U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
   T E K S T   R E G E E R A K K O O R D

NIEUWS  | TEGENSPRAAK  | SUPPLEMENT  | AGENDA  | ARCHIEF  | ADVERTENTIES  | SERVICE 

Zie ook:
ARTIKELEN OVER HET ONTWERP-REGEERAKKOORD 

Terug naar overzicht
Bijlage a: uitwerking verhoging energiebelasting Overzicht van de mutatie in de tarieven in de mengvorm, die vertrekpunt is bij een nadere uitwerking van de verhoging van de milieubelastingen Waarde heffingsvrije voet 100 Tariefsverhoging gas (cent/m3) tot 5.000 m3 8 5.000 - 1 miljoen m3 1 > 1 miljoen m3 0 Tariefsverhoging elektricteit (cent/kWh) tot 10.000 kWh 6 10.000 - 10 miljoen kWh 0,2 > 10 miljoen kWh 0 Bijlage b: tariefstructuur Uitwerking van een variant, waarvan de tariefstructuur is weergegeven in tabel 1. Verder zijn, ten opzichte van optie 2 uit de Verkenning de volgende wijzigingen aangebracht: ¿ inzet door de werkgroep van 100 miljard hogere grondslag forfaitair rendement: 1 miljard extra opbrengst er van uitgaande dat geen weglek optreedt naar de vrijstelling aan de voet van f. 37.500; ¿ een verhoging van het tarief van het forfaitair rendement van 25% naar 30%; ¿ een verhoging van het aanmerkelijk belang (ab)-tarief van 25% naar 30%; ¿ een beperking van de 35%-regeling voor expatriates naar 30%. Tabel 2 bevat de standaard en niet-standaard inkomenseffecten. Ten aanzien van de inkomens beneden het minimumloon is verondersteld dat deze werknemers partner van een tweeverdiener zijn. In verband hiermee zijn aan hen geen niet-standaard-effecten toegerekend. Verder moet worden benadrukt dat bij de arbeidskorting, anders dan in de EITC-varianten in de Verkenning, geen rekening is gehouden met een urencriterium. Wordt wel rekening gehouden met een urencriterium dan zou de faciliteit duurder worden, doordat aan de onderkant met name deeltijders zouden instromen in de regeling. Ten aanzien van de inkomenseffecten als gevolg van de verhoging van de indirecte belastingen is verondersteld dat deze voor de inkomensposities van 0,33 en 0,67 * minimumloon gelijk zijn aan de effecten bij het minimumloon. Tabel 1: Overzicht kenmerken tariefstructuur MEV Optie 2 Variant Lengte (eerste deel) eerste schijf 47.184 52.184 31.000 Lengte (tweede deel) eerste schijf NVT NVT 21.184 Lengte tweede schijf 56.590 56.590 56.590 Tarief (eerste deel) eerste schijf 36,35% (19,85%) 34,1% (17,6%) 32,0% (15,5%) Tarief (tweede deel) eerste schijf NVT NVT 36,0% (19,5%) Tarief tweede schijf 50,0% 43,9% 42,0% Tarief derde schijf 60,0% 56,2% 52,0% Belastingvrije som tariefgroep 2 8.617 0 0 Belastingvrije som tariefgroep 3 16.824 0 0 Heffingskorting tariefgroep 2 0 3.211 (1.657) 3.076 (1.654) Heffingskorting tariefgroep 3 0 6.282 (3.242) 6.152 (3.309) Maximum arbeidskostenforfait 3.108 3.108 1.236 Percentage arbeidskostenforfait 12% 12% 4% Arbeidskorting 0 0 1.503 (oploop 70%-100% WML Tabel 2: Inkomenseffecten variant Standaard- Mutaties Totaal Niet- Totaal effecten variant standaard- standaard Inkomens- optie 2 effecten effecten Effect Werknemers (algemeen) 1/3 minimumloon -0,1% -1,7% -1,8% 0,0% -1,8% 2/3 minimumloon 0,5% -1,7% -1,2% 0,0% -1,2% minimumloon 0,6% 6,4% 7,0% -0,8% 6,1% modaal 1,1% 2,9% 4,1% -1,5% 2,6% anderhalf maal modaal 1,9% 2,6% 4,5% -1,9% 2,6% tweemaal modaal 3,9% 2,8% 6,7% -3,1% 3,6% driemaal modaal 4,7% 4,1% 8,8% -5,9% 2,9% Werknemers (alleenverdiener) minimumloon 0,4% 4,9% 5,4% -0,4% 5,0% modaal 0,9% 2,5% 3,4% -0,9% 2,4% anderhalf maal modaal -0,2% 2,5% 2,3% -1,5% 0,8% tweemaal modaal 1,9% 2,7% 4,6% -2,3% 2,3% driemaal modaal 2,1% 4,0% 6,1% -5,2% 0,9% Sociaal minimum 0,9% 2,1% 3,1% -0,5% 2,5% Ouderen alleenstaand AOW 0,6% 1,6% 2,1% -0,3% 1,9% 40000 0,6% 1,6% 2,2% -0,6% 1,6% 80000 1,1% 1,2% 2,3% -2,2% 0,1% Gehuwd AOW 0,5% 1,5% 2,0% -0,1% 1,9% 40000 0,7% 1,8% 2,5% -0,2% 2,3% 80000 0,1% 1,0% 1,1% -1,5% -0,4% [1] Er bestaat een verschil van een ½ miljard tussen de CPB-becijfering met betrekking tot de som van EMU-tekortreductie en uitgavenreserve en die van het concept-regeerakkoord. Dit vloeit voort uit een ¼ miljard gunstiger inschatting van de belastingopbrengsten door Financiën bij het behoedzame scenario en een ¼ miljard gunstiger ontwikkeling van de uitgaven bij ongewijzigd beleid op grond van de juli-stand ten aanzien van de begrotingsontwikkeling. Bij de sociale zekerheidsuitgaven bestaat een verschil van inzicht tussen CPB en SZW. In het concept-regeerakkoord is gerekend met de CPB-raming. Het kabinet zal terzake nader een standpunt moeten bepalen. [2] Verschuiving van op de begroting van EZ opgenomen hulp aan Indonesië van non-ODA naar ODA [3] Er zal een wetsvoorstel komen om de voedingssystematiek van het FES te wijzigen teneinde de stabiliteit te vergroten en doorkruising van de randvoorwaarden ten aanzien van het EMU-tekort te voorkomen. Bij eenmalige opbrengsten in de vermogenssfeer (inclusief Common Area baten) wordt in het vervolg niet meer de hoofdsom in het FES gestort en daarna besteed doch wordt de hoofdsom ten gunste van de staatsschuld gebracht en de voeding van het FES structureel verhoogd met de daardoor vrijvallende rentelasten (in het geval van staatsdeelnemingen: na aftrek van dividendderving). Daarnaast wordt ten aanzien van de gasbaten niet meer een deel van de exportbaten als voeding aangewezen, doch een vast percentage van de totale gasbaten (niet-belastingmiddelen). De laatste wijziging is nodig omdat door de internationale handelsfunctie van de Gasunie (import en export) Nederlandse exportbaten niet meer kunnen worden onderscheiden. De systeemwijziging vindt voor de periode 1999 tot en met 2010 als geheel budgettair neutraal plaats en mondt uit in een percentage van de totale gasbaten (niet-belastingmiddelen) van ruim 40%. [4] De uiteenlopende opvattingen van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en het CPB laten zich niet op korte termijn op één noemer brengen. [5] Het kabinet zal de mogelijkheid van fiscalisering van de omroepbijdragen onderzoeken. Eventuele besparingen in uitvoeringskosten als gevolg daarvan komen beschikbaar voor jeugdzorg. [6] Een economische groei van 3% i.p.v. 2¼% is goed voor 2 à 2,25 miljard hogere belasting- en premieontvangsten. Daartegenover staat dat de aardgasbaten (nbm + vpb) in 1999 ten opzichte van 1998 met 2¼ miljard teruglopen. [7] De verwachte overschrijding in het geneesmiddelendossier ad 1,7 miljard wordt bestreden met de volgende maatregelen: 700 miljoen onder meer op grond van plan Koopmans 300 miljoen besparing inkoop 100 miljoen besparing uitvoeringskosten zorgverzekeraars 1100 Resteert 600 miljoen op te vangen binnen de totale budgettaire ruimte van de zorg, die als gevolg van het regeerakkoord is vergroot met 2560 miljoen. Zie ook blz. 38 laatste zin van punt b. geneesmiddelen. [8] Zie voetnoot in hoofdstuk 1 over omroepbijdragen op blz. 12. [9] De 70% zal zonodig worden aangepast in het licht van inkomenseffecten en gewenste activerende werking. [10] Het betreft hier de grondslagverbredende maatregelen uit de Verkenning. Los daarvan zijn er ook grondslagwijzigende maatregelen opgenomen in het budgettaire beeld (zie tabellen op blz. 13 en 18).

Terug naar overzicht

NRC Webpagina's
21 JULI 1998



    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)