De kunst in Duitsland slaapt, op die in Berlijn
na
Dit jaar verhuizen de Duitse
politici uit Bonn. In het achtste deel van een serie over de 'Umzug'
naar Berlijn de pionierende galeriehouders.
Door onze correspondent MICHELE DE WAARD
BERLIJN, 8 JUNI. In de galerie van Matthias Arndt wordt gezaagd,
getimmerd en geschilderd. In afwachting van een tentoonstelling van de
Franse kunstenares Sophie Calle, die van de roman Leviathan van
Paul Auster een spel heeft gemaakt. "Veelbelovend", oordeelt Arndt. Ruim
anderhalf jaar geleden verkocht hij vrijwel niets. "Toen we ons in
Mitte, in de Auguststrasse vestigden, verklaarden collega's me voor gek.
Nu draait de galerie op volle toeren. Het oostelijk deel van de stad
werkt als een magneet. We hebben elke zes weken een nieuwe expositie
én veel kooplustige klanten".
Mathias Arndt (31) is een van de jonge galeriehouders in Duitsland die
na de val van de Muur op ontdekkingstocht gingen in Oost-Berlijn, in het
zogeheten Scheunenviertel - de vroegere joodse wijk, genoemd naar
de Scheunen (schuren) waar vooral arme Oost-Europese joden zich
vestigden. De voormalige industriële wijk met zijn smalle straten
en oude panden, waarachter vele hofjes schuilen, oefent grote
aantrekkingskracht uit op jongeren. Op de binnenplaatsen waar voorheen
de machinewerkplaatsen zaten, hebben talrijke kunstenaars, mode-
ontwerpers, hoedenmakers en andere ambachtslieden een onderkomen
gevonden. De Hackesche Höfe is met negen hofjes, waar winkels,
galeries en antiquairs huizen, zo'n trekpleister geworden, dat al
eenzelfde complex is opgetrokken.
In hoog tempo nemen advocaten, architecten, software-ondernemers en
bankiers bezit van gerenoveerde appartementen en kantoren in het
Scheunenviertel. Het zijn pioniers, tussen de 25 en 40 jaar, die een
bedrijf beginnen. Met hun ondernemersgeest, hun trendy outfit en
Daimler-cabrio's zijn deze Neuberliner dankbare klanten voor
Matthias Arndt. Niet alleen omdat ze kapitaalkrachtig zijn, maar ze
hebben dezelfde 'innovatieve geest' als kunstenaars en zijn bereid
risico's te nemen, vindt hij.
"Na de val van de Muur is Berlijn van zijn provinciale eilandenbestaan
verlost", stelt Arndt vast. "Een onvruchtbaar verklaarde akker heeft een
bloeiend landschap voortgebracht." De Duitse hoofdstad beschikt volgens
hem over een van de actiefste Kunstszenen van Europa. Alleen al
het aantal galeries in Mitte is de laatste vier jaar verveelvoudigd tot
vijftig, vooral in de omgeving van de Auguststrasse.
Zelf wordt Arndt tot de gerenommeerde galeriehouders gerekend, die er in
enkele jaren in zijn geslaagd nationaal en internationaal een reputatie
op te bouwen. Hij is net terug uit Chicago, waar het cultureel 'broeit',
maar in Europa zitten zijn meeste klanten, vooral in België en
Nederland. Arndt heeft een veelzijdige groep kunstenaars aan zich
verbonden uit Duitsland, Frankrijk, Japan, Zwitserland en Noorwegen
zoals Sophie Calle, Thomas Hirschhorn en Bjarne Melgaard.
Arndt begon vijf jaar geleden met een klein startkapitaal en verkocht
werken van luttele duizenden marken. Recent raakte hij het
'Bernsteinzimmer' van de Zwitserse kunstenaar Hirschhorn kwijt voor
honderdduizend mark een installatiekunstwerk van hout, plexiglas,
neonlicht en veel rood plastic. En de Bondsdag heeft een foto-serie van
Sophie Calle gekocht over het communistische verleden. Zodra kanselier
Schröder in Berlijn woont, krijgt de kunstwereld een "extra
impuls", verwacht Arndt.
Verreweg de prominentste Oost-Duitser in de omgeving van de
Auguststrasse is Gerd Harry Lybke, die al voor de hereniging in Leipzig
galerie Eigen + Art had opgericht voor avant-gardistische DDR-
kunstenaars. "Iedereen hoort graag dat ik het uit politieke overtuiging
deed of uit protest. Maar ik opende de galerie gewoon uit verveling",
zegt de 38-jarige Lybke laconiek. Hij geldt als excentriekeling in de
galeriewereld van Mitte, een culturele waaghals, die allerlei
kunstsoorten exposeert ("alles wat kwaliteit heeft"). Voor Lybke, die
zijn klanten over de hele wereld heeft, is Berlijn "de enige stad" in
Duitsland waar in deze sector iets gebeurt. Jonge mensen met ideeën
trekken naar Berlijn, "de rest slaapt".
Overspannen verwachtingen heeft Lybke niet van de Umzug. Zelf
rekent hij vooral de jonge generatie verzamelaars onder zijn klanten.
"Politici en diplomaten zijn voor mij het minst interessant. Te oud, te
gevestigd." Ook zijn collega Harm Steinbach nuanceert de overspannen
verwachtingen in Mitte van 'de Bonners'. Uiteraard exposeert hij als
galeriehouder in Mitte, maar ook in het West-Berlijnse Charlottenburg.
"Het is net als in New York, je moet downtown en uptown
vertegenwoord zijn." In Mitte mogen in snel tempo nieuwe rijken
ontstaan. "Het 'oude geld' zit altijd nog in het Westen."