U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
    R A D I O  &   T E L E V I S I E  
NIEUWS  | TEGENSPRAAK  | SUPPLEMENT  | AGENDA  | ARCHIEF  | ADVERTENTIES  | SERVICE 

  NIEUWSSELECTIE  
  KORTE BERICHTEN  
  RADIO & TELEVISIE  
  MEDIA  

S e l e c t i e


Televisie

Radio

T V   V O O R A F :
Benjamin speelt rafelig de blues

FRANS VAN LEEUWEN
De meeste Nederlandse documentaires over jazzmuziek zijn serieus en degelijk. Men denke aan de muzikanten-portretten van Hans Hylkema die vorig jaar werden uitgezonden.

Een jazzmusicus is een hardwerkende vakman, dat onderstreepte deze regisseur in vier programma's van een uur waarin de musici pratend en spelend werden gefilmd, thuis, onderweg en op het podium. Met buiten beeld nog wat tekst en uitleg van jazzkenner Aad Bos. De aanpak van Hylkema is legitiem en nuttig omdat jazz voor veel kijkers onbekend terrein is en wellicht daardoor ook onbemind.

Dat de jazz maar matig gedocumenteerd is met beeldmateriaal, ontdekte de als gitarist opgeleide maar later filmer geworden Jonathan Herman. Toen in '95 gitarist Jesse van Ruller in Amerika de Thelonious Monk Award ontving had het NOS-journaal nauwelijks iets passends voorhanden. Het sterkte Herman in zijn voornemen een serie korte portretten van Nederlandse jazzmusici te maken. Dat de uitwerking van dat idee, de serie Streetnoise, iets radicaal anders heeft opgeleverd dan de portretten van Hylkema was maandag j.l. te zien in de aflevering gewijd aan contrabassist Tony Overwater. En aan het Amsterdamse IJ, want op Overwaters verzoek werd hij gefilmd in die omgeving.

Dat had tot iets 'stemmigs' of 'pitttoresks' kunnen leiden maar Herman zocht het liever in dynamiek. Zoals de musicus gebruik maakt van de heilige drie-eenheid melodie, harmonie en ritme, zo stoeit de filmer met zijn vocabulaire: lichtval, vlakverdeling en beeldopvolging. Aan de manier waarop Herman naast Overwaters sonore basgeluid, diverse industriële geluiden gemonteerd had was te merken dat hij eigenlijk ook nog steeds muzikant is. De vijf deeltjes van Streetnoise hebben met elkaar gemeen dat ze telkens één muzikant aan het werk laten zien op één Amsterdamse lokatie. Ze duren niet langer dan een MTV-clip, en hebben daar, zeker qua snelheid, iets mee gemeen. Het geluid van de musici is daarbij zo goed, dat het onwaarschijnlijk is dat het op lokatie opgenomen is.

Opvallend is ook het kleurgebruik met telkens één dominerende tint. Bij Overwater en het IJ was dat blauw, bij trompettiste Saskia Laroo op de Wallen is het rood en bij pianist Michiel Borstlap in het Vondelpark, al even verklaarbaar, groen. Waarom bij Jesse van Ruller en de Metro ook voor een groentint gekozen is, is minder duidelijk, ook verder komt deze aflevering het minst uit de verf. Vanavond is saxofonist Benjamin Herman, de tweelingbroer van de filmer, te zien in zwart-wit, of eigenlijk variaties in grijs, in de Amsterdamse binnenstad. De winkels gaan sluiten, er zwerven wat 'typen' rond en Benjamin speelt rafelig de blues. Met ook een geinige verwijzing naar 'de Amsterdamse mensen' en de 'lichtjes op het plein'.

Want al maakt Streetnoise anders dan de meeste muziekclips geen gerichte reclame, het is wel geslaagde propaganda voor Amsterdam jazzstad.

Streetnoise: Saxofonist Benjamin Herman, Ned.3, 21.47-22.00u.

Op 19/1 gitarist Jesse van Ruller, 26/1 trompettist Saskia Laroo en op 2/2 pianist Michiel Borstlap.

NRC Webpagina's
12 JANUARI 1998


    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)