|
Cahier veiling mobiele-telefoniefrequenties Organogram van de Nederlandse telecomsector
|
Blote billen
Door Wynold Verwey
Een beursgang is een zorgvuldig geregisseerde opera-bouffe, waarbij schijn koning is en werkelijkheid voor nar speelt. De inzet is een zo hoog mogelijke beurskoers voor de onderneming die de nieuwe aandelen uitgeeft. De banken, in het geval van Orange maar liefst 22, verdienen het meest indien de koers hoog is. Het management van de onderneming heeft eveneens baat bij een hoge koers, al was het maar omdat daaruit blijkt dat de onderneming veel waard is. De beleggers baseren de informatie die zij voor hun aankoopbeslissing nodig hebben op rapporten van financiële analisten. Hier wringt de schoen. De analisten zijn namelijk niet geheel onafhankelijk. Die van de begeleidende banken zijn dat van nature niet - zij dienen immers een commercieel belang -maar de andere deskundigen staan eveneens in een kwade reuk. De praktijk wijst namelijk uit dat analisten veel meer koop- dan verkoopaanbevelingen geven. Zacks Investment Research heeft onlangs 8.000 adviezen over aandelentransacties in de grootste Amerikaanse ondernemingen bekeken. De uitkomst was dat in slechts 0,36 procent sprake was van een verkoopadvies. Uit ander onderzoek blijkt dat die zeldzame verkoopadviezen hoofdzakelijk worden gegeven door banken die weinig aandelenuitgiften begeleiden. In de Wall Street Journal is een analist daarover glashelder. 'Wij worden niet betaald voor verkoopadviezen. Het is onwaarschijnlijk dat zo'n advies veel handel oplevert. Stel, je geeft een verkoopadvies aan een klant die al zijn spaargeld erin heeft zitten. Dat lijkt wel alsof je zijn eerste kindje bedreigt. Het gebrek aan onafhankelijkheid van analisten leidt tot een speciale behandeling van de kant van beursgenoteerde ondernemingen. Bijeenkomsten met analisten en financiële directeuren zijn geplaveid met koude buffetten en 'bijzondere attenties'. Bij veel ondernemingen krijgen analisten meer en betere informatie toegespeeld dan financiële journalisten. Het misverstand dat analisten en journalisten elkaar niet zouden kennen is nog altijd heel hardnekkig. Bij een beursgang staat bijzonder veel op het spel. Orange hoopt 7 miljard euro (ruim 15 miljard gulden) op te halen. Het is logisch dat de betrokken onderneming uiterst zorgvuldig omgaat met informatie naar buiten. Vrijwel alles is koersgevoelig. Een grammetje teveel optimisme is een enkele reis rechtszaal. De Belgische bierbrouwer Interbrew, die gedurende zijn beursgang iets te luchtig deed over de inmiddels mislukte overname van het Britse Bass, loopt nu spitsroeden. De periode vóór een beursgang bestaat uit misverstand, zenuwen en verwarring. Dat geldt dubbel voor de telecommunicatiesector, waar de beurskoersen laten zien dat de wetten van de zwaartekracht nog niet zijn afgeschaft. Het is dan ook een plicht tegenover de huidige en toekomstige aandeelhouders dat Orange als een kloek op zijn informatie zit. Maar de eis dat onafhankelijke analisten hun rapportage eerst door Orange moeten laten goedkeuren is merkwaardig omdat het bedrijf daarmee te kennen geeft dat de zelfverstrekte informatie voor diverse uitleg vatbaar is. Veel analisten hebben intussen een verklaring getekend dat zij zich aan de nieuwe spelregels zullen houden. Anderen hebben dat nog niet gedaan. Zij denken daarmee sterker en onafhankelijker te staan. Niemand gelooft dat Orange zichzelf met dit soort restricties een dienst bewijst. Een en ander kan leiden tot een misplaatst soort zelf-censuur die de kwaliteit van de informatie niet ten goede komt. Bovendien is er nog nooit een afdoende methode gevonden om informatie achteraf bij te sturen. Off- the-record, oftewel vertrouwelijke informatie, is aan deze kant van wereld een illusie. Er wordt altijd en overal gelekt. Verder roept Orange nu over zich af dat de rapportage die uiteindelijk wél naar buiten komt haar zegen heeft. Je zou van minder wakker liggen. De oplossing is heel eenvoudig. Zorg ervoor dat de informatie die aan mensen buiten het bedrijf (analisten, journalisten) wordt verstrekt in alle gevallen de toets van de kritiek kan doorstaan. Er is maar één criterium: wil ik wat ik dadelijk ga zeggen straks in de krant lezen? Zo ja, laat maar ho ren. Zo nee, zeg niets. Dat is een kwestie van interne organisatie, die het management geacht wordt in de hand te hebben. Je gaat sowieso met je billen bloot, maar dan tenminste op een manier die voor alle partijen esthetisch verantwoord is.
|
NRC Webpagina's 9 januari 2001
|
Bovenkant pagina |
|