Nationalistisch Turkije
IN TURKIJE VIERT het nationalisme hoogtij, zo hebben de
parlementsverkiezingen overduidelijk gemaakt. Beide grote winnaars zijn
zeer nationalistische partijen - de een van links (premier Ecevits
Democratisch Links), de ander van extreem-rechts (de Partij van
Nationalistische Actie). Corruptieschandalen bij andere partijen, de
gevangenneming van de Koerdische separatistenleider Abdullah Öcalan
en een door aanslagen groeiend anti-Koerdische stemming hebben tot deze
verkiezingsuitslag bijgedragen. Maar meer nog weerspiegelt de
overwinning van de nationalisten hoezeer Turkije zich de laatste jaren
naar binnen heeft gekeerd en zich op zijn Turk-zijn heeft
teruggetrokken.
Deze ontwikkeling heeft zeker te maken met Turkijes ongemakkelijke
verhouding tot Europa, te kenschetsen als die van afgewezen minnaar tot
zijn uitverkorene. Langer dan welk ander land ook had Turkije naar het
lidmaatschap van de Europese Unie gedongen. Des te harder kwam in 1997
het Europese besluit aan om het land niet bij te schrijven op de lange
lijst van aspirant-leden. Het was met name het werk van de Duitse
kanselier Kohl, die openlijk had verklaard dat Turkije niet paste bij de
culturele, humanitaire en christelijke waarden van Europa - en van
Griekenland, dat als het om Turkije gaat altijd automatisch obstructie
pleegt.
Een plaats op de lijst van aspiranten zou geenszins tot snelle
toetreding van Turkije tot de Europese Unie hebben geleid. De gebrekkige
democratie in het land, de staat van de rechten van de mens inclusief de
Koerdische kwestie, en de economische toestand staan lidmaatschap nog
lange tijd in de weg, zo erkennen ook de Turkse leiders. Omgekeerd
verloor Europa door zijn besluit greep op de Turkse rechten van de
mens - zoals het vorig jaar door Koerdenleider Öcalan koste wat het
kost buiten de deur te houden feitelijk het recht verloor zich met de
Turkse Koerdenpolitiek te bemoeien.
Niet ten onrechte klaagde Turkije dat het in de Koude Oorlog wel goed
genoeg was geweest om op de NAVO- zuid flank Europa te verdedigen
tegen het Sovjet-gevaar. Als een werkelijke vernedering werd gevoeld dat
de Europese Unie nu voorrang gaf aan Oost-Europese landen waartegen het
in die tijd het Westen moest verdedigen. Turkije voelde zich behandeld
als 'bananenrepubliek' en zag een 'nieuwe Berlijnse Muur' opgetrokken
worden. De kiezers hebben zondag hun eigen antwoord gegeven.
EEN ANDER opmerkelijk aspect van deze verkiezingen is het zware verlies
van de moslim-fundamentalistische Partij van de Deugd. Het rekent af met
het vaak verkondigde cliché dat fundamentalisten altijd opbloeien
op economische en sociale misère en die andere waan van de dag,
dat het fundamentalisme het Midden-Oosten overspoelt. Uit de
verkiezingen van 1995 kwamen de fundamentalisten nog als grootste
tevoorschijn - nu eindigden zij ruim achter de nationalisten op de derde
plaats, hoewel de sociaal-economische toestand er voor de Turkse
onderlagen niet op is vooruitgegaan. Onenigheid binnen de partij en een
onduidelijke koers hebben veel kiezers alweer verdreven en het
spookbeeld van een Islamitische Republiek Turkije verjaagd.
Maar in plaats van dat imaginaire fundamentalistische Turkije is er nu
een tastbaar nationalistisch Turkije, en dat brengt zijn eigen gevaren
met zich mee. Het is duidelijk dat een door nationalisten gedomineerde
regering - en die komt er gezien de verkiezingsresultaten onvermijdelijk
- misschien wel een oplossing van de Koerdische kwestie wil, maar dat
zal er dan een zijn via de confrontatie. Ook ten aanzien van Griekenland
en het in een Griekse en Turkse zone verdeelde Cyprus zal een veel
hardere koers worden uitgezet. Turkije wordt een groter probleem voor
Europa dan het al was.