Zalm-norm exit
Filip de Kam
De laatste weken liepen de
fractieleiders van PvdA en D66 te hoop tegen de Zalm-norm. Dat is de
onderlinge afspraak van de ministers dat zij hun uitgaven onder eerder
vastgelegde plafonds houden. Zij mogen uitsluitend meer uitgeven dan
eerder in het kabinet is afgesproken wanneer andere uitgaven op hun
begroting lager uitvallen.
Vooralsnog heeft de minister van financiën, met ruggesteun van de fractieleider van de VVD, deze
zoveelste aanval op de spelregels voor de begroting afgeslagen. Maar de
heren Melkert en de Graaf hebben - hoogstwaarschijnlijk onbedoeld - een
geniale afleidingsmanoeuvre op touw gezet. Door de stampei die zij
maakten over de noodzaak om financiële achterstanden bij zorg en
onderwijs weg te werken met behulp van hogere overheidsuitgaven kon de
Zalm-norm vorige week sneuvelen zonder dat er een haan naar kraaide.
Afgelopen vrijdag heeft het College Tarieven Gezondheidszorg (CTG)
namelijk nieuwe regels uitgevaardigd voor de financiering van de
honderd algemene ziekenhuizen en de daar werkzame medische
specialisten. Het herziene financieringssysteem staat garant voor
uitgavenstijgingen die strijdig zijn met de Zalm-norm. Tot nu toe zaten
ziekenhuisdirecties vast aan een jaarbudget dat was gebaseerd op
productieafspraken met de ziektekostenverzekeraars. In dat budget zat
ook een vaste post voor de specialistenhonorering. Meerproductie en de
daarmee verband houdende overschrijding van het budget kwam de directie
in een later jaar op strafkorting te staan. Directies probeerden daarom
uit alle macht iets beneden het afgesproken productieplafond te
blijven. Nolens volens werkten zij mee aan handhaving van de Zalm-
norm. Een week geleden heeft het CTG het budget voor de gezamenlijke
ziekenhuizen eenmalig verhoogd met 350 miljoen gulden. Dit bedrag is
bedoeld om kortingen uit het verleden - 'kaalslag' - goed te maken.
Daarenboven is 100 miljoen gulden uitgetrokken voor diverse
vernieuwingsexperimenten. Voor ziekenhuisdirecties is de belangrijkste
verandering dat zij in de toekomst worden betaald voor de werkelijk
geleverde hoeveelheid zorg. Een hogere productie leidt voortaan tot een
ruimer budget, op voorwaarde dat de zorgverzekeraars in de loop van het
jaar erkennen dat het aanvankelijk afgesproken bedrag ontoereikend is.
Het budget voor de medische specialisten groeit in dat geval mee. Voor
de meerkosten als gevolg van deze versoepeling houdt het CTG nog eens
250 miljoen gulden achter de hand. Het is zeer de vraag of het daar bij
blijft. De herziene financiering van de ziekenhuizen vormt een regeling
met een open-einde. Nu het vaste budget is losgelaten kunnen en zullen
de zorgaanbieders hun productie opvoeren. De minister van
volksgezondheid kan de uitgaven niet langer beheersen. Het is
allesbehalve zeker dat daarmee ook de wachtlijsten zullen
verdwijnen.Inmiddels houden de schatkistbewakers op het ministerie van
financiën hun hart vast. Minister Zalm heeft de laatste tijd enkele
keren indringend gesproken met de collega van volksgezondheid. Mevrouw
Borst heeft ook de huisartsen al extra middelen toegezegd. Daarmee is
een dreigende staking afgewend. De financiële gevolgen van haar
toezeggingen passen echter niet in het budgettaire raamwerk voor de
zorgsector. Zalm heeft Borst gekapitteld dat zij voor haar beurt
spreekt. Eerst komend voorjaar neemt het voltallige kabinet
beslissingen over eventuele verhogingen van de overheidsuitgaven. Bij
die gelegenheid worden alle door ministers op tafel gelegde claims voor
dit jaar en voor 2002 tegen elkaar afgewogen. Pas dan hoort de
beslissing te vallen of de huisartsen meer geld krijgen.
Vertegenwoordigers van de beroepsgroep gaan binnenkort samen met de
zorgverzekeraars naar Den Haag. Zij eisen er maar liefst 1,3 miljard
gulden bij, hoofdzakelijk als compensatie voor gestegen praktijkkosten.
In de samenleving lijkt begrip voor deze eis te bestaan, maar het
gevraagde bedrag is absurd hoog. Nederland telt ruim zevenduizend
huisartsen. Zij verdienen een inkomen van bruto anderhalve ton, na
aftrek van twee ton voor praktijkkosten, pensioen- en
verzekeringspremies. Het is niet aangetoond dat hun kosten een stuk
hoger liggen dan twee ton. Wordt de roep om 1,3 miljard gulden er bij
ingewilligd, dan verdubbelt het inkomen van de dokters tot drie ton,
zonder dat zij één patiënt extra helpen. Zouden er in
de zorgsector geen grotere knelpunten zijn?
Voorzitter Wiegel van Zorgverzekeraars Nederland maakt met de huisartsen
gemene zaak. Hij kan het mooi zeggen en roept dat voor de zorg in totaal
wel tien miljard extra nodig is. De heer Wiegel speelt voor Sinterklaas
op kosten van de premiebetalers. Nederland zou het enige land in Europa
zijn waar de zorguitgaven als aandeel van het bruto binnenlands product
recent zijn gedaald. Die bewering is aantoonbaar onjuist. De
Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling publiceert
internationaal vergelijkbare gegevens over wat industrielanden aan zorg
besteden. De meest recente cijfers hebben betrekking op de periode
1996-1998. In die twee jaar zijn de zorguitgaven in Finland en Ierland
gedaald met 0,8 procentpunt van het bruto product, in Oostenrijk met
0,7 punt, in Zweden met 0,3 punt en in Frankrijk, Nederland en de VS
met 0,2 punt. Misschien is meer geld voor de zorgsector nodig. Het
kabinet dient daarover dan op het geëigende moment te beslissen.
Minister Borst heeft de onverstandige uitspraak gedaan dat "geld geen
probleem mag zijn" bij het oplossen van knelpunten in de zorg. Dat is
vragen om budgettaire problemen. Bij de ziekenhuizen is de kogel al
door de kerk, andere sectoren zouden kunnen volgen. Het is gedaan met
de Zalm-norm voor de zorg.