NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE

Rijksbegroting 2001

Nieuws

Plannen
per departement

Troonrede

Algemene Beschouwingen

Paars: De tweede helft

Rijksbegroting:
Hoe en wat?

Links

Socialistische Partij

,,De publieke zaak is verweesd. (...) [We staan] op een cruciaal punt in de geschiedenis. Gaan we rechtsaf (...), richting Amerikaanse toestanden? Of gaan we linksaf, en wijken we af van het door de VVD gedomineerde beleid, in de richting van een samenleving met fatsoenlijke collectieve voorzieningen?''

Bijdrage van J. Marijnissen

'Iedere tijd smacht naar een schonere wereld. Hoe dieper de wanhoop en verslagenheid over het verwarde heden, des te inniger dat smachten', schrijft de historicus Huizinga in zijn 'Herfsttij der Middeleeuwen'.

En hoe paradoxaal het in deze tijd van aanhoudende economische groei op het eerste gezicht ook mag lijken: We leven in een verward en verwarrend heden. Aanleiding voor wanhoop en verslagenheid is er ook. En dus ook voor het smachten naar een schonere wereld.

De tegenstellingen wereldwijd onder andere tussen arm en rijk nemen nog steeds toe, net als de tegenstellingen in ons eigen land. En dat niet alleen. Belangrijke waarden die de Europese beschaving heeft voortgebracht, lijken -nu we ze kunnen realiseren- steeds verder te wijken achter de horizon. Het zijn verwarrende tijden. Meest verwarrend is misschien nog wel het verschil tussen hoe velen de deplorabele staat van Nederland zien, en het gebrek van gevoel van urgentie bij het kabinet en de meerderheid van de Kamer.

De afgelopen twintig jaar heeft zich in ons land een ware revolutie voltrokken. Het concept van de verzorgingsstaat werd ingeruild voor een 'kille', zakelijke waarborgstaat.

De publieke zaak is verweesd. En omdat de publieke zaak de kern vormt van de beschaving, kon de nonchalante wijze waarop door Paars met de publieke zaak is omgegaan niet zonder gevolgen blijven. Inmiddels staan we op een cruciaal punt in de geschiedenis:

Gaan we rechts af, gaan we door op de eerder door Paars ingeslagen weg, recht richting Amerikaanse toestanden; of gaan we links af, en wijken we af van het door de VVD gedomineerde beleid, in de richting van een samenleving met fatsoenlijke collectieve voorzieningen, een fatsoenlijke inkomensverdeling, een samenleving die recht doet aan de rechten van élk individu?

En natuurlijk zijn niet alle problemen die door Paars zijn veroorzaakt in één klap op te lossen, maar een mijlenlange weg begint met een eerste stap én vooral met het kiezen van de goede richting. En die richting wordt bepaald door het antwoord op de vraag: willen we links- of rechtsaf?

De fixatie van de achtereenvolgende kabinetten vanaf het begin van de jaren tachtig op de macro-economische cijfers (de economische groei, het terugdringen van het financieringstekort en de staatsschuld), heeft de blik op de samenleving vertroebeld. De korte horizonten van maximaal vier jaar voor herverkiezing en meestal zelfs één jaar, het begrotingsjaar, hebben verhinderd dat de heersende politiek tijdig heeft ingezien dat er schraalheid of erger ontstaat aan het eind van de kaasschaaf. Overtollig vet wegsnijden in organisaties kan geen kwaad, maar daar mee doorgaan ook als het bot reeds zichtbaar is, leidt tot een verzwakking van het skelet.

De prijs die we nu betalen voor het systematisch verkrappen van budgetten is hoog. Die prijs betalen we door middel van verlies aan kwaliteit en toegankelijkheid van wezenlijke voorzieningen. Maar die prijs omvat ook – en dat is nog erger- de onvoorwaardelijke en onbetaalbare loyaliteit van de leraar aan het onderwijs en 'zijn' leerlingen, van de verpleger aan de zorg en ‘zijn’ patiënten, van de politieagent aan de beveiliging van de openbare ruimte en 'zijn' wijkbewoners, van de academicus aan de wetenschap en 'zijn' onderzoek, van de kunstenaar aan de kunsten en 'zijn' werkstuk, van de conducteur aan het openbaar vervoer en 'zijn' passagiers.

Velen van de infanteristen van de publieke zaak, zij die in de frontlinie staan van de dagelijkse werkelijkheid, hebben hun vertrouwen in het beleid van de overheid verloren. Zij hebben het gevoel er alleen voor te staan, en niet de steun te krijgen die ze terecht verwachten. Cynisme uit zelfbehoud is het onvermijdelijke gevolg. Het tekort aan wervingskracht van het werken in de publieke sector en voor de publieke zaak, het gebrekkige imago ervan, is een zelfstandig probleem geworden. Het goedkoop van de overheid is duurkoop voor de samenleving geworden.

Nu er spanning op de arbeidsmarkt is -onder andere omdat het kabinet er maar niet in slaagt het enorme reserveleger van bijna één miljoen arbeidsongeschikten aan het werk te helpen omdat men bedrijven niet wil dwingen deze mensen aan te nemen- worden de gevolgen van de stiefmoederlijke behandeling van de publieke zaak door Paars extra duidelijk en extra schrijnend. De concurrentie met de markt bij het werven van personeel wordt op alle fronten verloren. En daarom moeten er kunstgrepen gepleegd worden: verpleegkundigen uit Zuid-Afrika, kinderen vier dagen per week naar school, onbevoegden voor de klas, premies voor het aanbrengen van collega's, premies voor uitzendbureau's voor het leveren van nieuwe leraren, enz. Zo wordt geprobeerd de grootste nood te lenigen.

De impopulariteit van de publieke sector (in de ruimste zin) heeft diverse oorzaken: natuurlijk het loon dat beslist niet marktconform is (een gediplomeerd verpleger met een Hbo-opleiding en twee jaar ervaring verdient 2165,- netto: dat is net zoveel als een caissière bij AH); natuurlijk de mindere secundaire arbeidsvoorwaarden; maar vooral toch ook de bezoedeling van het imago van het werk, of dat nu in het onderwijs is, de zorg, de politie, of het vervoer. Een baan in de publieke sector lijkt het laatste te zijn waar jongeren naar streven.

'Minder overheid en meer markt' werd het doel. Privatisering, deregulering, decentralisering en budgettering van de middelen. Ideologisch verwoordde Paars het in het Regeerakkoord 'Keuzen voor de toekomst' van 1994 aldus: 'De leidende gedachte in dit programma is het herijken van de verhouding tussen gemeenschappelijke regelingen en eigen verantwoordelijkheid.' En verder: 'Zo kan een nieuw evenwicht groeien tussen de behoefte aan bescherming en de noodzaak van dynamiek.' Een herijking en een nieuw evenwicht dus, dat was wat de Paarse bewindslieden wilden bereiken.

En ze hebben niet stil gezeten: alle sociale wetten zijn door de molen gegaan en zijn vrijwel zonder uitzondering verslechterd; de arbeidstijdenwet werd verruimd; de huren werden fors verhoogd en de sociale volkshuisvesting bijna ontmanteld; de zorg werd gebudgetteerd; het onderwijs kreeg te maken met systematische tekorten terwijl de verantwoordelijkheid in belangrijke mate werd gedecentraliseerd; de NS werd verzelfstandigd; nutstaken als gas en elektra werden klaar gemaakt voor de markt, er moest immers concurrentie komen; de PTT werd KPN en ging naar de markt; er werd/wordt door Paars voor tientallen miljarden aan lastenverlichting voor bedrijven en burgers doorgevoerd. Deze herijking leidde inderdaad tot een ander evenwicht: de bescherming nam af en er kwam markt-dynamiek voor in de plaats. De herijking leidde naast eindeloze verrijking voor enkelen aan de top (over vorig jaar gemiddeld weer 13% erbij!), kortom particuliere rijkdom voor enkelen, tot publieke armoede bij de wachters van de publieke zaak.

Steeds vaker hoor je specialisten en andere kenners van de gezondheidszorg spreken over 'dood door schuld van de overheid' als ze de gegroeide wantoestanden in de vorm van wachtlijsten beschrijven. Hoogleraar Knape, anesthesioloog in het UMC, spreekt over onnodige sterfgevallen. De Gezondheidsraad spreekt schande over het feit dat kankerpatiënten in 13 van de 21 bestralingscentra drie tot zeven weken moeten wachten voordat ze behandeld kunnen worden, terwijl volgens internationale richtlijnen de wachttijd niet langer mag bedragen dan twee weken. Het aantal wachtenden voor een open-hartoperatie neemt weer toe. Het tekort aan IC-bedden maakt dat er vaak geleurd moet worden met patiënten: de Nederlandse Hartstichting komt met voorbeelden uit Limburg waar hartpatiënten overleden omdat er geen plek was in een naburig ziekenhuis. Chirurg Maurits de Brauw zegt in de NRC (20 mei 2000): 'Ik maak de mensen niet beter. Ik maak ze zieker.' En: 'Mensen die vanwege galstenen op de wachtlijst stonden, kwamen plotseling met een ontstoken alvleesklier of galblaas binnen. We hebben nog geen doden gehad, maar daar kun je op wachten.' Uit een recent vergelijkend onderzoek van de OESO is de specialisten- en huisartsendichtheid in ons land laag, en geven we betrekkelijk weinig uit aan zorg en hebben we daarom onder andere wachtlijsten.

En niet alleen in de cure, ook de care: Meer dan 10.000 mensen wachten op een plaats in een verpleeghuis, ruim 32.000 mensen wachten op een plekje in een verzorgingshuis. Let wel, dit zijn opgeschoonde cijfers! Bijna 60.000 mensen krijgen geen of onvoldoende thuiszorg. De Inspectie voor de Gezondheidszorg laat weten dat voor 7000 meervoudig gehandicapten de behandeling en behuizing onvoldoende is. Bijna 10.000 kinderen wachten op hulp of een plaats in een instelling. Deze cijfers zijn niet nieuw maar al jaren bekend. Paars heeft zich al die tijd Oost-Indisch doof getoond, en niets ondernomen om de negatieve ontwikkelingen om te zetten in positieve. Men wilde immers 'een nieuw evenwicht'. Wat we aan percentage van het BBP uitgeven aan zorg is onder Paars gedaald van 9% naar 8,2%, terwijl de behoefte aan zorg door bijvoorbeeld de vergrijzing is toegenomen.

Waar de publieke sector tekort schiet, bereidt zij de weg voor de commercie. AEGON heeft nu een polis in de aanbieding die de verzekerde in staat stelt de wachtlijsten te omzeilen door middel van een arrangement in het buitenland, te betalen door de verzekeraar. Maar voor wat hoort wat: de premie ligt wel 180 gulden per maand hoger dan die voor andere polissen. We zien trouwens de premiedifferentiatie sowieso enorm oprukken binnen het verzekeringswezen, het is de bijl aan de wortel van de solidariteitsgedachte die ten grondslag ligt aan elke verzekering. Tweedeling is het onvermijdelijke gevolg. Zelfs op het terrein van de zorg. En het gekke is: de minister erkent dat ook (in de Zorgnota) en zegt het een slechte zaak te vinden omdat zo 'de sociale cohesie en de solidariteit verloren gaan'. Maar…is zij hier niet aanklager en schuldige tegelijk? Een ongemakkelijke positie, lijkt me. Twee zielen in één Borst: het is nog niet veranderd.

Tweedeling komt al lang niet meer alleen tot uitdrukking in zich vergrotende inkomens- en vermogensverschillen. Op vele maatschappelijke terreinen zien we die ontwikkeling. In de zorg dus, maar ook in het onderwijs: Privé-scholen (36.000 gulden per kind per jaar) werden door de politiek goedgekeurd, het belang van sponsoring door bedrijven van Coca Cola tot Shell neemt in het onderwijs steeds verder toe, net als het belang van hoge ouderbijdragen voor scholen. Minister Hermans spreekt in dit verband eufemistisch over 'differentiatie' en ‘diversiteit’, in werkelijkheid gaat het erom dat ouders graag extra betalen om zich te verzekeren van goed onderwijs voor hun kinderen, iets dat dus niet meer vanzelfsprekend aan de overheid wordt of kan worden overgelaten. Alleen, niet iedereen kán extra betalen. Die 'differentiatie' heeft niets, zoals wel beweerd wordt, met pedagogische of didactische diversiteit te maken, maar met segregatie langs een sociaal-economische lijn. Graag wil ik weten of de MP het eens is met de minister van Onderwijs als die in een interview (HC, 29.1.00) zegt: 'Waar haal ik het recht vandaan om tegen ouders te zeggen dat zij hun geld beter kunnen besteden aan een reis naar Kenia dan aan de school van hun kinderen?' En: 'Je kunt wel tegen commerciële invloed op scholen zijn, maar het ís er nu eenmaal, en daar doe je niets meer aan.'

Internationaal gezien dalen we steeds verder op de ladder als het om goed onderwijs gaat. Onze klassen zijn groter, onze leraren moeten langer werken, en dat kan niet anders dan leiden tot een lager niveau. En wat ook lager is, is het percentage BBP dat we uitgeven aan onderwijs: het OESO-gemiddelde ligt nu op 6,5% (in de VS 7,1%!), in ons land komen we niet verder dan 5,1%. Als we weer op het gemiddelde willen uitkomen, moet er 12 miljard gulden extra worden vrijgemaakt voor het onderwijs. Pedagogen vroegen zich vroeger nog wel eens af: Is onderwijs het volgieten van een emmer of het ontsteken van een licht? Deze vraag is achterhaald. Voor geen van beide kwalificaties lijken we nog de middelen beschikbaar te hebben. Vandaar dat mensen als Roel in 't Veld oproepen tot bestuurlijke ongehoorzaamheid en opstand. Hij vraagt minimaal 10 miljard voor onderwijs; oud-voorzitter van de PvdA Rottenberg gaat nog een stapje verder en zegt in het Parool: ‘We hebben 20 miljard nodig voor onderwijs als we willen dat Nederland over tien jaar in de top drie van Europa staat.’

Sprekende over onderwijs wil ik ook nog iets zeggen over de recente acties van migranten-ouders om ervoor te zorgen dat er iets gedaan wordt aan de scheiding van allochtone en autochtone kinderen. De SP steunt deze actie in Utrecht en Deventer van harte. Deze ouders begrijpen dat het belang van hun kind niet is gediend met deze scheiding: samen leven begint met samen wonen en samen naar school. Deze ouders begrijpen dat. Graag hoor ik van de MP, wat zijn mening is over deze acties.

De collectieve armoede heeft ook geleid tot minder aandacht voor de structurele individuele armoede in onze samenleving. In de kabinetsstukken komt het woord armoede helemaal niet meer voor. Mijn vraag is: Denkt de MP echt dat er geen armoede meer bestaat in dit land? Zo nee, waarom wordt er dan geen enkel woord aan besteed? Nog steeds groeien meer dan 300.000 kinderen op in armoede met alle gevolgen voor hun verdere leven. Ook het aantal daklozen (waaronder steeds meer gezinnen en kinderen) neemt schrikbarend toe. Het is toch niet zo, dat - nu bisschop Muskens even een beetje uit beeld is, het kabinet denkt zich met deze problemen niet meer bezig te hoeven houden? Ondertussen is ons land op de lijst van West-Europese landen en hun sociale zekerheid van de top (in de jaren tachtig) weggezakt naar de achterhoede, ruim achter Denemarken, België en zelfs Italië.

De publieke zaak is verweesd, en daarmee de publieke moraal. De politiek van de afgelopen twintig jaar, met de PvdA gedurende de hele tweede helft in het hart van de regering, heeft de vanzelfsprekendheid van de solidariteit van de have's met de have-nots doen verdwijnen, net zoals de vanzelfsprekendheid van fatsoenlijke publieke voorzieningen. Er kwam een nieuw belastingplan dat niets deed voor de verkleining van de inkomens- en vermogensverschillen; de publieke armoede van de overheid werd niet aangepakt. Integendeel: tientallen miljarden lastenverlichting werden richting bedrijven en burgers geschoven. En nu er dan eindelijk een begrotingsoverschot is bereikt, heeft de heer Melkert in navolging van de VVD het aflossen van de staatsschuld in 25 jaar als nieuw politiek doel geformuleerd. Weer een nieuw alibi om niet te doen waar de samenleving om schreeuwt: NU investeren!

Het lijkt er af en toe op dat we het eind van de gekte en de kortzichtigheid nog niet hebben bereikt:

Het MKB stelt voor weer een 45-urige werkweek in te voeren.

VNO/NCW ziet wel iets in de afschaffing van de VUT ten faveure van de individuele prepensioenering (net als het kabinet trouwens: hoe ziet de MP de solidariteit in dit verband?).

Werkgevers en kabinet zijn het ook eens over een toename van de flexibele beloning van werknemers en demotie (hoe ziet de oud-vakbondsman en nu MP de gevolgen hiervan op de werkdruk en de betekenis van vakbonden en CAO's). Maar het kan nóg gekker: De WRR laat weten voorstander te zijn van een verlaging van het ziekengeld van 100 naar 70%. Wel ja… Wat is hier trouwens 'wetenschappelijk' aan? Gelukkig ging de MP met deze voorstellen niet mee: in het begin van de jaren tachtig heeft hij immers zelf leiding gegeven aan de strijd van de vakbonden tegen soortgelijke plannen van zijn voorganger PvdA-partijleider.

De NS laat ijskoud weten: De reizigers zullen meer moeten staan, we kunnen het aanbod niet goed verwerken. Hoe kan dat nou, vraag je je dan toch af. Nou, we hebben geen nieuwe treinen kunnen bestellen zo lang we geen zekerheid hadden over de concessie voor het hoofdnet. Tel uit je voordelen met de marktwerking, zeg ik richting kabinet. Maar het ergste komt nog: een of andere gladde marketingdeskundige heeft vervolgens bedacht: we maken van de nood een marketingdeugd. We creëren een Derde Klasse en die noemen we 'space'. Treinen worden daar nu al voor omgebouwd. Mensen voelen zich gelijk vee in een te kleine wagon (geen space dus), maar betalen wel het volle pond. Wat denkt het kabinet aan dit soort excessen, waar dagelijks honderdduizenden mensen het slachtoffer van worden, te gaan doen, behalve de NS meer speelruimte te geven op het gebied van de tarieven, zoals ik lees in de stukken?

Ondertussen gaat het kabinet onverdroten door met rekeningrijden. De steden werden met miljarden bewerkt ('Prostitutie met overheidsgeld', noemde VVD'er Blauw dat, geloof ik), en waren vervolgens wel bereid het rekeningrijden voor lief te nemen. In de ogen van mijn fractie blijft het een schijnoplossing. De kwestie is en blijft dat er veel te weinig is en wordt geïnvesteerd in een betaalbaar, goed en comfortabel net van openbaar vervoersvoorzieningen. Waar het kabinet ondanks alle waarschuwingen en vernietigende rapporten (van oa de Rekenkamer) mee door blijft gaan is de Betuwelijn. (Bij deze geef ik aan graag tzt de voorzitter te worden van de parlementaire enquêtecommissie die deze dure miskleun gaat onderzoeken.)

Ondertussen heeft het er alle schijn van dat alle zaken die écht van waarde zijn

het onderspit blijven delven:

De kunsten en het cultuurbeleid zouden uit de brand zijn wanneer zij 200 miljoen extra zouden krijgen. Maar dat kan niet.

Onze universiteiten schreeuwen om geld voor onderzoek en voor onderzoekers, die nu massaal richting het bedrijfsleven gaan.

Natuur, de ruimte en het milieu zijn bij Paars ook niet in goede handen. Zie het gesjoemel met de eisen voor de luchtvaart in het algemeen en Schiphol in het bijzonder; de manier waarop ons land de afgelopen jaren is ingericht, een minister van Landbouw die zijn verbazing uitspreekt over het feit dat er nog mensen zijn die boer willen blijven en niet voor het grote geld gaan door landbouwgrond te verkopen, en het gevecht voor de Waddenzee dat nog steeds niet definitief in het voordeel van de natuur is beslist.

Het kabinet heeft laten weten de genetische manipulatie van gewassen en dieren op een pragmatische wijze tegemoet te willen treden. Het voorzorgprincipe is –in navolging van de Europese Commissie- verlaten ten behoeve van de wensen van het bedrijfsleven. Met 'het is toch niet tegen te houden' en 'de risico's moeten we voor lief nemen' denkt Paars de dilemma's rond dit thema te hebben geëlimineerd. Een misverstand, en ik verzeker u, u zult dat de komende tijd ook gaan merken: de weerstand van veel mensen tegen de commerciële manipulatie van wat de evolutie zelfstandig gebracht heeft, neemt eerder toe dan af. En de SP zal er alles aan doen om die weerstand te bevorderen.

Alle partijen spreken over het recht op veiligheid van de burgers, maar wat we zien is dat de openbare veiligheid steeds meer iets wordt waar ook particuliere beveiligingsbedrijven zich mee gaan bemoeien, soms betaald door de overheid soms betaald door particulieren. Ook hier geldt: een terugtredende overheid maakt ruimte voor de markt en dus voor tweedeling. Van Duijn van de NPB zegt daarover zeer terecht: 'De overheid maakt haar kerntaken tot speelbal van de commercie.'

Een beschaving kenmerkt zich door de waarden die zij centraal stelt. De waarden die de Westerse beschaving ons gebracht en geleerd heeft, zoals het recht op een menswaardig bestaan voor élk individu, de diepe overtuiging dat élk mens telt omdat we gelijkwaardig zijn, en de vanzelfsprekendheid van solidariteit, lijken hun basis in politiek (en daardoor ook in de samenleving) steeds meer te verliezen. En dat in een tijd waarin we juist een nieuwe agenda voor de homo universalis zouden kunnen schrijven. De economische groei, de welvaart stelt ons daartoe in staat. Juist nu lijkt de fantasie, de creativiteit en de durf te ontbreken. De utopische oasen lijken opgedroogd, en –zoals Jurgen Habermas al eens waarschuwde, dan ontstaat er een woestijn van banaliteit en radeloosheid.

Na de Tweede Wereldoorlog startten we de wederopbouw, terwijl we niets hadden en veel in puin lag. Waarom kunnen we, nu het ons economisch zo voor de wind gaat, niet beginnen aan een nieuwe wederopbouw…van de beschaving?

In een interessant artikel van Ferd Crone in S&D 7/8.00 zegt hij: 'De collectieve sector is niet meegegroeid met de welvaart. Hoe lang valt dat nog vol te houden?' Als percentage van het BBP is de collectieve lastendruk gedaald van 47 naar 40% van het BBP, in 1987 was het percentage nog 66%. Hij pleit voor 'een verruiming van de middelen voor publieke investeringen' en voor 'een modernisering van de begrotingsregels'. Misschien mag ik hem een voorstel doen: Kieper om te beginnen de Zalmnorm in de Hofvijver. Het is toch volslagen onzinnig om te zien dat er voor 2001 een inkomstenmeevaller wordt verwacht van ruim 21 miljard gulden en er als sociaal-democraat in toe te stemmen dat dat volledig naar de staatsschuld gaat, terwijl je zelf vast stelt dat de collectieve uitgaven achter blijven. Investeren in het onderwijs rendeert beter (ook financieel-economisch) dan het aflossen van de schuld, al zal dat op enig moment natuurlijk wel moeten gebeuren. Als de uitkomst van de toepassing van de regels is dat er publieke armoede bestaat naast 'exhibitionistische', particuliere verrijking, dan deugen de regels niet. Natuurlijk stelt het kabinet weer extra geld ter beschikking voor zorg en onderwijs, maar het is allemaal weer te weinig.

Zoals gezegd, het gevoel van urgentie ontbreekt. Willen we de negatieve spiraal doorbreken, dan zal er meer moeten gebeuren. Wil de overheid de samenleving laten zien dat het haar ernst is met de wederopbouw van de beschaving, dan zal ze alles in het werk moeten stellen, ook financieel, om de betrokkenen en de samenleving als geheel daarvan te overtuigen.

Susan Sontag sprak onlangs in een column over 'zinloze rijkdom'. Het bleek dat zij schatplichtig was aan de Volkskrant, dus voor hen alle credits voor deze fantastische woordcombinatie. We stikken momenteel van de zinloze rijkdom: geldgebrek kan dus nooit het argument zijn om de individuele ellende die velen nu treft te laten voortbestaan.

Maar veel hoop op een fundamentele koerswijziging van Paars onder regie van deze MP heb ik niet. Ik heb zijn artikel, dat hij samen met Blair, Schroder en Persson onlangs schreef, gelezen. En ik zeg het Mark Kranenburg van de NRC na: het stuk heeft een hoog Jomanda-gehalte. Veel woorden, weinig inhoud. De ideologische veren zijn afgeschud, het liberale instrumentarium is overgenomen, en we noemen het de Derde Weg. Maar met die Derde Weg worden we wel allemaal het bos ingestuurd, want wat staat er te lezen: 'De resultaten spreken voor zich: (…) toenemende kwaliteit in gezondheidszorg en onderwijs.' Wie zo iets durft te schrijven anno 2000 in Nederland is óf niet van deze wereld (familie van Jomanda misschien), óf moet eens in de spiegel kijken en controleren of zijn neus misschien is gegroeid de afgelopen maanden.

Zou de koningin toen ze zei 'de leugen regeert', misschien niet alléén de media in het achterhoofd hebben gehad?

Ik begon met het 'verwarde heden' van Huizinga.
Het heden is nog steeds verward (en verwarrend),
Het smachten naar een schonere wereld is inniger dan ooit.

Mijn fractie wil de eerste afslag links!

NRC Webpagina's
20 september 2000

Den Haag

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad