S P O R T
|
NIEUWSSELECTIE S c h a k e l s |
Een trainer die geen concessies doet
Door onze redacteur HANS KLIPPUS
Hij is in een andere wereld terechtgekomen. ,,Na Eindhoven valt op de autoradio Sky Radio al weg'', zegt Scheveninger Martin Jol. ,,Kijk naar de landkaart: Limburg zit ingeklemd tussen België en Duitsland, een beetje rare positie. Ze hebben hier ook de Belgische mentaliteit en spreken veel Duits. Dat ligt mij wel. Duits is een mooie taal, ik heb het vroeger zelfs gestudeerd.'' Hij stond een half jaar geleden voor de zware opgave Huub Stevens op te volgen, een trainer die successen had geboekt en ook nog uit Limburg kwam. Jol: ,,Ik heb vertrouwen in mezelf. Het is nog niet voorgekomen dat iets wat ik wilde me niet lukte. Dat zal best nog wel een keer gebeuren, hoor. Ik had voor Roda al veel clubs afgezegd. En als je te lang wacht, word je ongeloofwaardig. Je mag ook niet zo arrogant zijn op Ajax te hopen als je nog geen club in het betaalde voetbal hebt gehad.'' De 41-jarige Jol, zelf drievoudig international, bouwde een fraaie staat van dienst op als trainer bij de amateurs. Met Scheveningen won hij de landstitel. ,,Daar wordt vaak denigrerend over gedaan. Ach, het zijn de amateurs maar. Maar er spelen 82 clubs in de hoogste klassen en die willen allemaal Nederlands kampioen worden. Het is voor een trainer bij de amateurs zelfs moeilijker werken dan in het betaalde voetbal. Bij de profs spelen ze om een vette premie en hebben ze verder weinig aan hun hoofd.'' Het oog van het Roda-bestuur viel op Jol nadat een proef met assistent Eddy Achterberg als de verantwoordelijke man was mislukt. Hij werd onder anderen aanbevolen door Ajax-trainer Louis van Gaal. De Limburgse bestuurders kenden Jol niet en waren blij dat hun kandidaat-trainer bij de eerste ontmoeting in een Eindhovens hotel voor hen opstond. Anders hadden ze hem niet gevonden. Daarna raakten ze al snel onder de indruk van Jol. Roda had een behoorlijke tik gekregen van het vertrek van Stevens en was naar de middenmoot gezakt. ,,Het had ook faliekant kunnen mislopen'', zegt Jol. ,,Maar ik heb het geluk gehad dat het elftal optimaal is gaan presteren. Laatst zag het er weer even slecht uit. We hadden vijf keer achter elkaar uit gespeeld en waren moe, kapot. Gelukkig heb ik ze weer scherp gekregen. We wonnen met 4-1 van Sparta en we stonden er weer.'' In mindere tijden kunnen Limburgers klagen als de besten. Na het verlies tegen Volendam stonden in de regionale kranten boze lezersbrieven. Jol zou geen uitstraling hebben. Jol zou de spelers niet kunnen motiveren. Jol zou de club kapotmaken. Maar in zijn gezicht zei niemand wat. De trainer lacht. ,,Ik houd het erop dat ze hier netjes zijn opgevoed.'' Waar Stevens in Kerkrade het collectief vooropstelde - met alle bijbehorende regeltjes - daar richt zijn opvolger zich juist op het individu. ,,Als een speler een liefhebber is en mij wil begrijpen, dan slagen we samen'', zegt Jol. Als voorbeeld noemt hij Maarten Schops. ,,Een aparte jongen. Als het even niet gaat tijdens een wedstrijd roept hij tegen iedereen tien keer hoerenjong en trapt hij uit woede tegen de doelpaal. Als ik aan het collectief zou denken, moet ik zeggen: jij eruit, zitten. Maar ik heb Schops laten staan en nu behoort hij tot de drie beste vrije verdedigers van de eredivisie. Doomernik heb ik aanvallende middenvelder gezet. Zijn enige probleem was dat hij te weinig scoorde. Ben ik op hem gaan inpraten. Jij bent slim, je moet de ballen gaan stiften. Hij staat nu op vijf doelpunten en tegen Heerenveen maakte hij vanaf dertig meter het doelpunt van het jaar.'' Ze kunnen momenteel in Zuid-Limburg weinig op Jol aan te merken hebben. Roda doet in de competitie nog mee in de strijd om Europees voetbal én komende donderdag staat de club in de bekerfinale tegen Heerenveen. Jol: ,,Als je als voetballer de beker wint, dan houd je voor altijd een goed gevoel. Bij een club als Roda word je nooit landskampioen. Dus is de beker het enige dat je kan winnen. Die kans hebben we nu. Er zijn zoveel spelers die na een carrière van tien, twaalf jaar niks hebben gewonnen.'' Zelf won hij als voetballer in 1975 de beker met FC Den Haag. In Engeland, waar hij vier seizoenen speelde, haalde Jol tot zijn spijt geen FA-Cupfinale op Wembley. Wel stond hij twee keer met West Bromwich Albion in een halve finale. ,,Het is in Engeland nog erger om een halve finale te verliezen dan een finale. Want om zo'n dag op Wembley mee te maken, is op zich al een hoogtepunt voor een voetballer.'' Jol speelde toch een keer op Wembley, in een jeugdinterland die met 5-1 werd verloren. ,,Er zaten toen ook al 80.000 toeschouwers. Voetbal in Engeland is iets bijzonders. Niet voor niets spelen voetballers als Ravanelli, Vialli en Zola er. Het sloopt je wel. Maar weinig spelers lopen tien jaar achter elkaar in Engeland te ballen. Het is zo zwaar, elke wedstrijd weer. Dat merkte ik toen ik in Nederland terug was. Bij FC Den Haag kon ik echt met de handen op mijn rug voetballen.'' Hij zou graag nog eens in Engeland willen werken. ,,Ik vind mezelf capabel genoeg om overal te trainen'', stelt Jol zelfverzekerd. ,,Maar het is allemaal zo betrekkelijk. Het moet je een beetje meezitten. Gullit doet het momenteel goed bij Chelsea. Hij kwam wel in een gespreid bedje terecht, mocht kopen wat hij wilde. Maar zou hij ook bij Emmen een goede trainer zijn? Ik weet het niet. Er zijn maar weinig trainers die zich op alle niveaus van het voetbal hebben bewezen. Aad de Mos is er een van. Zijn lijn bevalt me wel. Ja, hij is een paar keer ontslagen, maar iedereen maakt weleens een verkeerde keuze. Het belangrijkste is dat de spelers je willen begrijpen.'' Wat dat betreft heeft hij een goed gevoel in Kerkrade. Maar het probleem voor een trainer bij Roda is dat hij nooit lang de beschikking heeft over dezelfde groep spelers. Bij geen andere club is het verloop zo groot. Dat komt vooral door de handelsgeest van bestuurslid Nol Hendriks. Van de ploeg die amper twee jaar geleden onder Stevens als tweede eindigde in de eredivisie zijn nog maar vier spelers over. Babangida, Atteveld, Van Galen, Huiberts, Iwan, De Kock, ze spelen inmiddels allen elders. Zelfs in de korte tijd dat Jol in Kerkrade werkzaam is, vertrokken er drie spelers, Van Hoogdalem, Roelofsen en onlangs ook nog, amper twee weken voor de bekerfinale, Vurens. ,,Dat is voor een trainer natuurlijk vervelend'', beaamt Jol. ,,Maar dan wordt me voorgerekend wat we voor zo'n speler kunnen vangen. In het geval van Vurens konden we vier wedstrijden voor het einde van het seizoen nog een aardig bedrag krijgen. En hij was nog geblesseerd ook. Dat begrijp ik dus wel. Een behoorlijk deel van het geld dat binnenkomt, wordt weer geïnvesteerd in nieuwe spelers. Dat is lang niet bij alle clubs zo.'' Zo heeft Roda voor volgend seizoen al de Belgische international Bob Peeters en de Hongaar Gabor Torma, de nummer twee op de topscorerslijst in België, gecontracteerd. Torma is de duurste aankoop in de geschiedenis van de club. Op het verlanglijstje van Hendriks staat nog een aantal goede spelers uit België. Jol: ,,De meeste Belgische voetballers zijn stille jongens. Ze lopen niet over van flair en dat soort spelers heb je toch nodig in je elftal. Gelukkig is die Peeters een aparte jongen; een grote, sterke gozer met een gek koppie. Je kunt hem een moderne Dick Nanninga noemen.'' Wekelijks heeft Jol een langdurig onderhoud met Arnold, zoals hij Hendriks noemt. ,,Ik ben een figuur die geen concessies doet. Als ik een speler wil en ik krijg hem niet, dan hoef ik ook geen ander. Maar met Hendriks ligt dat toch iets anders. Hij zorgt er wel voor dat een club uit een stadje van 40.000 inwoners al jaren in de subtop van de eredivisie speelt. In de laatste tweeëneenhalf jaar heeft hij tussen de 20 en 26 miljoen gulden aan transfergeld binnengehaald. Dat is niet niks. Ik zou dus wel gek zijn voor hem geen uitzondering te maken. Arnold is een lieve man. Hij is in veel opzichten hetzelfde als ik. Bij onze eerste ontmoeting zag ik hem bidden voor het eten. Dat kan nooit een oneerlijke man zijn, dacht ik toen. ,,Natuurlijk ben ik ook weleens link op hem. Als er weer een speler wordt verkocht, denk ik: godver, blijft dat zo. Maar tot nu toe ben ik niet gefrusteerd geraakt. Hendriks houdt me steeds een beetje enthousiast. Hij is altijd bezig. Hij gaat niet alleen naar spelers kijken, hij zit ook vaak urenlang te bellen. Hij heeft me voor volgend seizoen een goede selectie beloofd. Mijn grote zorg is of ik er weer snel een team van kan maken. Het kan geen feest blijven, hè.'' Roda raakt straks spits Gerald Sibon kwijt en er is ook serieuze interesse voor Martens, Ooijer en Vrede. ,,Ik begrijp wel dat Ajax Sibon neemt'', zegt Jol. ,,Hij heeft iets aparts, een speler naar mijn hart. Hij moet alleen nog wat dynamischer worden. Bij Ajax, met die specifiekere trainingsvormen, moet dat lukken. In aanleg is Sibon niet minder dan Kluivert. Ik vond hem conditioneel niet goed en daarom heb ik hem een tijdje op een andere plaats gezet, achter de spits. Dat heeft hem goed gedaan. Maar ik wil niet bij al de mensen horen die nu ineens beweren dat ze hem hebben ontdekt. Twee maanden geleden sprak niemand nog over Sibon.'' De verbintenis van Jol bij Roda loopt na dit seizoen nog twee jaar door. Al snel na zijn komst stelde Hendriks voor het contract met de trainer te verlengen naar zeven jaar, maar daar is voorlopig geen sprake van. ,,Waarom zou ik voor hetzelfde salaris nu al bijtekenen?'', zegt Jol. ,,Dat lijkt me niet zo slim. Maar als ik het idee heb dat we na Ajax, Feyenoord en PSV de vierde club van Nederland kunnen worden, sluit ik het niet uit dat ik hier lange tijd blijf.'' Maar de Scheveninger kijkt ook om zich heen. ,,Anderlecht lijkt me een mooie club om bij te werken'', zegt hij. ,,Die club heeft stijl, prachtig. Als ik met een club als Anderlecht kampioen zou worden, stop ik er denk ik mee. Dan zou ik echt weten dat ik het in mijn vingers heb. En dan zou ik het ook wat rustiger aan kunnen doen. Meer op vakantie gaan bijvoorbeeld. Ik ben een idealist.'' Jol vindt trainen een prachtig vak, maar het vergt wel veel van hem. ,,Eigenlijk is trainen leuker dan zelf spelen. Als speler moet je je altijd maar de pokken lopen en ben je afhankelijk van anderen. Een trainer heeft dat niet. De avond voor de wedstrijd kan hij gerust in een restaurant gigantisch gaan zitten bikken, want hij hoeft zelf toch niet te spelen. Maar desondanks ontspan ik me te weinig. Ik rook te veel, ben er te veel mee bezig.''
|
NRC Webpagina's
3 MEI 1997
|
Bovenkant pagina |