De wachtkamer voor Berlijn kan gesloten
worden
Morgen komt er een einde aan de
'Bonner republiek'. Duitse politici vertrekken deze zomer naar hun
nieuwe hoofdstad: Berlijn. In Bonn speelt een orkest op verzoek van de
Bondsdagvoorzitter een afscheidsstuk: Aufbruch.
Door onze correspondent MICHÈLE DE
WAARD
BONN, 30 JUNI. "U weet wat ze over Bonn zeggen", schreef John le
Carré, de Britse schrijver van spionageromans. "Of het regent of
de spoorbomen zijn dicht. In feite gebeuren beide op hetzelfde moment.
Het is een erg bovennatuurlijke plek; de dromen hebben er de realiteit
vervangen."
Toen Le Carré de stad kort na de Tweede Wereldoorlog bezocht,
stond Bonn nog in de kinderschoenen van de democratie. Deze 'kleine stad
in Duitsland', waarop de eerste naoorlogse kanselier, Konrad Adenauer,
zijn oog had laten vallen, ontwaakte uit de droom toen het in 1949 de
nieuwe hoofdstad werd. Een voorlopige hoofdstad, waar Adenauer
aanvankelijk vanuit het museum Koenig regeerde en een minister in een
treincoupé (adres: spoor 4) op het station woonde. Bonn was
immers de 'wachtkamer' voor Berlijn.
Nu in Bonn vijftig jaar lang het hart van de democratische politiek
heeft getikt, verlaten de politici de gemoedelijke universiteitsstad,
waar de Romeinen en Beethoven hun sporen hebben achtergelaten. Deze week
kunnen de parlementariërs voor de laatste keer na hun werk op de
pont naar Königswinter varen om aan de overkant van de rivier, aan
de voet van de Drachenfels, de zon achter de heuvels te zien ondergaan.
Morgen sluit president Roman Herzog de glazen Bondsdag - symbool voor de
openheid van de jonge democratie - en draagt hij aan Johannes Rau het
hoogste ambt over. Met een groot feest op de markt zal Rau de burgers
bedanken voor de 'Bonner republiek', die in de provincie is ontstaan als
antwoord op de grootheidswaan van Hitler. Een bescheiden republiek, want
grandeur is Bonn - waar joggende politici elkaar bij het ochtendgloren
op het smalle pad langs de Rijn passeren - geheel vreemd.
Bonn is een 'werkelijke en gelukte breuk' in de moderne geschiedenis van
Duitsland, schrijft Joschka Fischer, de groene minister van Buitenlandse
Zaken, in zijn 'Adieu aan Bonn' (Warum war es
am Rhein so schön?). Want juist in
Duitsland is iedere poging tot democratie - van 1814, 1918 en 1933, maar
ook die van 1953 in Oost-Duitsland - telkens jammerlijk mislukt. Het
jaar 1989, toen de Berlijnse Muur viel, leverde volgens Fischer de
succesvolle democratische revolutie op die leidde tot de Berlijnse
Republiek.
Om de moed er in te houden zal het symfonieorkest uit Bamberg op het
marktplein op verzoek van de Bondsdagvoorzitter een afscheidsstuk
opvoeren: 'Aufbruch'. Daarna sluiten de parlementariërs hun kantoor
en pakken hun koffer.
Bye bye Bonn, op naar Berlijn. Er heerst een zweem van
weemoed aan de Rijn - en van verdriet.
Bonn heeft het gejammer achter zich gelaten
De serveerster van de 'Presseclub' is per 1 juli haar baan kwijt. De
verkoopster in de boekhandel bij de Bondsdag moet met vervroegd
pensioen. Op de ramen van de negentiende-eeuwse villa's van de
deelstaten staan borden 'Büroflchen zu vermieten'. Even verderop
aan de rivier liggen de tennisbanen van de inmiddels gesloten
Amerikaanse Club er verlaten bij. Jürgen Rausch, eigenaar van de
kiosk 'met ijs' bij Gerhard Schröders bondskanselarij, zal het
meest de roddels missen die chauffeurs en secretaressen van de 'hoge
heren' hem 's morgens tussen 6 en 7 uur graag vertellen als ze een
Bild of Frankfurter Allgemeine Zeitung voor
hun baas kopen. "Bonn zal alle glans verliezen", zegt een oud-diplomaat
melancholisch, die met de politici, ambtenaren, journalisten en 151
ambassades ook de internationale flair van de stad ziet verdwijnen. Hij
figureerde op de talrijke recepties in de villawijken tussen Bonn en
Bad Godesberg, die Heinrich Böll inspireerden tot een beroemde
roman over het levenloze leven van diplomatenvrouwen.
Maar burgemeester Brbel Dieckmann is vechtlustig. Ze heeft er alle
vertrouwen in dat de stad de aderlating te boven zal komen. "Het licht
gaat hier niet uit." Aanvankelijk was de schok groot toen het parlement
op 20 juni 1991, een jaar na de Duitse hereniging, besloot Bonn voor
Berlijn in te ruilen als politieke hoofdstad. Bonn zou verworden tot de
'eeuwige provincie'. De onroerendgoedmarkt zou inzakken en de
werkloosheid dreigde met sprongen te stijgen. Toen het stadsbestuur
bekendmaakte dat het was gelukt het VN-secretariaat voor behoud van de
vleermuis aan te trekken - goed voor het 'internationale karakter' van
Bonn - zonk menigeen de moed in de schoenen. Acht jaar later heeft zich
in de 'Bundeshauptstadt' een klein wonder voltrokken. Nog voordat de
verhuiskaravaan de stad heeft verlaten, beleeft Bonn een renaissance.
Het gaat de kleine stad aan de Rijn zo goed als nooit tevoren, merkte
de voorzitter van de Kamer van Koophandel onlangs op. Net als Berlijn
is ook Bonn een bouwput geworden. Wegen en gebouwen worden gerenoveerd
en langs de rivier wordt volop getimmerd aan nieuwe woningen. Zelfs het
treurige karkas van het Schürmann-bouwwerk, dat jaren middenin de
regeringswijk lag nadat het door een constructiefout onder water was
gelopen, wordt herbouwd zodat de radiomedewerkers van 'Deutsche Welle'
uit Keulen er hun intrek kunnen nemen.
"Natuurlijk verdwijnt er glamour als de politici weg zijn", zegt Werner
D'hein van de stad Bonn. "Maar we hebben in 1991 gezegd: het lukt ons
ook zonder jullie. We willen de sprong maken van politieke stad naar
een modern internationaal dienstencentrum." Onder leiding van
burgemeester Dieckmann heeft Bonn de laatste jaren met succes geworven
en gelobbyd. De komst van Deutsche Telekom, de grootste werkgever, de
Deutsche Post en Bank 24 hebben intussen honderden nieuwe bedrijven
gelokt. Nieuwkomers zijn in aantocht: VN-organisaties, de
wetenschappelijke 'denkfabriek' Caesar, softwarebedrijven en
verzekeraars.
"Bonn is een Boomtown geworden", grijnst Werner D'hein.
Ondernemers hebben de laatste jaren voor ruim drie miljard mark in
nieuwe activiteiten geïnvesteerd, waardoor 10.000 nieuwe banen
zijn ontstaan. Het aantal werklozen is met 7,3 procent aanzienlijk
lager dan de 10,9 procent in Noordrijn-Westfalen of de bijna 20 procent
in Oost-Duitsland.
Het grootste deel van de 14.000 arbeidsplaatsen, die Bonn door de
verhuizing van de politiek zal verliezen, is daarmee al gecompenseerd.
Bovendien blijft de helft van de ministeries in Bonn zoals Landbouw,
Ontwikkelingshulp, Milieu, Defensie, Onderwijs en Gezondheidszorg.
Ook de gevreesde leegstand op de onroerendgoedmarkt heeft zich niet
voltrokken. De Friedrich Ebertallee is hard op weg een 'Ron
Sommerallee' te worden. Als een octopus koopt topman Sommer van Telekom
gebouwen in de straat op zoals het hoofdkantoor van de CDU en de Britse
ambassade. Slechts 1,5 procent van de kantoren in Bonn staat leeg,
berekent makelaar Rolf Dieter Limbach; in Berlijn is dat 18 procent en
in Leipzig 31 procent. Bonn is voorbereid op het vertrek van de
politiek. "Het gejammer hebben we achter ons gelaten", zegt de
burgemeester, die op geen receptie in Bonn en Berlijn is weg te denken.
Zelfs het protest van de boze-burgeractiegroep Bürger
Bund Bonn, die sinds het Berlijn-besluit elke donderdag
protesteert, is verstomd. Enkele tegenstanders blijven hardnekkig en
hebben de lantaarnpalen op de Konrad Adenauerallee langs het
regeringscentrum volgeplakt: 'Berliner Republik?
Nein, Danke'.
DOSSIER voorgaande delen www.nrc.nl
Dit is het negende, laatste deel van de serie 'Umzug Berlin'