U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.

NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE


Dossier Shell

Nieuws

Portret van de onderneming

Jaar- en kwartaalcijfers

Links

Olie is voor Nigeria zowel vloek als zegen


Gijzelingen zijn in de Nigeriaanse Niger-delta een wekelijks ritueel. Dat kan alleen maar erger worden zolang de regering haar beloften aan de regio niet inlost.

Door onze redacteur DICK WITTENBERG

ROTTERDAM, 3 AUG. Toen Shell 47 jaar geleden zijn eerste Nigeriaanse oliebron in gebruik wilde nemen en de olie niet vloeide, hebben de dorpelingen van Otuogidi nog de hulp van geesten ingeroepen. Ze hebben nog een ram en een haan geofferd. Als de olie zou stromen, zou het ook hun dorp voor de wind gaan. Dat dachten ze.

Bijna een halve eeuw later voelen ze zich bekocht. Aan de aanwezigheid van Shell hebben ze niet eens een verharde weg overgehouden, zoals ze destijds hoopten. Laat staan een school, of werk. Ze zijn er alleen maar armer op geworden. In de door olie vervuilde Niger-rivier kunnen ze nauwelijks meer vissen. Ze zeggen dat zelfs de cassave naar olie smaakt.

Nigeria behoort tot de tien grootste olieproducenten ter wereld met ruim twee miljoen vaten per dag. De oliewinning heeft de Nigeriaanse staat de afgelopen halve eeuw honderden miljarden dollars opgeleverd. Het land is voor negentig procent van zijn inkomsten afhankelijk van het zwarte goud.

Maar olie is voor Nigeria net zo goed een vloek als een zegen. De eenzijdige nadruk op de oliewinning heeft tot de ineenstorting van de landbouw geleid en de ontwikkeling van andere industriële sectoren belemmerd. De epidemische corruptie in Nigeria kon alleen dankzij de lucratieve oliewinning ontstaan. De gigantische olierijkdom is vrijwel uitsluitend gebruikt voor consumptie door een elite van ondernemers, politici en militairen, niet voor de ontwikkeling van het land.

In weinig delen van Nigeria is de onderontwikkeling zo schrijnend zichtbaar als juist in de olierijke Niger-delta. De deelstaat Bayelsa waar op twee booreilanden van Shell sinds maandagavond 165 werknemers worden gegijzeld, kent maar één verharde weg. Scholen en ziekenhuizen zijn er nauwelijks. Armoe en werkloosheid gaan er hand in hand.

De bewoners van de regio klagen al tientallen jaren dat ze niet in de olierijkdom delen. Zij hebben alleen maar de nadelen: milieuvervuiling door lekkages op ongekende schaal. Protesten tegen die onrechtvaardige verdeling namen sinds het begin van de jaren negentig sterk toe en werden militanter. Eerst in Ogoniland waar Shell de werkzaamheden in 1993 onder druk van ongeregeldheden moest staken. Later breidden de protesten zich ook uit tot het woongebied van de Ijaws, de grootste stam van de rivierdelta.

Gijzelingen van werknemers in de olie-industrie en sabotage van olie- installaties zijn in de Niger-delta al jaren schering en inslag. Shell Petroleum Development Company noteerde vorig jaar 45 gijzelingen waarbij in totaal meer dan 200 mensen waren betrokken. Ook werd het bedrijf door twintig gewapende roofovervallen getroffen. Eén werknemer werd gedood.

Het Nederlands-Britse concern constateert met grote bezorgdheid een verschuiving van vreedzame protesten naar gewelddadige, criminele acties. Vorig jaar werd Shell in Nigeria geconfronteerd met 349 gewelddadige incidenten, meer dan een verdubbeling ten opzichte van 1997. Dat Shell zo vaak doelwit is van acties komt doordat het bedrijf veruit de grootste oliemaatschappij van Nigeria is met bijna de helft van de nationale produktie en meer dan 10.000 mensen in dienst.

Shell spendeert twintig miljoen dollar per jaar aan ontwikkelingswerk in de Niger-delta, zoals voor bouw van klinieken en vrouwenprojecten. Maar het concern vindt dat de ontwikkeling van de regio in eerste instantie een taak van de overheid is. Bij een olieprijs van 17 dollar per vat verdient Shell 70 dollarcent per vat. Twaalf dollar gaat naar de staat. In werkelijkheid is de prijs per vat meer dan 27 dollar. Het concern zou het toejuichen als een substantieel deel van de overheidswinst naar de bevolking van de rivierdelta terugvloeit.

Dat leek ook te gebeuren. Bij zijn aantreden ruim een jaar geleden beloofde de eerste burgerpresident na vijfentwintig jaar militair bewind dat hij een eind zou maken aan de sociale onrust in de Niger-delta door de bewoners te laten delen in de olierijkdom. Het percentage van de olie-inkomsten dat in de Niger-delta bleef, zou worden verhoogd van drie tot dertien procent. Er zou een ontwikkelingsplan voor de regio komen. Maar de bevolking wacht nog steeds op het eerste resultaat.

Lokale leiders hebben de afgelopen maanden de vele onderlinge geschillen begraven om de handen ineen te slaan. Zij hebben aangekondigd dat ze hun protesten zullen verheven. "Maandenlang hebben we letterlijk gebedeld om een dialoog, om aandacht, om te worden betrokken bij de regeringsplannen voor een betere regeling ten behoeve van de Niger-delta", verklaarde een van de lokale leiders, Bello Orubebe, eind april. "Steeds zijn we overal buitengehouden. We staan op een keerpunt. We nemen ons lot in eigen hand."

Gewelddadigheden in de Niger-delta kunnen alleen maar toenemen, zolang de nationale overheid de Niger-delt alleen maar als melkkoe gebruikt.

NRC Webpagina's
3 augustus 2000

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad