Toegang tot netwerk twistpunt
Kabelmaatschappijen moeten hun
netwerk openstellen voor tv-zenders. Maar onafhankelijke
internetaanbieders hebben het moeilijker.
Door onze redacteur MICHIEL VAN NIEUWSTADT
DEN HAAG, 25 MEI. Kabelmaatschappij UPC maakt een lastige spagaat dezer
dagen. Enerzijds moet ze miljardeninvesteringen in haar kabelnetten
rechtvaardigen door erop te wijzen dat digitale televisie en internet
via de kabel geheide kaskrakers zijn. De verschrompelde koers van UPC
toont aan dat beleggers daaraan twijfelen. Aan de andere kant moet UPC
duidelijk maken dat haar alleenheerschappij over de kabelaansluiting van
bijna elk woonhuis in Nederland niet zomaar uitmondt in vette winsten.
Mocht die indruk ontstaan, dan dreigt immers strenge regelgeving vanuit
Den Haag. Hoe belangrijk het juridische kader is voor UPC bleek vorige
maand uit een kabinetsnotitie met voorstellen voor regulering van de
kabelbranche. Het persbureau Dow Jones concludeerde uit het document dat
de regering toegang tot de kabel met harde hand zou afdwingen.
"Binnen een uur klapte de koers met 15 procent in", zegt juridisch
directeur M.Kohnstamm van UPC. "Ik heb uren aan de telefoon gezeten om
alles uit te leggen."
In de praktijk zal de concurrentie niet zomaar toegang krijgen tot het
UPC-kabelnet, zo bleek gisteren nog eens in een discussie op het Haagse
hoofdkantoor van de Consumentenbond. Die gedachtewisseling liep vooruit
op een Kamerdebat, dat op zijn vroegst volgende week plaatsheeft.
Het kabinet eist dat kabelexploitanten zich beperken tot 'een redelijke
winstmarge' als zij hun netwerk aan televisiezenders ter beschikking
stellen. Als dit niet lukt in de gewone, commerciële
onderhandelingen, dan moet de toezichthouder op de telecommunicatiemarkt
Opta ingrijpen. "We moeten keiharde grenzen stellen waarbinnen we
geschillen beslechten", zei staatssecretaris Van der Ploeg (Cultuur)
gisteren.
Internetaanbieders die toegang willen tot andermans kabelnet hebben het
veel moeilijker dan tv-zenders. Veelzeggend is het relaas van XS4All,
dochter van KPN, en het Finse Sonera. Beide bedrijven zeggen dat hun
experimenten met internetten via de kabel stuklopen omdat
kabelmaatschappijen de voorkeur geven aan internetaanbieders waarin zij
zelf een belang hebben.
Sonera zag zich naar eigen zeggen al gedwongen zijn activiteiten te
staken in Nijmegen. Volgens juridisch adviseur R. van Bommel wacht het
met spanning af wat er gebeurt als in Rotterdam een contract afloopt met
het onlangs door UPC overgenomen Eneco.
XS4All ziet zich volgens plaatsvervangend directeur S. Hania gedwongen
110 klanten op het Amstelveense kabelnet - onlangs overgenomen door
Casema - te laten overstappen op snel internetten via de telefoon. Deze
zogeheten DSL-dienst wordt aangeboden door het moederbedrijf KPN van
XS4All. Volgens Hania heeft XS4All zowel bij Opta als bij de Nederlandse
Mededingingsautoriteit (NMa) geïnformeerd naar de kansen van een
bezwaarprocedure. "Opta heeft hierover geen zeggenschap", zegt Hania.
"Ze vonden dat we een procedure moesten beginnen zodat de grenzen aan
hun rol formeel duidelijk zouden worden. Dat leek ons niet zinvol."
Bij de NMa zou XS4All volgens Hania moeten aantonen dat UPC een
monopoliepositie heeft op de internetmarkt. Hania: "Wij zouden moeten
bewijzen dat UPC de prijs zonder onze concurrentie met ten minste tien
procent zou kunnen opschroeven. Onbegonnen werk."
Zowel Casema, exploitant van de internetdienst Wanadoo, als UPC,
moederbedrijf van Chello, wil de eigen dienstverlening voorrang geven.
"Wij hebben de revenuen van onze diensten hard nodig om onze
investeringen op het netwerk terug te verdienen", zegt UPC-adviseur
Kohnstamm.
Voorzitter T. Maes van de branchevereniging van kabelbezitters Vecai
illustreerde gisteren met een anekdote dat op de kabel eigenlijk maar
ruimte is voor één internetaanbieder tegelijk. De
gemeenteraad van Gouda nodigde, vertelt hij, "alle internetaanbieders"
uit hun diensten via het Goudse net te leveren. "Ze wilden allemaal,
maar ook allemaal op voorwaarde van exclusiviteit", zegt Maes. "De enige
aanbieder die geen exclusiviteit eiste zit er nu als enige op. Blijkbaar
is het niet zo raar dat je dergelijke eisen stelt op het vlak van nieuwe
diensten wanneer je in de ontwikkeling daarvan investeert."
In tegenstelling tot de kabelmaatschappijen is KPN wél gedwongen
concurrenten toe te laten op zijn telefoonnetwerk. Volgens directeur R.
Langezaal van KPN Telecommerce (onder meer Planet Internet en XS4All) is
dat een scheve situatie.
Dat KPN als dominante marktpartij gebonden is aan stringenter regels is
juist terecht, meent Maes van de Vecai: "Van de drie miljoen
internetgebruikers in Nederland maken er misschien honderd- tot
honderdvijftigduizend gebruik van de kabel. De rest is nog voor een
groot deel afhankelijk van KPN. Op de dienstenmarkt heeft KPN een
aandeel van 40 of 50 procent. Als je KPN met zijn internetdiensten
toegang geeft tot het netwerk van de kabelmaatschappijen, maak je de
dominante positie van KPN alleen maar sterker."
Komt KPN het netwerk van UPC niet op, dan zal de concurrentieslag tussen
beide bedrijven niet zozeer plaatshebben óp elkaars netten, maar
vooral tússen het kabel- en het telefoonnet. Staatssecretaris Van
der Ploeg maakte gisteren duidelijk dat hij nog twijfelt welke vorm van
concurrentie beter is. Hij balanceert, zo zei hij gisteren, "nog op het
randje tussen die twee dingen" en wil zich "nog verder laten
informeren". Voorlopig is de hete aardappel doorgeschoven naar
toezichthouders NMa en Opta, die volgens de kabelnotitie zouden moeten
adviseren over de kwestie. Misschien is het maar gelukkig voor het
kabinet dat het slechts beperkte speelruimte heeft. Nederland moet
immers opereren binnen de kaders van de Brusselse regelgeving.
Nauwelijks een week na de kabelnotitie zag een document van de Europese
Unie het licht waarin Brussel aangeeft dat regels moeten worden
afgestemd op de machtspositie van aanbieders op hun netwerk. Kohnstamm
van UPC: "Die kabelnota is mooi, maar laten we in de pas blijven lopen
bij wat in Europa bepaald wordt."