K U N S T
|
NIEUWSSELECTIE
|
In: 8 theaters. Levende dode blijft leven in opzichtig vervolg op The Crow
Door HANS BEEREKAMP
Het publiek kwam vooral af op het filmdebuut van hoofdrolspeler Brandon Lee, de zoon van karate-idool Bruce Lee, en wel om de simpele reden dat deze tijdens de opnamen om het leven was gekomen door een kogel uit een filmwapen, die per ongeluk geen losse flodder bleek. Morbide als het nu eenmaal is, wilde het publiek de film graag zien, om zich bij elke scène af te vragen of dit misschien het moment was dat Lee ook in werkelijkheid het loodje legde. De kansen waren legio; Lee speelde een onsterfelijke geest die om de tien minuten doorzeefd werd en doodgemoedereerd weer opstond. Zonder die ene, zorgvuldig geheimgehouden scène uit een snuff movie, is de attractie van het vervolg The Crow: City of Angels aanzienlijk minder. Het is bovendien, in tegenstelling tot het origineel, een erg slechte, liefdeloos geconstrueerde film. De voornaamste verdienste van regisseur Tim Pope bestond tot nu toe uit het maken van 32 videoclips met The Cure. Die achtergrond is goed merkbaar in de opzichtige, steeds naar kortstondig effectbejag strevende vormgeving, met camerawerk van de bij postmodernist Léos Carax begonnen Jean-Yves Escoffier, maar ook in de aanwezigheid in bijrollen van twee factotums uit de rockmuziek van de jaren tachtig, Iggy Pop en Ian Dury. De nieuwe hoofdrolspeler, de Zwitser Vincent Perez, mist als de door een kraai begeleide levende dode het charisma - en de vroegtijdige onsterfelijkheid - van Brandon Lee. De gedachte dat er geld te verdienen zou zijn aan een vervolgfilm moet ook producent Edward Pressman niet helemaal overtuigd hebben. De halfslachtigheid van de poging is aan vrijwel alles in deze bij voorbaat mislukte film af te lezen. Alleen het soundtrack album, met onder meer The Deftones, PJ Harvey, White Zombie, Tricky, Hole én Iggy Pop, was een grote hit.
|
NRC Webpagina's
20 AUGUSTUS 1997
|
Bovenkant pagina |