Deze Muur doet niemand kwaad
Dit jaar vertrekken de Duitse politici uit Bonn. In het vijfde deel van
een serie over de verhuizing naar Berlijn een verslag van de strijd om
de laatste restjes van de Muur.
Door onze correspondent MICHÈLE DE WAARD
BERLIJN, 23 APRIL. Donderdagavond. Bij de laatste stukken Berlijnse
Muur op de Potsdamer Platz wordt getreurd. Jonge kunstenaars hebben een
ketting van kaarsen neergezet voor de 15 meter lange muur. Een
Trabi rijdt door een geschilderd gat in de muur We
come together (9 november '89). Hoog op de wolkenkrabbers
van Sony en Daimler-Benz timmeren bouwvakkers in het licht van de
schijnwerpers vlijtig door aan het 'nieuwe Berlijn'.
Aan een hek hangt een wit laken met zwarte letters: Der
Senat vernichtet deutsche Geschichte. Deze
week heeft de rechtbank besloten, dat de resten van de oorspronkelijke
Muur op het plein moeten verdwijnen. ,,Waar heeft op de Potsdamer Platz
de Muur gestaan? Nergens. Om 6 uur morgenochtend komen de bulldozers.
Dan zal niemand er meer iets van kunnen terugvinden'', zegt Erich
Stanke.
Stanke is zichtbaar geëmotioneerd. Hij is de eigenaar van de 37
bont beschilderde stukken Muur. In een lange, legergroene jas loopt hij
nerveus op en neer; praat met voorbijgangers, met de pers en met zijn
advocaat. Stanke vecht om zijn Muur te redden. Deze avond wil hij met
kunstenaars bij de stukken steen overnachten. Hij vreest dat de Senaat
anders alles in een Nacht-und-Nebel-actie laat
weghalen.
Erich Stanke is een jonge computerondernemer uit Krefeld, die direct na
de val van de Muur naar Berlijn is getrokken. In die
roerige maanden na 9 november kon je van de Nationale Volksarmee (NVA)
nog voor een 'prikje' - zo'n 1.500 mark - enkele meters beton kopen.
Stanke vond het belangrijk dat een Klagemauer in het hart van de
stad bewaard zou blijven. Potsdamer Platz was tenslotte een van de
belangrijkste grensovergangen tussen Oost en West. Maar toen Berlijn
de hoofdstad werd waar ook de regering zich wilde vestigen, werd de stad
een magneet voor investeerders. Oude panden gaan tegen de vlakte en de
grondprijs, vooral in Mitte waar de Potsdamer Platz ligt, is in
recordtempo gestegen. Ruim 170 miljoen mark zou de grond waard zijn
waarop de Muur van Stanke staat, die nu moet wijken voor een straat.
Bijna negen jaar na de hereniging is van de door Berlijners gehate
Muur vrijwel niets meer terug te vinden. Slechts op vier plaatsen, buiten het centrum, zijn stukken Muur voor de afbraak
behoed en tot 'monument' verheven: in de Bernauer Strasse, de East-
Side-Gallery, de Niederkirchnerstrasse en bij het
Invalidenfriedhof. Van de vele wachttorens hebben alleen die in de
Kieler Strasse en bij het Schlesischer Busch de bulldozers weten te
trotseren.
,,Op dit kruispunt moet een stukje Muur blijven'', zegt Hans Ramm, een
voorbijganger. ,,De Muur was een schandvlek voor de wereld, net als het communisme, dat de rechten van de mens zo gruwelijk heeft geschonden.'' Nie wieder, wordt steeds
gezegd, maar het gebeurt telkens weer, stelt Ramm vast. Hij is
opgegroeid in Berlijn en woont nu in de buurt van Frankfurt.
Telkens als Ramm in de hoofdstad is loopt hij over de Potsdamer Platz om
het adembenemende tempo te zien waarin de stad van zijn jeugd verdwijnt.
Als op dit plein de laatste resten Muur verdwijnen, interesseert het
over enkele jaren niemand meer wat er ooit is gebeurd, vreest Ramm. ,,De
geschiedenis wordt in één klap weggevaagd'', zegt Stanke.
,,Het verre verleden herdenken de Duitsers graag, maar de deling waar
velen nog last van hebben wil Berlijn zo snel mogelijk vergeten.''
Intussen zijn enkele kunstenaars op het beton geklommen. ,,Deze Muur
doet toch niemand kwaad'', roept Utte Donner, een Oost-Berlijnse. In de
roerige novemberdagen danste ze op de Muur. ,,De onzichtbare muur in de
hoofden is veel erger.'' Ze wijst op het vrouwengezicht dat zij op het
beton heeft geschilderd. Het is gevangen in prikkeldraad; de ene helft
is zwart, de andere rood. Het is goed dat de politici komen, zegt ze. In
Bonn krijgen ze niets mee van de spanningen. In Berlijn zijn ze
dagelijks voelbaar. Vanmorgen zes uur. De Muur van Stanke staat nog
fier overeind. Politie, actievoerders en Stankes advocaat zijn druk in
gesprek gewikkeld. Michael Naumann, minister van Cultuur in
Schröders kabinet, vindt ook dat de Muur moet blijven. De
bestuurder van een bulldozer heeft de motor intussen uitgezet. Stanke
zegt hoopvol: ,,Ik blijf vechten voor mijn Muur. Ze zullen me weg moeten
dragen.''