F I L M & V I D E O
|
Carl Friedman
Bioscoopagenda Nederland
|
Krabbé wil de kijker voor zijn
Door BIANCA STIGTER
Een schattig jongetje dat lachend en vol vertrouwen naar je toe rent, is
het beeld dat bijbleef uit Nikita Michalkov verfilming van Gontsjarovs
roman Oblomov (1980); een schattig jongetje dat lachend en vol
vertrouwen naar je toe rent is ook het beeld dat bij moet blijven uit
Left Luggage, Jeroen Krabbé's verfilming van Carl
Friedmans novelle Twee koffers vol.
Eén verschil tussen de twee jongetjes is dat de een om zijn moeder roept en de ander niet kan praten. Een ander verschil is dat Michalkovs kind mij raakte en Krabbé's kind mij raken móet. Beide regisseurs manipuleren emoties, daar zijn het regisseurs voor, maar de een weet dat beter te verbergen dan de ander. Left Luggage is het regiedebuut van Jeroen Krabbé, die door zijn als acteur in tal van internationale produkties opgedane contacten een groot aantal vermaarde gezichten voor zijn camera wist te halen, onder wie Isabella Rossellini, Maximilian Schell en Marianne Sgebrecht. Maar de show steelt de zesjarige Adam Monty als het jongetje Simcha, wiens adorabele oorlokken en zo gemeend lijkende glimlach gebreken als weigeren te spreken en in zijn broek plassen ruimschoots compenseren. Voor hem valt Chaja (de Engelse actrice Laura Fraser), een hip joods meisje dat begin jaren zeventig in Antwerpen de revolutie en de mode volgt en filosofie studeert. Uit geldnood neemt Chaja een baantje aan als kindermeisje in een chassidisch joods gezin. Chaja heeft weinig begrip voor de zeden en gewoontes van de chassidim, die het kinderrijke huishouden van mevrouw Kalman (Isabella Rossellini) alleen maar lijken te compliceren. Maar wegens Simcha neemt ze geen ontslag. Bijna elke dag gaat ze met het kind naar het park om de eendjes te voeren, en onder haar liefdevolle aandacht begint Simcha eerst 'kwak', dan 'eend' en dan hele zinnen te zeggen. De enige die zich met dit wonder niet ingenomen toont, is de strenge vader van Simcha (gespeeld door Jeroen Krabbé). Om vader en zoon te verzoenen, leert Chaja Simcha de rituele vragen te stellen die bij het joodse paasfeest horen. Als meneer Kalman ook niet smelt als Simcha bij die gelegenheid slechts één fout maakt, ontploft het kindermeisje. Maar zonder dat Kalman haar van repliek hoeft te dienen, krijgt Chaja plotseling begrip voor zijn gedrag. Ze stuit op het oorlogsverleden van de familie. Het is een scène die mij verbaasde: oorzaak en gevolg worden zo plat met elkaar in verband gebracht dat het lijkt of het oorlogsleed Kalmans gedrag tegenover zijn zoon niet alleen begrijpelijk maakt, maar ook rechtvaardigt. Misschien komt dit gevoel door de manier waarop Krabbé het broze verhaal van Friedman heeft geregisseerd (naar een scenario van Edwin de Vries). Ook de andere twee verhaallijnen, een over een antisemitische conciërge, een ander over het oorlogstrauma van Chaja's eigen vader en moeder, zijn niet fijnzinnig te noemen. Krabbé heeft Left Luggage, die op het Filmfestival van Berlijn al vier prijzen won, een emotionele achtbaan genoemd, en dat is een goede beschrijving van dit met vakmanschap gemaakte debuut. De film, die werd geproduceerd door regisseur Ate de Jong (ook een debuut) brengt je snel en soepel van een lach naar een traan, van ontroering via opstandigheid naar mededogen. Het chassidische milieu lijkt raak geportretteerd. De enige kink in de kabel zijn de te diverse Engelse accenten van de acteurs, die je doen lachen waar het niet moet. En een ritje in een achtbaan is pas echt geslaagd als je even vergeet dat je in een achtbaan zit, maar dat gebeurde mij tijdens het kijken naar Left Luggage niet. Het lijkt alsof Krabbé de kijker telkens een slag voor wil zijn, of de sirenes al gaan loeien voor er een ongeluk is gebeurd. Zelfs Simcha is zich van zijn schattigheid te bewust om echt schattig te kunnen zijn.
In: 15 theaters
|
NRC Webpagina's
1 APRIL 1998
|
Bovenkant pagina |