLEMENT  | AGENDA  | ARCHIEF  | ADVERTENTIES  | SERVICE 


S c h a k e l s
Bioscoopagenda Nederland
www.bios.nl

T I T E L : The River (He liu)
R E G I E : Tsai Ming-liang
M E T : Lee Kang-sheng, Miao Tien, Lu Hsiao-ling, Chen Shiang-chyi, Ann Hui

In: Rialto, Amsterdam; Lantaren/Venster, Rotterdam; Haags Filmhuis; 't Hoogt, Utrecht; Cinemariënburg, Nijmegen

Derde film van Tsai Ming-liang toont geestelijke ontreddering en leegte in Taipei


Lee Kang shen en Miao Tien als zijn vader
in The River

Elk broos en lang camerashot tart de saaiheid

Door DANA LINSSEN
Alles is tot stilstand gekomen in The River. Sommige takes zijn zo lang aangehouden en zo broos dat je niet eens meer met je ogen durft te knipperen uit angst dat ze dan toch opeens voorbij zullen zijn.

Alleen het water stroomt: troebel en doelloos in de vergiftigde Tanshui-rivier die de derde speelfilm van de Taiwanese regisseur Tsai Ming-liang zijn naam geeft. Of het gulpt gulzig en oncontroleerbaar door het plafond van het appartement waar de drie hoofdpersonen wonen en stolt in trage wasemparels op de lichamen van de bezoekers van de gay-sauna's van Taipei.

Met The River, die vorig jaar tijdens het filmfestival van Berlijn met een Zilveren Beer werd onderscheiden, sluit Tsai naadloos aan bij de vervreemding en eenzaamheid die de boventoon voerden in Rebels of the Neon God (1992) en Vive l'amour (1994). En evenals in zijn eerdere films speelt ook in The River acteur Lee Kang-sheng de rol van Tsai's duistere alter ego Hsiao-kang. Ook acteurs Miao Tien en Lu Hsiao-ling hernemen de rol van het ouderpaar uit Rebels of the Neon God. Meer nog dan in Tsai's vorige films is Hsiao-kang in The River iemand aan wie het leven zich zonder reden lijkt te voltrekken. Je weet eigenlijk niet eens of hij wel dezelfde jongeman is als voorheen en of zijn ouders wel zijn ouders zijn. Net als in Vive l'amour komen de hoofdpersonen elkaar nooit tegen in hun steriele appartement en je kunt lange tijd makkelijk geloven dat ze parallelle levens leiden, dat hun inwisselbare interieurs op toeval berusten. Maar was het appartement in Vive l'amour nog een soort doorgangsstation voor drie vreemden, in The River is het de lokatie waar zich de vervreemding binnen een gezin afspeelt. In het moderne Taipei waar Tsai de toeschouwer binnenvoert eet iedereen uit dezelfde meeneemverpakkingen van anonieme restaurants en bedrijft de liefde die nauwelijks nog liefde heet met mannen en vrouwen die hij niet aankijkt.

Het is moeilijk uit te leggen wat er zo mooi is aan de ontreddering van The River. Verhaal, karakterontwikkeling, dialoog en zelfs geluid zijn tot een absoluut minimum teruggebracht. Elk shot tart de saaiheid.

De film is mooi zoals een kaal landschap dat kan zijn: ontdaan van elke kunstmatigheid of valse sentimentaliteit. Tegelijkertijd heeft de sobere fotografie het griezelige van een foto-realistisch schilderij: alles klopt en toch geeft het je een onaangenaam gevoel. Je moet maar blijven kijken naar die ingekeerde gezichten, alsof je ze erop wilt betrappen dat ze toch niet echt zijn. Maar bij Tsai lukt je dat nooit, want ze worden bij elke nadere beschouwing oprechter.

Vaak doet Tsai's hyperrealisme surrealistisch aan of zelfs absurd. De troosteloosheid van zijn personages wordt pijnlijk komisch, als in een vertraagde slapstick. Zoals wanneer Hsiao-kang in een lege ziekenhuisgang op zijn ouders wacht en zij hem achteloos voorbij lopen. Of wanneer hij zijn nek masseert met zijn moeders vibrator, terwijl zij elders in het appartement onaangedaan een pornofilm bekijkt.

Er zijn slechts een paar momenten in de film die als dramatische bakens fungeren. Bijvoorbeeld als hoofdpersoon Hsiao-kang bij aanvang van de film figureert als lijk in een film die regisseuse Ann Hui opneemt bij de Tanshui-rivier. Deze aanzet tot film-in-de-film geeft je als toeschouwer veel vrijheid om te speculeren over de betekenis van die zwaar vervuilde rivier. Hsiao-kangs onderdompeling werkt als een soort anti-loutering: vanaf dat moment gaat hij gebukt onder zijn zorgen en zonden door het leven. Hsiao-kang ontwikkelt een mysterieuze kramp in zijn nek waartegen geen behandeling lijkt te helpen. Het is bewonderenswaardig hoe acteur Lee Kang-sheng die pijn weet te personifiëren. Zijn lichaamshouding en gezichtsuitdrukking worden die pijn. Zijn hoofd ligt schuin in zijn nek en beweegt in schichtige stuiptrekkingen heen en weer.

Het water, de rivier, de stroom die wij volgens Tsai tijdens ons leven afreizen en die steeds smeriger en ondoorgrondelijker lijkt te worden, is in The River niet het goedmoedige, vruchtbare symbool dat water gewoonlijk is. De rivier is vergiftigd, misschien wel dodelijk (niet voor niets figureert Hsiao-kang als lijk). Misschien is alles wat na die eerste momenten gebeurt wel een nachtmerrie of een tussenstop in een schemergebied tussen leven en dood, gaat Hsiao-kang kopje onder in het open riool dat zijn onderbewuste inmiddels is geworden.

,,De rivier is in ons, de zee is overal rondom ons'', schreef T.S. Eliot in The Four Quartets en het is die alomtegenwoordigheid van het water met al zijn betekenissen die The River uiteindelijk bevrijdend maakt. Daarom geloof ik ook echt dat de film een hoopvol einde heeft als de zoon - na een confronterende ontmoeting met zijn vader de vorige avond - de balkondeuren van een gore hotelkamer openschuift en het klaarheldere licht naar binnen laat stromen.

NRC Webpagina's
8 APRIL 1998


    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)