U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.

NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE


Dossier Shell

Nieuws

Portret van de onderneming

Jaar- en kwartaalcijfers

Links

Ervaring met diep-watertechnologie geeft doorslag

Shell heeft Noorse wind mee


Olie- en gasland Noorwegen zet in toenemende mate de deur open voor internationale oliemaatschappijen. Shell, ontdekker van het gigantische Troll-veld, profiteert. De multinational kreeg recent exploitatievergunningen voor belangrijke velden waaronder zelfs het 'gouden blok'.

Door Jan Gerritsen

Vanuit de helikopter die 40 minuten eerder is opgestegen in Kristiansund, een stadje aan de westkust in het midden van Noorwegen, lijkt het aanvankelijk een speelgoedeiland in de oneindige Noorse Zee. Als het toestel voorzichtig op het helikopterdek is geland, ontwaart de bezoeker dat Draugen, zoals het platform heet, een enorme fabriek is, die tientallen meters boven de zee uitsteekt. De gecompliceerde installaties, met kilometers lange leidingen. Reusachtige generatoren en computers zijn, als bij een schip, verdeeld over vier 'dekken', ongeveer 100 meter lang en 100 meter breed. Het geheel rust op één gigantische 250 lange betonnen 'paal' die rust op de zeebodem. De brede voet van het bouwwerk wordt omringd door zes reusachtige opslagtanks voor de ruwe olie die vanuit een groot veld, 1600 meter onder de zeebodem, wordt opgepompt. De olie wordt vanuit de tanks in twee leidingen gepompt naar een onbemande drijvende laadinstallatie, enkele honderden meters van het platform verwijderd. Elke drie of vier dagen komt hier een tanker die 600.000 barrels (vaten van 159 liter) laadt en die vervolgens naar een nabijgelegen haven brengt. Op enige afstand van het platform ligt permanent een fel rood geschilderde 'waker', een schip dat onder andere scheepvaartverkeer op afstand moet houden, het platform permanent in het oog houdt en in geval van nood hulp kan bieden.

Draugen, 150 kilometer ten noorden van Kristiansund, is het paradepaardje van Norske Shell, de Noorse dochter van Koninklijke/Shell. De Noorse Shell-dochter is verantwoordelijk voor de exploitatie van het in 1984 ontdekte olieveld dat dit jaar elke dag 223.000 vaten ruwe olie produceert. Draugen waarin in totaal 4,5 miljard gulden is geïnvesteerd, is het eerste grote olieveld dat wordt geëxploiteerd in de Noorse Zee, ruim boven de 62ste breedtegraad, de grens met de Noordzee. "Shell dat in 1992 begon, heeft Draugen binnen de gestelde tijdschema's en binnen de opgestelde begroting in bedrijf gesteld. De maatschappij heeft daarmee zijn cost-leadership bevestigd", zegt Alf Kristian Lilleboo, directeur personeelzaken bij Norske Shell in Kristiansund, de basis voor de Shells 'core area', het continentaal plat dat zich voor Midden-Noorwegen uitstrekt. Platforms als Draugen, die zijn gebouwd op reusachtige betonnen constructies, spreken tot de verbeelding. Draugen is niet de grootste. Boven het gasveld Troll - dat nog zeventig jaar jaar gas levert - zijn de vier betonnen pijlers onder het exploitatieplatform 350 meter hoog. Maar in de olieindustrie is het project-Troll vooral bekend wegens de enorme kosten, die veel hoger uitvielen dan was begroot. Het Troll-veld werd ontdekt door Shell, maar de concessie voor de exploitatie ging uiteindelijk naar de Noorse staatsoliemaatschappij Statoil. Lilleboo: "Met Draugen hebben wij getoond dat het ook anders kan. Dat geldt voor de constructie zowel als voor de productie. In 1999 boekten we een record met een productie gedurende 176 dagen zonder enige onderbreking als gevolg van technische problemen. Dat was nog niet eerder op het Noorse continentale plat vertoond."

In 1992, toen Shell met het project begon, werd een productie verwacht van 90.000 barrels per dag. Die is inmiddels ruim verdubbeld tot ongeveer 220.000 barrels per dag. De zogenoemde unit operating cost bedraagt minder dan een dollar per barrel, wat als gering geldt. Om de olie op te kunnen pompen wordt aan een kant van het olieveld per dag maximaal 42.000 kubieke meter water in de zeebodem 'ingespoten'. De ruwe olie wordt daardoor opgestuwd naar de plekken waar de zes bronnen zijn gemaakt, alle ongeveer vijf kilometer van het platform verwijderd. De gewonnen olie wordt via leidingen naar de opslagtanks gepompt. In 1999 bleek de laatste (zesde) in gebruik genomen bron ook de beste te zijn: in één dag werden hier 76.775 vaten ruwe olie geproduceerd, het offshore-wereldrecord in dat jaar. Sinds 1990 gaat het Norske Shell vooral dank zij Draugen voor de wind: de winsten zijn verdubbeld, terwijl de kosten slechts 10 tot 15 procent stegen.

Gestreefd wordt van de aanwezige olie in Draugen 65 procent te winnen. Dat is een hoog percentage in vergelijking tot de olieproductie elders op het Noorse continentale plat. Woordvoerder Jan Hagland van het Noorse Petroleum Directoraat: "Nu wordt, over het geheel genomen, 44 procent van de aanwezige voorraden gewonnen. Ons streven op korte termijn is opvoering van dit percentage tot 50. Maar door nieuwe technologie kan dit cijfer in de toekomst nog wel hoger uitvallen." Het Noors Petroleum Directoraat is het overheidsorgaan dat de voorwaarden voor exploratie en exploitatie in Noorwegen regelt. De productie van Draugen blijft nog twee jaar op het huidige hoge niveau en neemt daarna betrekkelijk snel af. Er wordt ook gas aan het Draugenveld onttrokken, dat tot nog toe in een onderaardse waterhoudende laag wordt 'geïnjecteerd' en opgeslagen. Er wordt gewerkt aan een pijplijn om het gas af te voeren.

Draugen en Troll behoren tot de laatste 'olifanten' op het gebied van betonnen platformconstructies die op de zeebodem staan. De Noorse Zee is veel dieper dan de Noordzee, zodat platforms op kolossale betonconstructies te duur worden. Maar de technologie om olie te winnen in diep water is inmiddels ver gevorderd. Zo exploiteert Shell olievelden in 1600 meter diep water in de Golf van Mexico en bij de Filippijnen. De olie die soms onder de zeebodem (sub sea) wordt aangeboord, wordt dan niet niet langer naar platforms maar naar schepen gepompt. Deze methode, die goedkoper is dan de bouw van enorme platforms op beton, zal mogelijk ook worden toegepast bij de exploitatie van Ormen Lange, een gasveld onder de 700 tot 1100 meter diepe Noorse Zee. Dit veld, niet ver van Draugen, is met een winbare hoeveelheid van ca 314 miljard kubieke meter bijna half zo groot als Troll dat met ruim 650 miljard kubieke meter de grootste gasbron van Noorwegen is. Onlangs werd ook een drie tot vier meter dikke laag olie ontdekt, hetgeen kan duiden op grote olievoorraden zoals ook het geval was bij Ekofisk, het eerste grote olieveld dat in 1969 bij Noorwegen werd gevonden.

Ormen Lange werd slechts drie jaar geleden ontdekt en de productie zal niet voor 2006 beginnen. Bij de verlening van de concessies, voor de constructie en de andere voor de operatie velde de Noorse regering, die onder politieke druk stond om het Noorse belang veilig te stellen, een Salomonsoordeel. Norsk Hydro (energie en offshore) mag het project uitvoeren en de daadwerkelijke exploitatie werd aan Shell toegewezen. "De aanvragen voor de concessies van deze twee ondernemingen staken in kwaliteit met kop en schouders boven die van de concurrenten uit", zegt een deskundige van het Noorse Petroleum Directoraat.

Shell-directeur Lilleboo: "Ik zie het besluit om Shell de operatie van Ormen Lange toe te kennen als erkenning dat Shell voorop loopt bij de diep-water technologie waarop we bij Ormen Lange zullen zijn aangewezen. Maar er is meer. Draugen was een pré-kwalificatie. Onze activiteiten op zee en de economische weerslag daarvan in Kristiansund en wijde omgeving hebben bijgedragen tot een verandering in de mentaliteit." Meer dan honderd, veelal Noorse bedrijven, hebben contracten met Shell voor Draugen, ter waarde van ruim 700 miljoen gulden. Dat is van grote economische betekenis in Kristiansund (30.000 inwoners) waar de export van 'bacalao' (stokvis) ruim een eeuw lang de belangrijkste bron van inkomsten was.

Het beste bewijs dat de Noorse politieke beslissers meer dan in het verleden de deur openzetten voor de internationale oliemaatschappijen met hun grote technische knowhow is volgens Lilleboo de derde 'asset' die Shell in het zeegebied voor midden-Noorwegen heeft verworven. Bij de laatste verdeling van de concessies voor explotatie van de geografisch vastgestelde 'blokken' in de Noorse Zee kreeg Shell de 'hoofdprijs' - het gebied dat de Noorse pers het 'gouden blok' noemde. Uit geologische onderzoek is gebleken dat dit 'onderzeese gebied', niet ver van Draugen, waarschijnlijk belangrijke voorraden olie en gas bevat. Shell krijgt, net als bij Draugen, de operationele verantwoordelijkheid bij de exploitatie en daarmee is de continuïteit voor de onderneming in het Noorse Zee-gebied gewaarborgd.

Hard leven, hoog loon

Twee weken op, vier weken af - dat is de routine van de slechts 45 tot 60 mensen die op het platform Draugen werken. Veertig mensen verrichten het dagelijke operationele werk. Twintig man regelen en bewaken het sterk geautomatiseerde proces, o.a. vanuit een grote commandokamer met tientallen computerschermen die alle procesgegevens tonen.

Twintig monteurs verrichten constructiewerk. Zeven vrouwen verzorgen de catering en er is een speciaal opgeleide verpleegster. De leiding berust bij de platformmanager en zijn vervanger. Alle werkzaamheden worden voortdurend getoetst aan de zeer strenge veiligheidsregels - het gevaar van ongelukken en explosies, bijvoorbeeld omdat gas ontsnapt, is altijd aanwezig.

In het kantoor van Norske Shell in Kristiansund is eveneens een commandocentrum (kosten 6 miljoen gulden) dat permanent in verbinding staat met de commandokamer op Draugen. Wat op het platform gebeurt, is hier rechtstreeks te volgen. Handelingen op Draugen worden geregistreerd en geanalyseerd. Operators krijgen er trainingen in stress-bestendigheid. Alle personeel werkt in wisseldiensten: na veertien werkdagen van minimaal 12 uur en vaak langer en zonder één rustdag, is men vier weken achtereen vrij. Lonen en salarissen zijn gemiddeld 40 tot 50 procent hoger dan voor hetzelfde werk 'aan land'. De platformmanager verdient een kleine 300.000 gulden per jaar, een monteur ca 140.000 gulden. Lonen en salarissen zijn in Noorwegen hoger dan in Nederland maar dat geldt ook voor de kosten van levensonderhoud een vooral huishuren.

De verblijven voor de 'bemanning' van het platform zijn aan een kant van het platform geconcentreerd en worden beschermd door een speciale 'muur' die twee uur vuur moet kunnen weren. In geval van een ernstig incident (explosie en brand) kan het personeel gebruik maken van vier speciale, geheel gesloten reddingboten die vanaf circa vijftien meter boven het zeeoppervlak worden gelanceerd. Elk personeelslid heeft zijn eigen kamer, er is een kantine, een sportzaal, een ziekenboeg en enkele vertrekken waar men tv kan kijken, muziek kan beluisteren, tafeltennis of biljart kan worden gespeeld en er is zelfs een schildersatelier. In de zomermaanden, als de nachten kort zijn en het weer vriendelijk, is hengelen populair - vanaf het laagste dek, zo'n vijftien meter boven het zeeoppervlak. In de kantine van Draugen hangt een foto van een trotse monteur die een bijna 25 kilo zware wegende kabeljauw ving. Maar in de winter, als de dagen kort zijn, het vaak zeer koud is en de golven op het beton beuken, is het leven op Draugen hard. Als de helikopter uit Kristiansund, 150 kilometer ver, wegens het slechte weer niet kan vliegen en aflossing niet mogelijk is, moet er soms twee of drie dagen langer worden doorgewerkt.

NRC Webpagina's
19 september 2000

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad