Greenpeace koopt pakket aandelen Shell
Door een onzer redacteuren
DEN HAAG, 14 MAART. Greenpeace
is eind vorige week aandeelhouder van Shell geworden. De
milieuorganisatie hoopt het bedrijf langs deze weg tot een investering
van een miljard gulden in een fabriek voor zonnepanelen te bewegen.
Het is voor het eerst dat de milieuorganisatie zich van het
aandeelhouderschap bedient om een volgens haar wenselijk project te
realiseren. Ze liet vorige week vrijdag aandelen ter waarde van 250.000
euro (ruim 500. 000 gulden) aankopen op de Amsterdamse effectenbeurs.
Onlangs koos ook de Britse tak van Greenpeace al voor deze benadering
en kocht aandelen van BP aan.
Greenpeace, dat de aankoop van de aandelen via een lening regelde, is
niet van plan lang aandeelhouder te blijven. Eén dag na de
aandeelhoudersvergadering van 9 mei wil ze haar aandelen weer verkopen.
Greenpeace wil proberen een deel van de honderdduizenden aandeelhouders
van Shell de komende weken op zijn hand te krijgen voor het idee van de
investering. Daarover zou op de aandeelhoudersvergadering van 9 mei een
besluit kunnen vallen. "Wij vinden dat Shell meer moet doen aan deze
vorm van energie", aldus een woordvoerder van Greenpeace vanmorgen.
De zegsman verklaarde dat de organisatie zelf onlangs een onderzoek
heeft laten uitvoeren door het adviesbureau KPMG. Hieruit bleek volgens
hem dat een dergelijke fabriek bij een jaarlijkste productie van vijf
miljoen zonnepanelen al spoedig een rendement van 15 procent zou
opleveren. Daardoor zou het project voor Shell ook commercieel gezien
lonen.
Shell reageert terughoudend op de nieuwe aanpak van Greenpeace, dat de
oliemaatschappij het afgelopen decennium al heel wat hoofdbrekens heeft
bezorgd. "Ik ben blij dat Greenpeace aandeelhouder is geworden", aldus
een woordvoerder op het hoofdkantoor in Den Haag, maar hij wilde niet
ingaan op de kans dat Greenpeace zal slagen in zijn opzet. Wel wees hij
erop dat Shell zich al serieus bezighoudt met zonne-energieprojecten.
Maar het concern verschilt van mening met Greenpeace over de
commerciële perspectieven hiervoor. "Er moet eerst een markt voor
worden ontwikkeld", aldus de woordvoerder.
Greenpeace brengt daar weer tegen in dat door de bouw van zo'n fabriek
de prijs van de panelen zou kunnen dalen tot ongeveer een derde van de
huidige. Nu worden die nog op een kleinschalige, kostbare manier
gemaakt. De prijs van zonne-energie zou na de investering vrijwel
overeenkomen met de huidige elektriciteitsprijs en dus concurrerend
zijn.