NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE

Rijksbegroting 2001

Nieuws

Plannen
per departement

Troonrede

Algemene Beschouwingen

Paars: De tweede helft

Rijksbegroting:
Hoe en wat?

Links

DE TWEEDE HELFT:
De Grave - minister van Defensie

De Grave lost verplichtingen in

Door onze redacteur
J.M. Bik

DEN HAAG, 31 OKT. Minister De Grave (Defensie) voelt zich prima: bezuinigingen doorgevoerd, Kosovo achter de rug, extra geld binnengehaald.

Daar staat, begin september, Frank de Grave op de brede witmarmeren trap van het paleis waar het Poolse ministerie van Defensie in Warschau zetelt. Klein en heel slank in een lichtgrijs pak, jongenslachje om de mond, naast zijn robuuste gastheer en collega Komorowski. De Nederlandse minister van Defensie kijkt naar een plechtig defilé van eenheden van de drie Poolse krijgsmachtdelen, dat in Pruisische Steckschritt - strakke, hoog opzwaaiende zwartgelaarsde benen - ernstig voor hem langs marcheert.

,,Gegroet soldaten!'', roept hij zo hard mogelijk in het Pools. ,,Gegroet minister!'', bulderen zij als één man terug, de hoofden in één ruk naar hem draaiend. Marsmuziek klinkt, blanke sabels gaan op en neer. ,,Niet slecht, wat?'', grapt hij even later naar een lacherig groepje Nederlandse journalisten. Boven zijn hoofd hangt een wolkje waarin te lezen staat: 'Met mij gaat het weer goed.'

Want het gaat intussen weer uitnemend met de 45-jarige VVD'er De Grave. Hoewel zoon en kleinzoon van een beroepsmilitair, leek hij twee jaar geleden enigszins verdwaald toen hij via de formatietombola op Defensie belandde. Na acht jaar lid van de Tweede Kamer te zijn geweest ('82-'90), zes jaar wethouder te Amsterdam (tot '96) en twee jaar staatssecretaris op Sociale Zaken.

De man die al vóór 'paars' voorstander van paars was en die alom erkend is als handige politieke puntenbokser, was daarmee zomer 1998 aangekomen op een moeilijk en weinig populair ministerie, waar menig politicus zijn graf vond. Een ministerie dat zijn budget sinds de vroege jaren negentig onophoudelijk verder beperkt zag, de afschaffing van de dienstplicht moest verwerken én een verschuiving van zijn klassieke taak, landsverdediging, naar crisisbeheersing beleefde. Alsof dat allemaal niet genoeg was verplichtte het regeerakkoord De Grave bovendien, min of meer out of the blue, althans zonder veel toelichting of analyse, om tot 2003 jaarlijks structureel 375 miljoen te bezuinigen.

Twee jaar later is deze verplichting al ingelost. Na een Hoofdlijnennotitie en een door de minister opgezet 'strategisch toekomstdebat defensie' - een poging om het maatschappelijk draagvlak te versterken waaraan uiteraard vooral de vaste deelnemers aan het veiligheidsdebat meedoen (kerken, universiteiten, instituut Clingendael) - komt najaar 1999 al de Defensienota-2000 uit. De bevelhebbers zijn, zij het moeizaam, akkoord gegaan met deze planning voor tien jaar. De regeringsfracties in de Tweede Kamer doen dat ook, een paar maanden later. Al wordt er naast alle lof voor de aangekondigde vergroting van de paraatheid, ook bezorgd gesproken over de tweede helft van de planperiode, wanneer door de 'boeggolf' van uitgestelde investeringen grote budgettaire spanningen wachten. Maar dan is De Grave vermoedelijk al op een volgend carrièrestation aangekomen en geen minister van Defensie meer. En voor Defensie geldt en gold overigens wel vaker: wie dan leeft, dan zorgt.

Al met al is het begrijpelijk dat De Grave zich zomer 2000, zeg bij zo'n bezoek aan Warschau, alweer aardig senang voelt. Halverwege de rit van dit kabinet is de zwaarste klus gedaan. Het onvoorziene intermezzo 'Kosovo' is hij ongeschonden doorgekomen, ook in politiek opzicht. En de begrotingsslag is mooi afgerond. Want in het kabinet hebben de 'lessen van Kosovo' Defensie voor 2001 zelfs een bedrag van 200 miljoen extra opgeleverd. En al is dat maar weinig in verhouding tot de 1.500 miljoen verwerkte bezuinigingen van het regeerakkoord, De Grave kan zich met zo'n meevaller voorshands redelijk goed vertonen onder zijn Europese collega's.

Die lessen van Kosovo én het enorme probleem van de werving brengen mee dat De Grave zich verder niet behoeft te vervelen maar juist in de tweede helft van zijn ministerschap nog genoeg te doen krijgt. De Kosovocrisis heeft zelfs voor een paradoxale ontwikkeling gezorgd. Want terwijl op Defensie bijna het gehele vorig jaar zwaar werd gewikt hoe en waar de door PvdA en D66 geëiste bezuinigingen van het regeerakkoord konden worden gevonden, kregen de landen van de Europese Unie door 'Kosovo' steeds meer door dat de VS militair zó superieur zijn dat zij zelfs onmisbaar zijn voor crisisbeheersing in Europa.

Op EU-toppen in Keulen (12 juni '99) en Helsinki (10 december '99) moest Nederland (premier Kok) mee in de conclusie dat de EU-leden niet minder maar juist méér aan Defensie moeten doen en veel nauwer moeten samenwerken om hun veiligheidsprofiel in overeenstemming te brengen met hun politiek-economische gewicht. In 2003 moet de Unie een interventiemacht van 60.000 man voor een half jaar op de been kunnen brengen, de Franse minister Richard preciseerde onlangs in het Europese Parlement dat dit bij een duur van anderhalf jaar feitelijk op 200.000 man neerkomt. Dat is een gewaagde doelstelling, waar de VVD'ers De Grave en Van Aartsen (Buitenlandse Zaken) aanvankelijk Atlantische risico's in zagen, maar waaraan zij de komende jaren hard moeten werken.

Het probleem van de werving zit eigenlijk in de portefeuille van staatssecretaris Van Hoof, maar De Grave kan dit moeilijk aan hem blijven overlaten. Op de krappe arbeidsmarkt verloopt de werving zó slecht dat de geldende Nederlandse ambities op het gebied van crisisbeheersing (tegelijkertijd vier eenheden van bataljonsgrootte beschikbaar hebben) nu al onder grote druk staan. Geld, veel geld, zal daarvoor nodig zijn. Misschien zóveel dat die bezuinigingen van het regeerakkoord-'98 alsnog gedeeltelijk ongedaan gemaakt moeten worden. Dan mag De Grave als budgetbeheerder de berg weer op die hij sinds zomer '98 zo vaardig is afgegaan.

NRC Webpagina's
31 oktober 2000

Den Haag

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad