|
Cahier veiling mobiele-telefoniefrequenties Organogram van de Nederlandse telecomsector
|
Vergunning UMTS mocht 'mank' zijn
DEN HAAG, 5 SEPT. Er was op die turbulente ochtend van de 6e juli voor staatssecretaris Monique de Vries geen weg meer terug. De veiling van vijf vergunningen voor de opvolging van de huidige GSM-telefoons moest van start gaan. Juridisch was er geen andere mogelijkheid, zei ze gisteren. De Vries zat in de val. Het aantal deelnemers aan de UMTS- veiling was schrikbarend snel gedaald. Van 15, naar tien naar acht. En nu, luttele momenten voor de veiling, trokken zich nog eens twee deelnemers terug. Aan de start verschenen uiteindelijk zes bieders voor vijf vergunningen. Dat zou geen felle strijd opleveren: er hoefde maar één partij op te geven en de veiling was voorbij. De opbrengst van de veiling zou nooit bijzonder hoog worden. Ook al was winstmaximalisatie niet het hoogste doel, het was toch prettig geweest als ze de veiling die ochtend had kunnen opschorten en mogelijk zelfs aanpassen. Maar de veilingregels voorzagen niet in een nooduitgang. Het ontbreken van een 'noodrem' was de enige kritiek die De Vries en minister Zalm gisteren op hun veilingontwerp toelieten. Maar de fout is al veel eerder gemaakt: een andere veilingopzet had kunnen voorkomen dat De Vries het slachtoffer van haar eigen ontwerp werd. De Vries had niet zelf het aantal te veilen kavels moeten vaststellen, maar dat moeten overlaten aan de strijdende partijen. Die optie stuitte weliswaar op technische bezwaren, maar de Duitse veiling in augustus heeft inmiddels aangetoond dat deze maar betrekkelijk zijn. Het aantal bieders dat aan de start verscheen had De Vries uiteindelijk niet zelf in de hand. Wél kon ze het zelf het aantal te veilen vergunningen bepalen. Ze had vier opties: vier, vijf of zes vergunningen uitschrijven of het aantal en de omvang van de vergunningen overlaten aan het biedproces op de veiling. Na uitvoerig overleg met de Nederlandse industrie koos De Vries voor vijf vergunningen. Alle bestaande aanbieders van GSM-telefonie zouden zo een kans maken op een vergunning en daarmee op een kans om te overleven. Nederland heeft 145 megaherz frequentie-ruimte te verdelen; dat is internationaal zo afgesproken. Het ministerie stelt, ook in de toelichting gisteren, dat het de aanbevelingen van het in Dublin gevestigde UMTS-forum heeft opgevolgd. Volgens het forum was 35 Megahertz per operator ideaal, en 25 megahertz het technische minimum. Een zesde vergunning was daarom niet mogelijk, zegt het Nederlandse ministerie, omdat een zesde vergunning een blok van 20 megahertz zou zijn geworden. (145=5 keer 25 plus 20). "Je hebt dan een 'manke' vergunning", aldus top-ambtenaar A. Driedonks van Verkeer en Waterstaat gisteren in de marge van de toelichting. In Duitsland had Viag Interkom ruim drie keer de Nederlandse veilingopbrengst (18,5 miljard gulden) over voor een 'manke' vergunning van 20 megahertz. Driedonks: "Dat heeft ons ook verrast. Maar ik verwacht dat daarmee moeilijkheden zullen ontstaan." Heeft Viag in Duitsland een miskoop gedaan? Dat moet nog maar blijken, zegt Josef-Franz Huber, de Duitse vice-voorzitter van het UMTS-forum. "Met 20 megahertz kunnen minder hoge snelheden worden bereikt dan met 25 megahertz, " maar dat kan met allerlei technieken worden gecompenseerd." Huber denkt dat er met 20 Megahertz voor consumenten zeer acceptabele snelheden kunnen worden bereikt. Hij verwacht dat Viag Interkom niet in de problemen komt, tenzij de anderen in een vroeg stadium gaan stunten met hoge snelheden en lage prijzen. Eerder dit jaar spraken overheden in Istanboel tijdens de Wereld Radio Conferentie af dat er rond 2006 extra frequentie-ruimte vrijkomt voor UMTS. Het moet voor Viag geen probleem zijn om tot die tijd te 'overwinteren', aldus Huber. Bovendien heeft Viag al een GSM-netwerk opgetuigd in Duitsland. In de overwegingen van het UMTS-forum zijn dergelijke voordelen niet meegenomen, beaamt Huber: "We zijn bij ons advies uitgegaan van pure UMTS-operators, zonder GSM-netwerk." De partijen in Nederland met een UMTS-vergunningen hebben allemaal een GSM-netwerk. Een 'manke' vergunning zou ook voor hen meer dan genoeg zijn geweest. Het is opmerkelijk dat dit de overheid "verrast". De Viag-aankoop in Duitsland werpt de vraag op of de Nederlandse overheid, als verkopende partij, niet zelf meer onderzoek had moeten doen naar de specifieke kenmerken van het product dat ze naar de veiling bracht. Met een beter onderzoek en een ander veilingontwerp was de opbrengst hoger geweest. Het doel van een veiling is immers niet alleen om een schaars goed te verdelen, maar ook om de bieders te verlokken dat te betalen wat ze er daadwerkelijk voor over hebben. "Door partijen te laten bieden worden ze gedwongen hun daadwerkelijke waardering voor het schaarse recht (om frequentues te gebruiken) kenbaar te maken", zo schrijft het ministerie zelf in een toelichting van 37 pagina's. Zijn de partijen daartoe verlokt en gedwongen? Nee, zo valt op te maken uit de woorden van bestuursvoorzitter Paul Smits van KPN. "Het prijskaartje dat uiteindelijk aan de frequentie hing, paste ruim binnen ons business-plan", zei hij onlangs in een interview met de computerkrant Computable. "We hebben natuurlijk van tevoren de prijs vastgesteld die we bereid zouden zijn te betalen, en we zijn blij dat we daar ruim onder zijn gebleven."
|
NRC Webpagina's 5 september 2000
|
Bovenkant pagina |
|