Volendamse ex-wethouder Schilder voelt zich
zondebok
'Ik weet niet hoe ik me verdedigen moet'
Kees Schilder, ex-wethouder voor
Volendam '80, wilde volgens de commissiePolak/Versteden de regels voor
brandpreventie niet uitvoeren. "Onzin", zegt hij.
Door onze redacteur JANNETJE KOELEWIJN
VOLENDAM, 28 MAART. Met starre ogen zit Kees Schilder aan een tafeltje
in hotel Spaander in Volendam. Het is dinsdagmiddag, een uur na de
persconferentie waarin Polak en Versteden hun rapport hebben
gepresenteerd over de brand in café 't Hemeltje. Tussen de regels
door hebben ze hem een groot deel van de schuld gegeven. Schilder was
van 1994 tot eind 1998 wethouder van milieuzaken voor Volendam '80, de
partij 'die het dichtst bij de bevolking staat'. Eerder, vanaf 1982, zat
hij in de gemeenteraad voor Volendam '80. Daar zit hij nu weer in.
Boos is Schilder niet, eerder gelaten. "Vriend en vriendjesmaat hebben
dit rapport geschreven", zegt hij. "Ik móést de schuld
krijgen." Hij heeft eigenlijk geen tijd om te praten, hij heeft een
afspraak in Rotterdam en thuis staat het warme eten op tafel. "Mijn
vrouw slaat me dood als ik niet kom." "Moet ik je vrouw even bellen?",
vraagt de baas van hotel Spaander die hem hoort klagen. Ze kennen elkaar
goed. Schilder is de baas van een botenbedrijf naast het hotel. De
toeristen die hij op en neer naar Marken brengt, eten hun toast met
paling bij Spaander.
"Ik weet niet hoe ik me verdedigen moet", zegt Schilder. "Dit rapport is
dermate smerig, het is zo'n onvoorstelbare aaneenrijging van eh..." Hij
weet niet welke woorden hij ervoor moet gebruiken. Na een paar minuten
staat hij op, hij gaat naar huis. "Als ik daar over een halfuur nog ben,
wil ik wel verder praten", zegt hij.
Een halfuur later springt hij op van de bank, hij was in slaap gevallen.
Zijn huis staat aan de dijk, bij het water. "Ik heb een beetje
hypoglycemie", zegt hij. "En ik heb last van mijn hart." Aan de wanden
hangen afbeeldingen van Maria, trouwfoto's van hun dochters.
"De brandweercommandant van de regio wilde de commandanten in Volendam
en Edam vervangen", zegt Schilder zonder inleiding. Hij praat over 1995,
1996. "De commandant in Volendam zei tegen me: als je dat doet, zijn de
korpsen weg." Volendam en Edam hebben allebei een eigen
vrijwilligerskorps. Over de vervanging van de twee commandanten, zegt
Schilder, was "discussie" in het college van B en W. Andere discussies
kan hij zich niet herinneren. Kende Schilder de commandant van
Volendam? "Tuurlijk", zegt hij. "Dat was Henk Tol. Hij was
één van ons. Dan heb je toch in je achterhoofd:
voorzichtig wezen."
Hij pakt een gele viltstift en begint in een dikke stapel papier strepen
te zetten. Het is het rapport dat zijn partij over de ramp liet maken
door het Purmerendse recherchebureau Secure For You. Hij wijst aan: "Ik
heb me vanaf 1997 ingespannen om een brandpreventiemedewerker aan te
stellen. Kijk, mijn handtekeningen staan er allemaal op." Hij laat
brieven zien van het college van B en W aan de Regionale Brandweer
Waterland en vice versa - eindeloos veel.
Vóór de brand in café 't Hemeltje had hij nooit
ruzie met burgemeester IJsselmuiden. "Na de brand ging hij mij te pas en
te onpas zwartmaken. Hij wílde dat ik de schuld kreeg." Maar het
omgekeerde is waar, zegt hij. "De gemeente heeft vorig jaar al haar
plichten verzuimd." Hij vindt het verstandig van IJsselmuiden dat hij nu
is afgetreden.
De telefoon gaat iedere minuut, Schilder kan geen zin afmaken. Het zijn
journalisten of Volendammers. "Ik krijg de schuld, hè", zegt hij
steeds weer. Hij zucht als het even stil is. "En ik ben niet eens
gehoord door die commissie." Hij heeft geen zin om er nog wat over te
zeggen. Bij de voordeur zegt hij: "De Heer is mijn Herder. Al wat mij
geschiedt, is welgedaan."