M E D I A
|
NIEUWSSELECTIE
|
Propaganda op tv: wie ziet verschil
In de Tweede Kamer is het dood tij en in het land worden geen politici gesignaleerd. Maar de propaganda dan, die gaat toch wel door? Dat valt tegen. Wie de politieke spots bekijkt waarmee politieke partijen zich op televisie profileren, ziet overwegend keurige propaganda. En vooral: dezelfde propaganda. U ziet ze waarschijnlijk niet, maar de uitzendingen in wat zo keurig 'de Zendtijd voor Politieke Partijen' heet, lijken akelig veel op elkaar. Waar leggen partijen de accenten? Op onderwijs, zorg en veiligheid. Wim Kok op een krukje in een kleuterklas, Paul Rosenmöller aan een bed van een zieke bejaarde, Erica Terpstra met een kopje thee voor een bejaarde. En als ze niet op locatie zijn, vertellen ze erover voor de camera: Jaap de Hoop Scheffer bij het CDA, Els Borst voor D66. Meer handen aan het bed, de jeugd die normbesef moet worden bijgebracht en het onderwijs waar meer inspanningen nodig zijn. Zelden waren de verschillen tussen partijen, zelfs tussen regerings- en oppositiepartijen, zo klein. GroenLinks heeft nog het milieu en het CDA het gezin, maar niemand onderscheidt zich op een radicale wijze. Propaganda is het, maar keurige propaganda. Niemand die iets onaardigs zegt over een andere partij, niemand die op hoge toon spreekt en ook niemand die zich kwaad maakt. Allemaal glimlachen ze de kiezer toe - grappig is het dan om een oud filmpje uit '89 terug te zien, waarop een nog norse Wim Kok als oppositieleider waarschuwt dat ,,de milieuvervuiling als een tijdbom werkt''. En bij de VVD is het pikant dat alle kopstukken een rol hebben, behalve Jozias van Aartsen, de minister van Landbouw. Maar misschien lenen varkens zich niet voor propaganda.
Spots: moment voor plaspauze Politieke spotjes zijn niet populair. Nooit geweest trouwens. Politieke reclame op televisie is een stiefkind. Vroeger - met maar twee netten - nam de kijker een plaspauze, tegenwoordig zapt hij naar een andere zender. Ooit waren de uitzendingen van de politieke partijen te lang - maar liefst tien minuten: je zag dan sprekende hoofden uitbundig uitleggen wat de partij voorstond. Legendarisch is nog altijd Harm van Riel, de vroegere VVD-leider in de Eerste Kamer. Ten behoeve van een partij-uitzending nam hij van tevoren vragen en antwoorden door met zijn interviewer, en eenmaal voor de camera onderbrak hij zijn interviewer ruw: ,,Valt u me niet in de rede, ik weet al wat u mij gaat vragen.'' Sinds de verkiezingscampagne van 1989 zijn de spots teruggebracht tot drie minuten en lijkt de duur soms te kort voor een inhoudelijke boodschap. De pratende hoofden werden video-clips: geluid en beelden zonder of met summier commentaar. Neem Elco Brinkman en Ruud Lubbers. Frits Wester, de tovenaarsleerling van Brinkman, monteerde in '93 de CDA'ers in een pas de deux: vader en zoon, meester en leerling in het Torentje van de premier: je zag ze spreken, maar je hoorde ze niet: een staatsman en een aspirant-staatsman. De muziek, Neil Diamonds 'One by one, two by two', deed de rest. Toen kon nog niemand weten dat Lubbers zijn kompaan Brinkman een jaar later zou laten vallen en Brinkman de verkiezingen zou verliezen en door zijn partij het bos in werd gestuurd. De Nederlandse verkiezingscampagne veramerikaniseert. Die kritiek is geregeld te horen als de politieke propaganda zich meer op de persoon dan op de inhoud richt. Onderzoek van de Universiteit van Amsterdam naar de spotjes uit de campagne van '94 wees uit dat het met het snelle beeld, de vlotte montage en het effectbejag nog wel meevalt. Zeventig procent van de zendtijd bestond nog altijd uit tekst. De vrees van de toenmalige media-minister Hedy d'Ancona (PvdA) dat de campagne zou vergroven, lijkt niet terecht. Misschien is de nuchtere Nederlander niet ontvankelijk voor een persoonlijkheidscultus. Brinkman zag zijn mannetjesmakerij bij de verkiezingen van '94 beloond met twintig zetels verlies. Misschien is het de tijdgeest, maar de spotjes zijn inmiddels langzamer, minder beeldend en minder van dramatische effecten voorzien. Jaap de Hoop Scheffer legt uit in een bos, Wim Kok legt uit vanaf een krukje, Frits Bolkestein legt uit met open overhemd. Nog even en de sprekende hoofden die zo kenmerkend waren voor de politieke spots uit de jaren zestig, zijn terug.
SP ook met spots hét tegengeluid Straatvechters zijn het, straatvechters met een boodschap. De Socialistische Partij doorbreekt als enige de milde toon van de politieke spots. ,,Stem tegen'' is de kortste en tegelijk indringendste boodschap voor een oppositiepartij. Scherp en gehaaid opereert de partij. Op de dag van de gemeenteraadsverkiezingen verraste ze de concurrentie met reclame in het Ster-blok. De meest anti-kapitalistische partij was de eerste die doordrong in het reclame-blok van de publieke omroep. Bij de statenverkiezingen van '95 waren ze al te zien geweest in het Ster-blok, maar dat was illegaal. Via een fake-organisatie, het niet-bestaande promotiecentrum voor Hollandse tomaten, was de partij in het Ster-blok gekomen met een spotje: Kies vandaag voor tomaat. De associatie was voor iedereen duidelijk. Op de dag van de Tweede-Kamerverkiezingen zit de SP opnieuw in het Ster-blok. En het succes bij de gemeenteraadsverkiezingen - plus 70 raadszetels - heeft de partij ertoe gebracht om ook in de dagen voor de verkiezingen met spots te komen. Professioneel vervaardigde spots. Partijsecretaris Tiny Kox: ,,Je moet concurreren met commerciële reclamespots en actualiteitenuitzendingen die er goed uitzien. Dus als je zendtijd benut, moet je ook iets fatsoenlijks maken.'' Komen de grote partijen nog met verrassingen? D66 heeft voor de laatste verkiezingsspots de acteur Arjen Ederveen ingeschakeld. Andere partijen broeden nog op aansprekende uitzendingen of zwijgen erover. Want de kijkdichtheid van politieke spots mag laag zijn, het bereik van een massamedium blijft groter dan het geploeter in zaaltjes in het land. En soms heb je mazzel. Zit je als partij in de rust van een grote voetbalwedstrijd op tv. D66 mocht in 1988 zendtijd vullen in de rust van Nederland-Duitsland (2-1). De kijker zag een man en een vrouw achter een televisie in afwachting van een voetbalwedstrijd; op de achtergrond klonk Hans van Mierlo. D66 had een miljoenenpubliek, maar de uitzending leverde twee opzeggingen op. Twee vrouwelijke leden stoorden zich eraan dat de man achter de televisie de vrouw had gevraagd bier en chips te halen. Politiek staat in Nederland voor ernst, en reclame staat voor verleiding. Zo bezien is politieke reclame een onmogelijk genre.
Redactie: Kees van der Malen.
|
NRC Webpagina's
16 MAART 1998
|
Bovenkant pagina |