Olieconcern spil in geopolitiek spel om Kaspische
energievoorraden
Shell-agent 007 in Asgabat
Olieconcern Shell probeert zich
na eerdere vergeefse pogingen alsnog, via de 'achterdeur' Turkmenistan,
toegang te verschaffen tot de fossiele rijkdom van het Kaspische-
Zeebekken. Het gaat om de aanleg van een gaspijpleiding naar Turkije en
de exploitatie van gasvelden. De Trans-Kaspische pijpleiding maakt deel
uit van een Amerikaanse poging een "energiecorridor" van oost naar west
te realiseren. Moskou probeert het Westen de pas af te snijden.
Door Frank Westerman
Het pijplijnteam van Shell bevindt zich in Nirwana. Letterlijk - in een
Turkmeense disco met die naam - maar ook figuurlijk: senior en junior,
kaal en krullend, pak en pullover, de neftjaniki (oliejongens)
uit Den Haag zwieren in een staat van grenzeloze vergetelheid over de
dansvloer. Ze hebben hun secretaresses overladen met rozen en bonbons -
en ook de bij het meubilair horende hoertjes beseffen dat er aan tafel
achttien wat te vieren valt.
"Dit is mijn nieuwe vriendin", zegt een van de projectmanagers, terwijl
hij een geblondeerde Turkmeense in een blote jurk als een buikspreekpop
voor zich uitduwt.
"Wat wij hier proberen te doen ligt supergevoelig. Een fout woord en de
deal ketst af,." zegt de Shell-gezant de volgende dag op zijn kantoor in
het vijfsterrenhotel Ak-Altin. En dat zou jammer zijn, aangezien we
praten over een investering van vier tot zes miljard gulden, waarvan
Shell de helft voor zijn rekening wil nemen. Maar dat is slechts het
prijskaartje. De inzet is hoger: een duurzame overeenkomst met het
obscure woestijnlandje Turkmenistan zou de Koninklijke op slag
terugbrengen in de race om de legendarische Kaspische energievoorraden.
Dat wordt hoog tijd. Want aan gene zijde van deze kaviaarrijke wateren,
in de vervuilde, op olie drijvende stad Bakoe, viste Shell in de jaren
negentig lelijk achter het net. De concessies waren al vergeven aan tal
van concurrenten, verenigd in machtige consortia. De poging van Shell om
zich alsnog (via de achterdeur Turkmenistan) toegang te verschaffen tot
de fossiele rijkdom van het Kaspische-Zeebekken, wordt dan ook door
vriend en vijand gezien als een meesterzet.
"Maar we mogen niet te vroeg juichen", waarschuwt de Shell-
vertegenwoordiger, vechtend tegen zijn kater van de vorige nacht. "Niets
is nog zeker. We hebben stapels intentieverklaringen getekend en
strategische allianties gesloten met de Turkmeense leider. Maar een
contract hebben we nog altijd niet."
Technisch en zakelijk gezien is de deal zo simpel als wat: Shell is
gevraagd de nog onontgonnen gasvelden onder de Karakoem-woestijn aan te
boren, en een pijpleiding aan te leggen voor het transport van 30
miljard kuub per jaar over de bodem van de Kaspische Zee, dwars door de
Kaukasuslanden Azerbajdzjan en Georgië, naar Turkije. Lengte: 1.700
kilometer. "Onder normale omstandigheden zou het een paar weken kosten
om de details uit te werken en een overeenkomst te bereiken", zegt de
Shell-vertegenwoordiger. "Maar de omstandigheden zijn niet normaal."
Shell bevindt zich volgens hem in het oog van de orkaan. "Er raast een
geopolitieke storm in de regio. De Amerikanen zetten alles op alles om
een zogeheten "energiecorridor" van oost naar west uit te sparen, in een
poging Rusland en Iran buiten te sluiten. De Trans-Kaspische pijplijn is
daarin het koppelstuk."
Maar: net als in de jongste James-Bondfilm - over rivaliserende
pijplijnbouwers die de Kaspische olie- en gasreserves willen
ontsluiten - zijn er kapers op de kust. In dit geval: de Russen. Hoewel
de regio vooral bekend is om de olie, is gas de inzet van de felste
strijd. Moskou probeert het Westen (met Shell als uithangbord) de pas af
te snijden door de enorme gasbehoefte van Turkije te dekken via een
slimme bypass, uiteraard over Russisch territorium.
Heel concreet: in antwoord op de Amerikaanse blauwdruk voor oost-
westtransport over de bodem van de Kaspische Zee, biedt het Kremlin een
concurrerende noord-zuidpijp over de bodem van de Zwarte Zee. Drijvende
kracht achter deze ondermijningsoperatie ('Blue Stream' geheten) is
Gazprom, het Russische mammoetconcern waarmee Shell nog in 1997 met veel
fanfare een "strategische alliantie" aanging, die evenwel al gauw
verzuurde. In de nieuwe wedloop heeft Gazprom een lichte voorsprong
genomen: eind januari kondigde het Franse constructiebedrijf Bouygues in
Davos aan dat de financiering van de Blue Stream-gasleiding (2,5 miljard
dollar) rond is en dat de bouw in februari kan beginnen.
Het is kortom geen wonder dat Shell-pion te midden van dit
pijplijngeweld enige verwantschap met agent 007 voelt. "Bijna dagelijks
doemen er nieuwe obstakels op", zegt hij. "We merken dat het Kremlin een
offensief is begonnen om onze samenwerking met Turkmenistan op alle
mogelijke punten te torpederen."
Tien jaar geleden was datzelfde Kremlin het epicentrum van de aardbeving
die het aantal landen dat aan de Kaspische Zee grensde van twee (Iran en
de USSR) tot vijf deed toenemen (Iran, Rusland, Kazachstan, Azerbajdzjan
en Turkmenistan). Als ex-Sovjetstaatje lijkt Turkmenistan van deze
nieuwkomers het onbeduidendste.
Decennialang is deze woestijnrepubliek met zijn vier miljoen inwoners
letterlijk leeggezogen door Moskou: via een uitgebreid netwerk van
pijpleidingen leverde dit wingewest gas aan de rest van de Sovjet-Unie.
In 1991 kwam de onafhankelijkheid dan ook als een schok: van de ene op
de andere dag waren de Turkmenen op zichzelf aangewezen. Partijleider
Saparmoerat Nijazov wist zijn greep op de macht te behouden, al heerste
er de eerste jaren vooral verwarring.
Avonturiers als een Zweedse onroerend goed-magnaat en een autohandelaar
uit Dubai kochten nog in 1991 voor honderdduizend dollar lucratieve
concessies op in de Karakoem-woestijn. Aan die uitverkoop van de
nationale rijkdom kwam echter een einde vanaf het moment dat president
Nijazov de oppositie monddood wist te maken en zijn alleenheerschappij
vestigde.
Een van de eersten die begreep op wat voor een gasbel deze woestijnvorst
zetelde, was de Amerikaanse ex-minister van Buitenlandse Zaken (en
vroegere NAVO-commandant) Alexander Haig. Immers, nog in Sovjet-verband
produceerde Turkmenistan jaarlijks 90 miljard kuub gas, waarmee het (na
Rusland, de Verenigde Staten en Canada) nummer vier op de
wereldranglijst stond. Haig won het vertrouwen van de Turkmeense
dictator voor de bouw van een pijplijn (over land, via Iran) naar
Turkije, en zorgde ervoor dat Nijazov in 1993 een bezoek aan Washington
kon brengen. Bill Clinton, die toen juist zijn intrek in het Witte Huis
had genomen, weigerde hem echter audiëntie te verlenen: daarvoor
had Nijazov een veel te besmeurd imago als mensenrechtenschender. De
plannen van Haig werden bovendien gedwarsboomd door het Amerikaanse veto
op samenwerking met de al even verguisde ayatollahs van Iran.
Het jaar daarop, in 1994, probeerde de "red neck" John Imle van het
Californische bedrijf Unocal het opnieuw, met een zo mogelijk nog
spectaculairder voorstel. Hij overtuigde de Turkmeense leider ervan dat
de dichtstbijzijnde markt voor Turkmeens gas in Pakistan lag, en dat hij
dus met een kortere pijplijn kon volstaan. Door Afghanistan weliswaar,
maar toch. Met hulp van niemand minder dan Unocal-adviseur Henry
Kissinger kwam er inderdaad een deal tot stand.
In het Turkmeense ministerie van Buitenlandse Zaken in Asgabat hangt nog
altijd de kaart met dit onwaarschijnlijke pijplijntracé. Lengte:
1.165 kilometer. Kosten: 1,9 miljard dollar. De overeenkomst was echter
nog niet beklonken, in 1996, of de bebaarde Talibaan rukte op om
Afghanistan met geweld terug te duwen richting Middeleeuwen.
Al die tijd dreef het ijzeren bewind van Nijazov op de exportinkomsten
van het Turkmeense gas dat via de oude Sovjet-leidingen naar Rusland en
verder werd getransporteerd. In augustus 1997 kwam het echter tot een
breuk met Moskou. Rem Viachirev, de almachtige baas van Gazprom, eiste
namelijk de Westerse markten voor zichzelf op. Turkmenistan mocht wat
hem betreft via het buizenstelsel van zijn gasmonopolie best leveren aan
landen als de Oekraïne, een notoire wantbetaler, terwijl Rusland
voortaan betrouwbaarder afnemers als Duitsland zou bedienen.
Nijazov voelde zich bekocht. Het straatarme Kiev betaalde de
achterstallige rekeningen uitsluitend in natura; op een gegeven moment
met een partij Volvo's. Bij aflevering in Asgabat, waar het 's zomers
geregeld vijftig graden Celsius is, bleek het te gaan om modellen met
stoelverwarming. Na een mislukte poging om van Gazprom betere
voorwaarden te krijgen, liep de Turkmeense despoot rood aan van woede.
"Ik ruik hier oude, koloniale Sovjet-ambities", snoof hij, en beval in
een opwelling om de gaskraan naar Rusland helemaal dicht te draaien.
De baas van Gazprom, Rem Vi achirev, op zijn beurt deed uiterst
laatdunkend: "Ach die Turkmenen, ik voorspel dat ze kruipend door de
woestijn naar ons zullen terugkeren."
De gevolgen van deze ruzie waren ongekend. Want al beroofde Nijazov zich
in één klap van een (mogelijke) inkomstenbron, op slag was
hij een spilfiguur in het geopolitieke steekspel om invloedsferen in
Centraal-Azië. Door het warme bad van aandacht van de wereldleiders
sloegen bij hem alle stoppen door. In Asgabat liet hij de meest
wanstaltige paleizen en standbeelden van zichzelf verrijzen, terwijl hij
de aanspreektitel Turkmenbasi (Hoofd der Turkmenen) aannam.
's Lands gas kon hij alleen nog te gelde maken via een bestaande, korte
pijpleiding naar het buurland Iran, maar dat was - zo begreep iedereen -
wegens de beperkte capaciteit slechts een lapmiddel. Om te overleven
moest er een grote, duurzame, kapitaalkrachtige afnemer worden gevonden.
Shell kreeg daarop de opdracht om de haalbaarheid te bestuderen van het
verlengen van de Iraanse gasleiding naar Turkije.
Rond diezelfde tijd kwam er echter in Washington een sterke lobby op
gang die er bij Clinton op aandrong zich actiever en vooral
stelselmatiger te bemoeien met de race om de Kaspische energievoorraden.
De voormalige energieminister Federico Pen heeft inmiddels onthuld dat
daaruit het strategische concept van de "euraziatische energie-corridor"
is gerold, met het expliciete doel om Iran en Rusland naar de zijlijn te
werken. Voor deze missie benoemde het Witte Huis een speciale gezant met
de status van ambassadeur: John Wolf, terwijl de scenario-schrijvers van
Hollywood een nieuwe rol zagen voor Pierce Brosnan.
"Te midden van dit alles stelt Shell zich zo neutraal mogelijk op", zo
vervolgt de Shell-vertegenwoordiger in Asgabat zijn verhaal. Door het
raam van het vijfsterrenhotel is te zien hoe twee chauffeurs op de
motorkap van een afgejakkerde Kamaz-vrachtwagen een spelletje triktrak
spelen. "Wat ons vooral interesseert zijn de exploratie en exploitatie
van de Turkmeense gasvelden. Die pijplijn doen we erbij omdat het ons
gevraagd is."
Volgens de Shell-vertegenwoordiger is het goed verklaarbaar waarom
Turkmenbasi uitgerekend Shell aan boord heeft gehaald: als niet-
Amerikaans bedrijf dat ook in Iran werkt was dit de ideale partner voor
het Amerikaanse consortium PSG (van General Electric en Bechtel) dat
uiteindelijk de hoofdaannemer zal worden. "Dit hele idee van een Trans-
Kaspische pijpleiding komt uit Washington, dus is het logisch dat een
Amerikaans concern de kar trekt. Door ook Shell uit te nodigen laat
Turkmenbasi zien dat hij zich niet met huid en haar heeft overgeleverd
aan de Amerikanen."
Vorige zomer op 6 augustus zijn alle plechtige intentieverklaringen in
Asgabat ondertekend. Echt schot in de zaak kwam er in november toen Bill
Clinton in de marge van de OVSE-top in Istanbul een champagnedronk
uitbracht op de presidenten van Turkmenistan, Azerbajdzjan, Georgië
en Turkije, nadat zij gevijven hun steun voor de bouw van de door
Rusland en Iran gewraakte energiecorridor hadden bevestigd. Er zou in
januari 2000 met de aanleg kunnen worden begonnen.
Maar nog voor het jaar voorbij was kwamen de Russen in actie. "Waarom
willen de Turkmenen in godsnaam die pijp?" vroeg de Russische minister
van Energiezaken Viktor Kaljoezjni zich af. "Hoe denken ze die te
bouwen? Daar hebben ze toch helemaal het geld niet voor?"
Rem Viachirev van Gazprom ging diep door het stof en bood Turkmenbasi
zijn excuses aan voor zijn botte opmerkingen van twee jaar eerder.
"Asgabat verdient het om zijn gas naar West-Europa te kunnen
exporteren", zei hij in december. "Alle benodigde infrastructuur ligt er
al. De pijpleidingen zijn al gebouwd. Waarom zou iemand een nieuwe
willen aanleggen?" Deze retorische vraag ging gepaard met een genereus
aanbod: Gazprom, oftewel Rusland, bood Turkmenbasi uitstekende tarieven,
en na enig handjeklap ging de gaskraan naar het noorden weer open.
"Daar ligt Shell niet echt wakker van", zegt de Shell-vertegenwoordiger
dapper. "Pas wanneer de Russen een langlopend contract voor grote
hoeveelheden gas zouden hebben gesloten, ja dan zou er weinig voor ons
overblijven. Maar Turkmenbasi is inmiddels door de wol geverfd: hij laat
zich door niemand helemaal inpakken."
Toch zijn de avances van Rem (zijn voornaam is een afkorting van
Revolutie Engels Marx) Viachirev slechts een van de aanvallen op de
Trans-Kaspische gasleiding. Moskou is niet alleen in een race verwikkeld
om Turkije eerder te bedienen via de Blue Stream-leiding over de bodem
van de Zwarte Zee, het betwist tegelijk de wettigheid van de Trans-
Kaspische route: zolang er geen akkoord is over de verdeling van de
olierijke zee onder de vijf grensstaten, zegt het Kremlin, hebben
Turkmenistan en Azerbajdzjan het recht niet om met z'n tweeën te
beslissen over die pijp.
Maar door dat juridische getouwtrek laat Shell zich niet afschrikken.
"Er zijn wel meer van die absurde claims", zegt de Shell-
vertegenwoordiger. De meest spectaculaire is de bezorgdheid van Rusland
dat de ecologie van het leefgebied van de steur naar de knoppen gaat,
waardoor de kaviaarindustrie in gevaar zou komen. Een bittere grap,
vinden ze bij Shell, eentje waar je eigenlijk om zou moeten huilen. Want
als er iemand een smeerboel van de Kaspische Zee heeft gemaakt, dan zijn
dat de Russen (die bovendien hard op weg zijn door overbevissing en
stroperij de steur uit te roeien).
Er zijn lastiger hobbels te nemen. Was er in november een politiek
beginselakkoord, in januari ging Azerbajdzjan onverwachts dwarsliggen.
Dat land heeft onlangs zelf gasvoorraden ontdekt en claimt nu ook
toegang tot de aan te leggen pijp naar Turkije. Ambassadeur Wolf ("Wij
streven naar coöperatie, niet naar competitie") vloog van Bakoe
naar Asgabat, maar kon niet verhinderen dat het hele project aan een
zijden draadje hangt. Het weekblad Moskovski Novosti kopte eind januari
"Trans-Kaspische Pijpleiding flopt!" In euforische stemming brengen de
Russen "het goede nieuws" dat Washington, "de zelfbenoemde patroon van
alle eigenaars van de Kaspische energiebronnen", over zijn eigen
pijplijnplannen is gestruikeld. Hoewel deze oneffenheid ook wel weer zal
worden gladgestreken, betekent het in ieder geval kostbaar tijdverlies.
Op termijn lijkt het gevaar voor Shell niet uit Rusland te komen, maar
uit het kritische Westen. Door samen te werken met Turkmenbasi haalt
Shell namelijk een in potentie explosief pr-probleem in huis. "Zeker,
dat is een risico", geeft de Shell-vertegenwoordiger toe. Hij kent de
rapporten van Human Rights Watch en andere mensenrechtenorganisaties die
de Turkmeense heerser tot de absolute wereldtop van onderdrukkers
rekenen. De laatste dissident is begin januari opgepakt, terwijl de
voorlaatste enkele maanden geleden in een politiecel is gestorven.
Turkmenistan zou onder leiding van Nijazov solliciteren naar de status
van "internationale paria". Na Zuid-Afrika (apartheid), Nigeria
(executie van milieuactivisten) en de aanvaring met Greenpeace (over het
olieplatform Brentspar) dreigt Shell in Turkmenistan regelrecht af te
stevenen op een zoveelste veroordeling van het publiek. De Shell-
vertegenwoordiger is zich daar terdege van bewust. "Voordat ik aan dit
project begon, ben ik daar door onze pr-afdeling ook nadrukkelijk op
gewezen."
Maar de Shell-vertegenwoordiger is er tegelijkertijd van overtuigd
dat boycots averechts werken en dat Shell de enig juiste beslissing
neemt. Hij wijst op de nieuw ontwikkelde bedrijfsethiek ("de tien
geboden van Shell") die als appendix aan de intentieverklaring is
gehecht. "We hebben onze principes over onder andere democratie en
mensenrechten aan Turkmenbasi voorgelegd. We hebben hem gewaarschuwd dat
wij, indien daarnaar gevraagd, zijn regime niet zullen verdedigen. Dat
weet hij en hij is ermee akkoord gegaan."
Dat alles neemt niet weg dat Shell-voorlichting in Den Haag het
Turkmeense avontuur nog te pril vindt om toe te lichten. "Voorlopig
geven we geen officieel commen taar", zegt een woordvoerder. "Daarvoor
is deze zaak te delicaat."