K U N S T
|
NIEUWSSELECTIE
|
In: Amsterdam, Rialto; Den Haag, Haags Filmhuis; Utrecht, 't Hoogt; Eindhoven, Plaza Futura; Nijmegen, Cinemariënburg. Realistische moraliteit uit Luik
Door HANS BEEREKAMP
Een uitzondering vormde C'est arrivé près de chez vous (Rémy Belvaux, 1992), een in Namen gesitueerde briljante satire op de mediagenieke eigenschappen van een seriemoordenaar. De toon van La promesse, de derde lange speelfilm van de Luikse broers Luc en Jean-Pierre Dardenne, is anders, maar de voedingsbodem vergelijkbaar. Na een reeks documentaires en twee buiten België zo goed als onbekende speelfilms, vestigden de gebroeders Dardenne vorig jaar in Cannes en vele andere festivalsteden hun reputatie met een onopgesmukt soort fictie, nagespeelde cinéma vérité met onbekende en/of non-professionele acteurs. In Seraing, een sinds de instorting van de wapenindustrie dommelende voorstad van Luik, steelt de 15-jarige Igor (Jérémie Renier), leerling-automonteur, de portemonnee van een tankende oude dame. Al in de eerste minuten van de film bewijst de jongen te kunnen liegen als de beste. Zijn loopbaan in de garage wordt ernstig op de proef gesteld door het permanente beroep van zijn vader Roger (Olivier Gourmet) op assistentie bij het runnen van een duister bedrijfje. Roger verhuurt kamers aan illegale buitenlanders, vooral uit Oost-Europa en Afrika, regelt hun papieren, bezorgt ze zwart werk en geeft er af en toe een paar aan bij de politie, om zijn contacten daar niet in gevaar te brengen. Een marxistische interpretatie zou zijn dat in het laat-kapitalisme een lompenproletariër leeft van de uitbuiting van in nog lager maatschappelijk aanzien staande paria's. Maar de Dardennes schuwen politieke didactiek, in tegenstelling tot de door hen zichtbaar bewonderde trotzkist Ken Loach; hun film heeft meer met bijvoorbeeld Loach' Raining Stones of Riff-Raff gemeen dan de fysieke gelijkenis van acteur Gourmet met zijn Britse tegenhanger Ricky Tomlinson. Zowel Loach als de broers Dardenne kijken met mededogen en begrip naar het gesjacher van kanslozen in verschillende gradaties van marginaliteit. Loach zegt: deze maatschappij is onmenselijk, laten we haar veranderen. De Dardennes zeggen: de wereld is onmenselijk, maar wonderlijk genoeg is het mogelijk voor een individu een morele keuze te maken. La promesse draait om de initiatie van Igor, kennelijk opgegroeid zonder moeder (er wordt geen enkel keer aan haar afwezigheid gerefereerd), die gedwongen wordt te kiezen voor of tegen zijn vader. Die tracht voor een huurster uit Burkina Faso de dood van haar echtgenoot verborgen te houden. Igor voelt zich verantwoordelijk, wordt geraakt door de compromisloze authenticiteit van de vrouw en stelt een daad, waarvan de consequenties aan het slot van de film open blijven. De kwaliteiten van La promesse, een schijnbaar eenvoudige vertelling, imponeert door de kracht van het bijna in onbruik geraakte filmische realisme. De camera beweegt ongedurig op momenten van fysieke actie, neemt tijd en rust wanneer de handeling tot reflectie van de kijker dwingt. Er zit geen enkele ongeloofwaardige scène in de film; een door vader en zoon samen gezongen liedje in een café lijkt wat al te nadrukkelijk hun onderlinge affectie te willen demonstreren, maar is op zichzelf genomen ook een fraai staaltje van quasi-documentaire intensiteit. Films als La promesse, met hun onbekende hoofdrolspelers, ogenschijnlijk uit het niets komende makers, dicht bij de werkelijkheid blijvende, reële maatschappelijke tragedies signalerende scenario's en een oprechte, eenvoudige stijl, vormen het enige op de lange duur effectieve antwoord van de Europese cinema op de Hollywoodhegemonie. Dit kunnen wij beter dan de Amerikanen, veel beter. Het enige probleem is dat het publiek de weg niet meer zo makkelijk weet te vinden naar films van om de hoek. De Europese film is nog niet dood, maar springlevend, in Seraing.
|
NRC Webpagina's
30 APRIL 1997
|
Bovenkant pagina |