Ervaring met diep-watertechnologie geeft
doorslag
Shell heeft Noorse wind mee
Olie- en gasland Noorwegen zet
in toenemende mate de deur open voor internationale oliemaatschappijen.
Shell, ontdekker van het gigantische Troll-veld, profiteert. De
multinational kreeg recent exploitatievergunningen voor belangrijke
velden waaronder zelfs het 'gouden blok'.
Door Jan Gerritsen
Vanuit de helikopter die 40 minuten eerder is opgestegen in
Kristiansund, een stadje aan de westkust in het midden van Noorwegen,
lijkt het aanvankelijk een speelgoedeiland in de oneindige Noorse Zee.
Als het toestel voorzichtig op het helikopterdek is geland, ontwaart de
bezoeker dat Draugen, zoals het platform heet, een enorme fabriek is,
die tientallen meters boven de zee uitsteekt. De gecompliceerde
installaties, met kilometers lange leidingen. Reusachtige generatoren
en computers zijn, als bij een schip, verdeeld over vier 'dekken',
ongeveer 100 meter lang en 100 meter breed. Het geheel rust op
één gigantische 250 lange betonnen 'paal' die rust op de
zeebodem. De brede voet van het bouwwerk wordt omringd door zes
reusachtige opslagtanks voor de ruwe olie die vanuit een groot veld,
1600 meter onder de zeebodem, wordt opgepompt. De olie wordt vanuit de
tanks in twee leidingen gepompt naar een onbemande drijvende
laadinstallatie, enkele honderden meters van het platform verwijderd.
Elke drie of vier dagen komt hier een tanker die 600.000 barrels (vaten
van 159 liter) laadt en die vervolgens naar een nabijgelegen haven
brengt. Op enige afstand van het platform ligt permanent een fel rood
geschilderde 'waker', een schip dat onder andere scheepvaartverkeer op
afstand moet houden, het platform permanent in het oog houdt en in
geval van nood hulp kan bieden.
Draugen, 150 kilometer ten noorden van Kristiansund, is het
paradepaardje van Norske Shell, de Noorse dochter van Koninklijke/Shell.
De Noorse Shell-dochter is verantwoordelijk voor de exploitatie van het
in 1984 ontdekte olieveld dat dit jaar elke dag 223.000 vaten ruwe olie
produceert. Draugen waarin in totaal 4,5 miljard gulden is
geïnvesteerd, is het eerste grote olieveld dat wordt
geëxploiteerd in de Noorse Zee, ruim boven de 62ste breedtegraad,
de grens met de Noordzee. "Shell dat in 1992 begon, heeft Draugen binnen
de gestelde tijdschema's en binnen de opgestelde begroting in bedrijf
gesteld. De maatschappij heeft daarmee zijn cost-leadership
bevestigd", zegt Alf Kristian Lilleboo, directeur personeelzaken bij
Norske Shell in Kristiansund, de basis voor de Shells 'core area', het
continentaal plat dat zich voor Midden-Noorwegen uitstrekt. Platforms
als Draugen, die zijn gebouwd op reusachtige betonnen constructies,
spreken tot de verbeelding. Draugen is niet de grootste. Boven het
gasveld Troll - dat nog zeventig jaar jaar gas levert - zijn de vier
betonnen pijlers onder het exploitatieplatform 350 meter hoog. Maar in
de olieindustrie is het project-Troll vooral bekend wegens de enorme
kosten, die veel hoger uitvielen dan was begroot. Het Troll-veld werd
ontdekt door Shell, maar de concessie voor de exploitatie ging
uiteindelijk naar de Noorse staatsoliemaatschappij Statoil. Lilleboo:
"Met Draugen hebben wij getoond dat het ook anders kan. Dat geldt voor
de constructie zowel als voor de productie. In 1999 boekten we een
record met een productie gedurende 176 dagen zonder enige onderbreking
als gevolg van technische problemen. Dat was nog niet eerder op het
Noorse continentale plat vertoond."
In 1992, toen Shell met het project begon, werd een productie verwacht
van 90.000 barrels per dag. Die is inmiddels ruim verdubbeld tot
ongeveer 220.000 barrels per dag. De zogenoemde unit operating
cost bedraagt minder dan een dollar per barrel, wat als gering
geldt. Om de olie op te kunnen pompen wordt aan een kant van het
olieveld per dag maximaal 42.000 kubieke meter water in de zeebodem
'ingespoten'. De ruwe olie wordt daardoor opgestuwd naar de plekken waar
de zes bronnen zijn gemaakt, alle ongeveer vijf kilometer van het
platform verwijderd. De gewonnen olie wordt via leidingen naar de
opslagtanks gepompt. In 1999 bleek de laatste (zesde) in gebruik genomen
bron ook de beste te zijn: in één dag werden hier 76.775
vaten ruwe olie geproduceerd, het offshore-wereldrecord in dat jaar.
Sinds 1990 gaat het Norske Shell vooral dank zij Draugen voor de wind:
de winsten zijn verdubbeld, terwijl de kosten slechts 10 tot 15 procent
stegen.
Gestreefd wordt van de aanwezige olie in Draugen 65 procent te
winnen. Dat is een hoog percentage in vergelijking tot de olieproductie
elders op het Noorse continentale plat. Woordvoerder Jan Hagland van het
Noorse Petroleum Directoraat: "Nu wordt, over het geheel genomen, 44
procent van de aanwezige voorraden gewonnen. Ons streven op korte
termijn is opvoering van dit percentage tot 50. Maar door nieuwe
technologie kan dit cijfer in de toekomst nog wel hoger uitvallen." Het
Noors Petroleum Directoraat is het overheidsorgaan dat de voorwaarden
voor exploratie en exploitatie in Noorwegen regelt. De productie van
Draugen blijft nog twee jaar op het huidige hoge niveau en neemt daarna
betrekkelijk snel af. Er wordt ook gas aan het Draugenveld onttrokken,
dat tot nog toe in een onderaardse waterhoudende laag wordt
'geïnjecteerd' en opgeslagen. Er wordt gewerkt aan een pijplijn om
het gas af te voeren.
Draugen en Troll behoren tot de laatste 'olifanten' op het gebied van
betonnen platformconstructies die op de zeebodem staan. De Noorse Zee is
veel dieper dan de Noordzee, zodat platforms op kolossale
betonconstructies te duur worden. Maar de technologie om olie te winnen
in diep water is inmiddels ver gevorderd. Zo exploiteert Shell
olievelden in 1600 meter diep water in de Golf van Mexico en bij de
Filippijnen. De olie die soms onder de zeebodem (sub sea) wordt
aangeboord, wordt dan niet niet langer naar platforms maar naar schepen
gepompt. Deze methode, die goedkoper is dan de bouw van enorme platforms
op beton, zal mogelijk ook worden toegepast bij de exploitatie van Ormen
Lange, een gasveld onder de 700 tot 1100 meter diepe Noorse Zee. Dit
veld, niet ver van Draugen, is met een winbare hoeveelheid van ca 314
miljard kubieke meter bijna half zo groot als Troll dat met ruim 650
miljard kubieke meter de grootste gasbron van Noorwegen is. Onlangs werd
ook een drie tot vier meter dikke laag olie ontdekt, hetgeen kan duiden
op grote olievoorraden zoals ook het geval was bij Ekofisk, het eerste
grote olieveld dat in 1969 bij Noorwegen werd gevonden.
Ormen Lange werd slechts drie jaar geleden ontdekt en de productie zal
niet voor 2006 beginnen. Bij de verlening van de concessies, voor de
constructie en de andere voor de operatie velde de Noorse regering, die
onder politieke druk stond om het Noorse belang veilig te stellen, een
Salomonsoordeel. Norsk Hydro (energie en offshore) mag het project
uitvoeren en de daadwerkelijke exploitatie werd aan Shell toegewezen.
"De aanvragen voor de concessies van deze twee ondernemingen staken in
kwaliteit met kop en schouders boven die van de concurrenten uit", zegt
een deskundige van het Noorse Petroleum Directoraat.
Shell-directeur Lilleboo: "Ik zie het besluit om Shell de operatie
van Ormen Lange toe te kennen als erkenning dat Shell voorop loopt bij
de diep-water technologie waarop we bij Ormen Lange zullen zijn
aangewezen. Maar er is meer. Draugen was een pré-kwalificatie.
Onze activiteiten op zee en de economische weerslag daarvan in
Kristiansund en wijde omgeving hebben bijgedragen tot een verandering in
de mentaliteit." Meer dan honderd, veelal Noorse bedrijven, hebben
contracten met Shell voor Draugen, ter waarde van ruim 700 miljoen
gulden. Dat is van grote economische betekenis in Kristiansund (30.000
inwoners) waar de export van 'bacalao' (stokvis) ruim een eeuw lang de
belangrijkste bron van inkomsten was.
Het beste bewijs dat de Noorse politieke beslissers meer dan in het
verleden de deur openzetten voor de internationale oliemaatschappijen
met hun grote technische knowhow is volgens Lilleboo de derde 'asset'
die Shell in het zeegebied voor midden-Noorwegen heeft verworven. Bij de
laatste verdeling van de concessies voor explotatie van de geografisch
vastgestelde 'blokken' in de Noorse Zee kreeg Shell de 'hoofdprijs' -
het gebied dat de Noorse pers het 'gouden blok' noemde. Uit geologische
onderzoek is gebleken dat dit 'onderzeese gebied', niet ver van Draugen,
waarschijnlijk belangrijke voorraden olie en gas bevat. Shell krijgt,
net als bij Draugen, de operationele verantwoordelijkheid bij de
exploitatie en daarmee is de continuïteit voor de onderneming in
het Noorse Zee-gebied gewaarborgd.
Hard leven, hoog loon
Twee weken op, vier weken af - dat is de routine van de slechts 45 tot
60 mensen die op het platform Draugen werken. Veertig mensen verrichten
het dagelijke operationele werk. Twintig man regelen en bewaken het
sterk geautomatiseerde proces, o.a. vanuit een grote commandokamer met
tientallen computerschermen die alle procesgegevens tonen.
Twintig monteurs verrichten constructiewerk. Zeven vrouwen verzorgen de
catering en er is een speciaal opgeleide verpleegster. De leiding berust
bij de platformmanager en zijn vervanger. Alle werkzaamheden worden
voortdurend getoetst aan de zeer strenge veiligheidsregels - het gevaar
van ongelukken en explosies, bijvoorbeeld omdat gas ontsnapt, is altijd
aanwezig.
In het kantoor van Norske Shell in Kristiansund is eveneens een
commandocentrum (kosten 6 miljoen gulden) dat permanent in verbinding
staat met de commandokamer op Draugen. Wat op het platform gebeurt, is
hier rechtstreeks te volgen. Handelingen op Draugen worden
geregistreerd en geanalyseerd. Operators krijgen er trainingen in
stress-bestendigheid. Alle personeel werkt in wisseldiensten: na
veertien werkdagen van minimaal 12 uur en vaak langer en zonder
één rustdag, is men vier weken achtereen vrij. Lonen en
salarissen zijn gemiddeld 40 tot 50 procent hoger dan voor hetzelfde
werk 'aan land'. De platformmanager verdient een kleine 300.000 gulden
per jaar, een monteur ca 140.000 gulden. Lonen en salarissen zijn in
Noorwegen hoger dan in Nederland maar dat geldt ook voor de kosten van
levensonderhoud een vooral huishuren.
De verblijven voor de 'bemanning' van het platform zijn aan een kant van
het platform geconcentreerd en worden beschermd door een speciale
'muur' die twee uur vuur moet kunnen weren. In geval van een ernstig
incident (explosie en brand) kan het personeel gebruik maken van vier
speciale, geheel gesloten reddingboten die vanaf circa vijftien meter
boven het zeeoppervlak worden gelanceerd. Elk personeelslid heeft zijn
eigen kamer, er is een kantine, een sportzaal, een ziekenboeg en enkele
vertrekken waar men tv kan kijken, muziek kan beluisteren, tafeltennis
of biljart kan worden gespeeld en er is zelfs een schildersatelier. In
de zomermaanden, als de nachten kort zijn en het weer vriendelijk, is
hengelen populair - vanaf het laagste dek, zo'n vijftien meter boven
het zeeoppervlak. In de kantine van Draugen hangt een foto van een
trotse monteur die een bijna 25 kilo zware wegende kabeljauw ving. Maar
in de winter, als de dagen kort zijn, het vaak zeer koud is en de
golven op het beton beuken, is het leven op Draugen hard. Als de
helikopter uit Kristiansund, 150 kilometer ver, wegens het slechte weer
niet kan vliegen en aflossing niet mogelijk is, moet er soms twee of
drie dagen langer worden doorgewerkt.