Olie is voor Nigeria zowel vloek als zegen
Gijzelingen zijn in de
Nigeriaanse Niger-delta een wekelijks ritueel. Dat kan alleen maar erger
worden zolang de regering haar beloften aan de regio niet inlost.
Door onze redacteur DICK WITTENBERG
ROTTERDAM, 3 AUG. Toen Shell 47 jaar geleden zijn eerste Nigeriaanse
oliebron in gebruik wilde nemen en de olie niet vloeide, hebben de
dorpelingen van Otuogidi nog de hulp van geesten ingeroepen. Ze hebben
nog een ram en een haan geofferd. Als de olie zou stromen, zou het ook
hun dorp voor de wind gaan. Dat dachten ze.
Bijna een halve eeuw later voelen ze zich bekocht. Aan de aanwezigheid
van Shell hebben ze niet eens een verharde weg overgehouden, zoals ze
destijds hoopten. Laat staan een school, of werk. Ze zijn er alleen maar
armer op geworden. In de door olie vervuilde Niger-rivier kunnen ze
nauwelijks meer vissen. Ze zeggen dat zelfs de cassave naar olie smaakt.
Nigeria behoort tot de tien grootste olieproducenten ter wereld met ruim
twee miljoen vaten per dag. De oliewinning heeft de Nigeriaanse staat de
afgelopen halve eeuw honderden miljarden dollars opgeleverd. Het land is
voor negentig procent van zijn inkomsten afhankelijk van het zwarte
goud.
Maar olie is voor Nigeria net zo goed een vloek als een zegen. De
eenzijdige nadruk op de oliewinning heeft tot de ineenstorting van de
landbouw geleid en de ontwikkeling van andere industriële sectoren
belemmerd. De epidemische corruptie in Nigeria kon alleen dankzij de
lucratieve oliewinning ontstaan. De gigantische olierijkdom is vrijwel
uitsluitend gebruikt voor consumptie door een elite van ondernemers,
politici en militairen, niet voor de ontwikkeling van het land.
In weinig delen van Nigeria is de onderontwikkeling zo schrijnend
zichtbaar als juist in de olierijke Niger-delta. De deelstaat Bayelsa
waar op twee booreilanden van Shell sinds maandagavond 165 werknemers
worden gegijzeld, kent maar één verharde weg. Scholen en
ziekenhuizen zijn er nauwelijks. Armoe en werkloosheid gaan er hand in
hand.
De bewoners van de regio klagen al tientallen jaren dat ze niet in de
olierijkdom delen. Zij hebben alleen maar de nadelen: milieuvervuiling
door lekkages op ongekende schaal. Protesten tegen die onrechtvaardige
verdeling namen sinds het begin van de jaren negentig sterk toe en
werden militanter. Eerst in Ogoniland waar Shell de werkzaamheden in
1993 onder druk van ongeregeldheden moest staken. Later breidden de
protesten zich ook uit tot het woongebied van de Ijaws, de grootste stam
van de rivierdelta.
Gijzelingen van werknemers in de olie-industrie en sabotage van olie-
installaties zijn in de Niger-delta al jaren schering en inslag. Shell
Petroleum Development Company noteerde vorig jaar 45 gijzelingen waarbij
in totaal meer dan 200 mensen waren betrokken. Ook werd het bedrijf door
twintig gewapende roofovervallen getroffen. Eén werknemer werd
gedood.
Het Nederlands-Britse concern constateert met grote bezorgdheid een
verschuiving van vreedzame protesten naar gewelddadige, criminele
acties. Vorig jaar werd Shell in Nigeria geconfronteerd met 349
gewelddadige incidenten, meer dan een verdubbeling ten opzichte van
1997. Dat Shell zo vaak doelwit is van acties komt doordat het bedrijf
veruit de grootste oliemaatschappij van Nigeria is met bijna de helft
van de nationale produktie en meer dan 10.000 mensen in dienst.
Shell spendeert twintig miljoen dollar per jaar aan ontwikkelingswerk in
de Niger-delta, zoals voor bouw van klinieken en vrouwenprojecten. Maar
het concern vindt dat de ontwikkeling van de regio in eerste instantie
een taak van de overheid is. Bij een olieprijs van 17 dollar per vat
verdient Shell 70 dollarcent per vat. Twaalf dollar gaat naar de staat.
In werkelijkheid is de prijs per vat meer dan 27 dollar. Het concern
zou het toejuichen als een substantieel deel van de overheidswinst naar
de bevolking van de rivierdelta terugvloeit.
Dat leek ook te gebeuren. Bij zijn aantreden ruim een jaar geleden
beloofde de eerste burgerpresident na vijfentwintig jaar militair bewind
dat hij een eind zou maken aan de sociale onrust in de Niger-delta door
de bewoners te laten delen in de olierijkdom. Het percentage van de
olie-inkomsten dat in de Niger-delta bleef, zou worden verhoogd van drie
tot dertien procent. Er zou een ontwikkelingsplan voor de regio komen.
Maar de bevolking wacht nog steeds op het eerste resultaat.
Lokale leiders hebben de afgelopen maanden de vele onderlinge geschillen
begraven om de handen ineen te slaan. Zij hebben aangekondigd dat ze hun
protesten zullen verheven. "Maandenlang hebben we letterlijk gebedeld om
een dialoog, om aandacht, om te worden betrokken bij de regeringsplannen
voor een betere regeling ten behoeve van de Niger-delta", verklaarde een
van de lokale leiders, Bello Orubebe, eind april. "Steeds zijn we overal
buitengehouden. We staan op een keerpunt. We nemen ons lot in eigen
hand."
Gewelddadigheden in de Niger-delta kunnen alleen maar toenemen, zolang
de nationale overheid de Niger-delt alleen maar als melkkoe gebruikt.