U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
    R A D I O  &   T E L E V I S I E  
NIEUWS  | TEGENSPRAAK  | SUPPLEMENT  | AGENDA  | ARCHIEF  | ADVERTENTIES  | SERVICE 

  NIEUWSSELECTIE  
  KORTE BERICHTEN  
  RADIO & TELEVISIE  
  MEDIA  

S e l e c t i e


Televisie

Radio

T E R U G B L I K   1 9 9 7 :
Tot 5 januari blikken zeven bekende Nederlanders uit verschillende sectoren van de maatschappij terug op het televisie-aanbod van 1997.

Tegen Paul de Leeuw legt iedereen het af

PAUL SCHNABEL
's Nachts zijn de contrasten allemaal wat scherper. Dat maakt het ook allemaal wat spannender. Minder voetbal, en meer body building. Veel minder minister Borst en veel meer hele grote borsten en mannen die tijdens het vrijen hun broek aan houden. Geen zendtijd meer voor verantwoorde consumentenvoorlichting, maar eindeloos goedkope uren voor de verkoop van verkeerde producten.

Nachttelevisie is ook praattelevisie en daar mag ik graag naar kijken. De Duitsers zijn het braafst, maar Jürgen von der Lippe is toch minder erg dan Peter-Jan Rens. Zelfs na een uurtje met de al te minzame Alfred Biolek voel je je toch minder plakkerig dan na een half uurtje Remy van der Elzen, die maar niet van haar gasten kan afblijven. Volgens mij is Karel van de Graaf ooit begonnen met dat strelen van bekende Nederlanders. Het is sluikseks en het Commissariaat voor de Media had er meteen hoge boetes op moeten zetten.

De Belgen doen niet aan 'late night talkshows', zij herhalen de hele nacht het journaal, wat een ontkenning van het nieuws is. Voor verrassingen moet je bij de Engelsen zijn. Jeremy Paxman slijpt zowat iedere dag zijn messen, maar er is ook veel ruimte voor de niet te volgen en ook verder volstrekt onnavolgbare lol van de zwarte Engelsen. Waarom hebben wij niet zoeiets met Turken of Surinamers?

De talkshow is een Amerikaanse uitvinding en nog altijd zit bijna iedere 'host' achter het belachelijke nepbureau van Johnny Carson (en van Peter Jan Rens natuurlijk). Alleen Jay Leno komt er in het begin van zijn show eventjes vandaan. Ik wacht nu al drie jaar op het moment dat hij die ene stap teveel zet en over de rand van het poduim valt. Verder viel er tot nu toe bij hem niets te lachen.

Niet achter een bureau, maar net als alle Amerikaanse collega's opgezadeld met een spuuglelijk decor en een publiek met teveel haar en teveel bril, houdt Oprah Winfrey dagelijks audientie. Woytila weet het nog niet, maar hij is al lang en breed opgevolgd door een nieuw 'Pausin Johanna', die uitsluitend onfeilbare uitspraken doet. Elke uitzending is een encycliek die de problemen van de gewone Amerikaan wegpraat. Valt er dan niets te genieten? Ergernis is ook genieten, maar echt leuk vind ik televisie 's avonds laat toch pas als Paul de Leeuw er is met Laat de Leeuw.

Wat is er moeilijker dan iemand die alleen thuis zit met de krant nog op schoot, aan het lachen te maken?

Paul de Leeuw lukt dat bij mij, omdat het voor hem niet moeilijk is. Het gaat vanzelf en dat maakt hem tot het televisiegenie, waartegen alle andere zwoegers met hun gespeelde grappen (Leno) en hun bedachte spontaneïteit (Rens) het afleggen. Ook zijn eigen gastpresentatoren zijn niet bestand tegen zijn tempo, zijn lef en zijn gebrek aan gne. Hij ziet er niet uit, is soms uitgesproken bot, nog vaker vulgair, en toch altijd leuk. MInstens twee of drie keer per uitzending schiet ik in de lach en dat vind ik een hoge score.

De eerste prijs voor Paul de Leeuw. Met stip.

Paul Schnabel is columnist en hoogleraar geestelijke gezondheidszorg aan de Universiteit van Utrecht.

NRC Webpagina's
23 DECEMBER 1997


    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)