Van den Bergh: We willen niet minder investeren, maar
beter
Shell trots op discipline
Trots presenteerde
financiële man Maarten van den Bergh gisteren voor de laatste keer
de jaarcijfers van energieconcern Shell. De financiële discipline
waar hij op heeft gehamerd zorgde voor fraaie getallen.
Door onze redacteur REMMELT OTTEN
DEN HAAG, 11 FEBR. Natuurlijk droeg de enorme stijging van de olieprijs
bij aan het winstherstel van de Shell Groep in het afgelopen jaar. De
olieprijs klom van gemiddeld ruim 11 dollar in het vierde kwartaal van
1998 tot ruim 24 dollar in het laatste kwartaal van 1999. Van ieder vat
olie dat Shell in de Golf van Mexico of voor de kust van Nigeria naar
boven pompte verdubbelde de opbrengst.
Natuurlijk daalden tegelijkertijd de marges van Shells raffinaderijen in
Pernis en Singapore, net als de marges van de pompstations en de
chemische krakers. Dat is het lot van een 'geïntegreerd'
olieconcern als Shell. Want de stijging van de grondstof (de ruwe olie)
loopt altijd iets voor op de stijging van de prijs die de
raffinaderijen, de pompstations en de chemische fabrieken van Shell aan
hun klanten kunnen berekenen.
Veel belangrijker vond Van den Bergh dat het blokje kostenbesparingen
(zie grafiek) voor een bijna net zo groot bedrag bijdroeg aan de
winstsprong als het effect van de olieprijs. Het gaat daarbij overigens
om de 'gecorrigeerde' winst, die voorraadeffecten en bijzondere posten
niet meeneemt. Deze gecorrigeerde winst geeft beter weer hoe het bedrijf
ervoor staat dan de nettowinst. De nettowinst was bijvoorbeeld vorig
jaar heel laag, door 4,5 miljard dollar reorganisatiekosten, en viel dit
jaar extra hoog uit door een papieren winst van 1 miljard dollar op de
voorraden.
De kostenverlagingen bij Shell zijn het resultaat van de eind 1998
ingezette reorganisatie. De daling van de olieprijs tot onder de 10
dollar per vat (heel eventjes) had Shell aan het wankelen gebracht.
Grote delen van het concern bleken bij een dergelijk prijsniveau niet
rendabel. Dat nooit meer, dacht de leiding.
Shell nam twee maatregelen. In de eerste plaats ging een aantal
onderdelen van het bedrijf - liefst eenzesde van het geïnvesteerde
kapitaal - in de verkoop. De boekwaarde ervan bedroeg 12 miljard dollar.
De veilingen (van chemiecomplexen tot de kolendivisie) zijn inmiddels
vrijwel allemaal achter de rug. Wat overblijft zijn onder andere de
olievelden met een lage kostenstructuur en de chemische fabrieken met
verhoudingsgewijs de beste marktposities.
Ten tweede koos Shell voor interne concurrentie bij alle nieuwe
investeringen. Een energiecentrale in Nederland? Of in Turkije? Of een
bod op een olieveld in Brazilië? De voorstellen werden allemaal
beoordeeld door 'gelijken' binnen het bedrijf. En alleen de beste
voorstellen kregen goedkeuring van het hoofdkantoor. Daardoor zijn de
uitgaven gedaald van zo'n 16 miljard dollar in 1996 en 1997 tot minder
dan 10 miljard dollar in het afgelopen jaar.
Met de hand op de knip loopt Shell het gevaar dat het zichzelf beperkt
in zijn toekomstige groei. Shell is zich daarvan bewust, liet Van den
Bergh gisteren merken. "We willen niet per se minder besteden, we willen
het beter besteden."
Shell is wel degelijk erg actief, voegde hij eraan toe, met bijvoorbeeld
forse investeringen in een derde 'trein' voor een gasveld in Nigeria, in
twee olievelden in Nigeria, in twee velden in Iran, in het Brutusveld in
de Verenigde Staten en in een project voor oliewinning uit teerzand in
Canada. Al met al waren de toevoegingen aan de bewezen reserves ongeveer
gelijk aan de productie. Zonder het effect van de verkoop van een aantal
olievelden bedroegen de toevoegingen zelfs 115 procent van de productie.
Alle toekomstige investeringen worden bij Shell nog steeds getoetst aan
een fictieve olieprijs van 14 dollar per vat, terwijl de feitelijke
verkoopprijs inmiddels een stuk hoger ligt. Het is misschien een wat
conservatieve houding, erkende bestuurslid Jeroen van der Veer, die zijn
collega Van den Bergh halverwege dit jaar zal opvolgen als vice-
voorzitter van het concern. Maar Shell voelt zich goed bij zo'n
voorzichtige aanname. Er is immers geen enkele garantie dat de olieprijs
zich op langere termijn op het huidige niveau kan handhaven. De huidige
recordprijzen zijn de beste aanmoediging voor extra productie, die
vervolgens zal leiden tot prijsdalingen. Bij Shell gaan ze ervan uit dat
de olieprijs dit jaar boven de 20 dollar zal blijven hangen, maar daarna
mogelijk kan dalen tot een niveau van 14 tot 16 dollar. 'Midteens',
noemde bestuursvoorzitter Moody-Stuart dat gisteren in Londen.
Bij de reorganisatiesplannen van eind 1998, begin 1999 hoorde ook een
aantal financiële doelstellingen. Die lijkt Shell met gemak te
halen. Het rendement op gemiddeld geïnvesteerd vermogen moet in
2001 uitkomen op 14 procent, was de doelstelling. Dit jaar is het
percentage al gestegen tot 12,1. Bovendien krijgt Shell volgend jaar een
extra instrument om de financiële ratio's te kunnen sturen. In 2001
wordt - mits de Eerste Kamer ermee instemt - "eindelijk" de inkoop van
eigen aandelen mogelijk, of beter gezegd: de Nederlandse fiscus zal
inkoop van eigen aandelen niet meer zwaar belasten.
Shell heeft, via werkgeversorganisatie VNO-NCW, lang moet lobbyen om het
nieuwe belastingplan van Zalm en Vermeend wat bedrijfsvriendelijker te
krijgen. Pas in de 'vierde nota van wijziging' werd het bedrijven
mogelijk gemaakt vanaf 2001 aandelen in te kopen zonder dat de fiscus
daarbij een forse dividendbelasting oplegt. Wel zijn er beperkende
voorwaarden: een bedrijf moet zijn gewone dividendbeleid blijven volgen
en mag geen misbruik van de regeling maken door winst weg te sluizen.
Ook is de inkoop tot het jaar 2006 beperkt tot minimaal 25 en maximaal
80 procent van het uitgekeerde dividend.
Maar Shell kan leven met die beperkingen. Het wil een aantal jaren lang
aandelen inkopen. Met een dividenduitkering van de Groep van ongeveer
5,6 miljard dollar over 1999 is sprake van een bandbreedte die ruimte
genoeg biedt voor een inkoopprogramma van vele miljarden per jaar.
DOSSIER: www.nrc.nl
Shell in
1999
Activiteit: Op één na grootste olieconcern ter
wereld Hoofdkantoren: Den Haag en LondenOmzet: 105 miljard
dollar (219 miljard gulden)Nettowinst: 8,6 miljard dollar (17,8
miljard gulden)Medewerkers: 96.000Belangrijkste
gebeurtenis: Als enige grote olieconcern doet Shell niet mee aan de
overname- en fusiegolf