Winst op benzine rekbaar begrip
Shell en minister Zalm
ruziën over de precieze winst die olie-maatschappijen maken op
benzine. Wie heeft gelijk? Dat is afhankelijk van de definitie van het
begrip winst. Ook zit winst verscholen in de distributie.
Door onze redacteuren KAREL BERKHOUT en ERIK VAN DER
WALLE
ROTTERDAM, 13 SEPT. De actie van Koninklijke/Shell Groep om de schuld
voor de hoge brandstofprijs in de schoenen van de overheid te schuiven
is als een granaat ontploft in het gezicht van de oliemaatschappij. De
verantwoordelijke ministers, en met name Zalm (Financiën) lijken er
namelijk in te zijn geslaagd om de discussie te verplaatsen van het
spekken van de schatkist naar de winsten van de oliemaatschappijen.
Shell Nederland is na opmerkingen van de Europese Commissaris Palacio
(Energie & Transport) een felle advertentiecampagne begonnen, waarin
wordt gewezen op de accijnzen en btw waarmee de overheid het
leeuwendeel van de benzine- en brandstofprijzen opslokt. In de
advertentie, die gisteren in de Tweede Kamer werd geridiculiseerd door
de bewindslieden, geeft Shell aan per liter ongeveer 3 cent te
verdienen.
| Zalm wees echter op het feit dat de 'kale' benzine-prijs van Shell (dus zonder belastingen) in Nederland hoger ligt dan elders in Europa. Dat
betekent dat Shell òf elders verlies maakt òf in
Nederland een overwinst boekt. Zalm houdt het op het laatste en noemt
dat als een van de redenen om de belasting op de brandstof niet te
verminderen. Shell houdt ook bij navraag vast aan de eigen voorstelling
van zaken en vindt de lezing van Zalm onjuist.
|
Wie heeft gelijk, Zalm of Shell? Dat is afhankelijk van de definitie van
het begrip 'winst'. Kort gezegd is de 'winst' datgene wat een bedrijf
overhoudt 'onder de streep' overhoudt van de opbrengsten na aftrek van
alle kosten. Maar zowel kosten als opbrengsten zijn geen
onveranderlijke grootheden, zeker niet binnen een gigantisch concern
als Shell met zijn verschillende werkmaatschappijen die zaken met elkaar
doen.
De winst van 3 cent op een benzineprijs van 2,69 gulden is de winst van
'de verkoopmaatschappij Shell Nederland, een onderdeel van de
Koninklijke/Shell Groep. Shell Nederland heeft twee onkostenposten, die
naast de belastingen in de literprijzen zijn verwerkt. Allereerst koopt
Shell Nederland olie in voor 68 cent per liter. Dat geld wordt betaald
aan olieproducenten en raffinaderijen, die gezamenlijk ongeveer een
'dubbeltje' winst maken. Dat zijn vaak productiemaatschappijen en
raffinaderijen van Shell, die daarmee een deel van de 68 cent
opstrijken.
Dat is dus winst voor de hele Koninklijke/Shell Groep, niet voor de
Nederlandse verkoopmaatschappij. Shell vindt dat ook dat productie en
distributie gescheiden moeten worden gezien en wijst er op dat de
verkoopmaatschappij ook bij andere maatschappijen dan de Shell-dochters
olie inkoopt. "De winst bij de productie en raffinage valt dus ook vaak
bij andere maatschappijen", zegt een Shell-woordvoerder. Deze scheiding
binnen grote concerns, met dochters die elk een eigen
winstverantwoordelijkheid, is in het bedrijfsleven gebruikelijk.
De kosten voor distributie raamt Shell op 26 cent, waarvan 11 procent
voor de pomphouders en 15 cent voor zaken als zegeltjes, transport en
het instandhouden van het pompennetwerk. Hierin zit de belangrijkste
verklaring voor het verschillen bij de 'kale' prijzen in Europa. Dat
deze kosten in Nederland hoger liggen dan elders in Europa komt volgens
Shell doordat Nederland over zo'n dicht netwerk aan pompen beschikt en
doordat in landen als Engeland en Frankrijk supermarkten benzine tegen
kostprijs leveren. Toch valt over de distributiekosten het meest te
discussiëren. Deskundigen houden het erop dat Shell dat de kosten
op ongeveer een dubbeltje liggen. Het is ook precies daar waar de Witte
Pompen hun winst boeken. "Onze marge zit in het bedrag die Shell noemt
onder 'kosten distributie", legt directeur C. van Rietschoten van de
Nederlandse Organisatie voor de Energiebranche (Nove) uit. De NOVE is
dan ook bevreesd dat de oliemaatschappijen de hogere inkoopprijzen niet
doorberekenen. "Dat gaat dat ten koste van onze marge en dan komen we in
problemen", zegt Van Rietschoten, die het betreurt dat de politiek de
aandacht van de belastingen heeft weten af te leiden. "Jammer dat de
discussie alleen over de winstbijdrage voor Shell is gegaan. Dat doet
ons geen goed."