Kabinet trekt sprintje op verkeerde moment
Economen wijzen het kabinet-Kok
op de gevaren van een oververhitte economie. "Met het nu gevoerde
beleid wordt de gezonde basis van de Nederlandse economie ondermijnd."
Door onze redacteuren CEES BANNING en GIJSBERT VAN
ES
DEN HAAG, 22 SEPT. Economen - met gekromde tenen hebben ze afgelopen
week de politieke beschouwingen in de Tweede Kamer gevolgd. Neem de
econoom H.J. Witteveen (79), voormalig minister van Financiën en de
specialist op het terrein van de conjunctuurtheorie: "Als je kijkt naar
beleid van het kabinet, dan zou je de indruk krijgen dat Nederland in
een recessie zit, terwijl de economie oververhit is."
De Raad van State vindt dat het kabinet-Kok een 'pro-cyclisch beleid
voert'. In het commentaar op Miljoenennota stelt dit belangrijke
adviescollege dat de verwachte extra belastingopbrengst in 2001, ruim
20 miljard gulden, volledig hadden moeten worden besteed aan versnelde
aflossing van de staatsschuld. Het kabinet moet de verwachte
economische groei, 4,5 procent dit jaar en 4 procent in 2001, niet
verder willen opstoken met extra bestedingen.
Minister Zalm (Financiën) toonde zich niet onder de indruk. Hij
stelde dat de regering "geen duidelijke tekenen van oververhitting
bespeurt". Wel is ze van mening "dat oplettendheid op dit terrein op
z'n plaats is".
Volgens oud-minister Witteveen is de oververhitte economie wel degelijk
zichtbaar, met name op de arbeidsmarkt. "Er is duidelijk schaarste, want
de vraag is veel groter dan het aanbod. Al die extra miljarden voor
onderwijs en gezondheidszorg halen niks uit. De mensen die het moeten
doen zijn er niet. Die moeten eerst worden opgeleid. Het extra geld van
dit moment zal alleen maar bijdragen aan stijging van de lonen."
Witteveen vindt het saillant dat premier Kok waarschuwt voor een
loongolf en werkgevers en werknemers oproept om de lonen te matigen,
terwijl hijzelf de belangrijkse bijdrage levert aan de loonstijging.
Gezien de economische situatie zou het overheidsbeleid "op de rem
moeten", meent Witteveen. De mogelijkheden daarvoor zijn beperkt, want
het monetaire beleid is volledig uitbesteed aan de Europees Centrale
Bank. Het huidige begrotingsbeleid werkt intussen averechts: "De
lasten worden verlicht en de rijksuitgaven verhoogd. De bestedingen
gaan omhoog, de lonen gaan omhoog, de inflatie loopt op, de
concurrentiepositie verslechtert. Met het nu gevoerde beleid wordt de
gezonde basis van de Nederlandse economie ondermijnd. Het kabinet zou
de geplande lastenverlichting in portefeuille moeten houden en pas
inzetten als de conjunctuur terugloopt."Dit advies krijgt het kabinet
ook van prof. A.L. Bovenberg (42), voormalig directeur van het Centraal
Planbureau. "Ik begrijp het wel, die lastenverlichting, er zijn vast
electorale redenen voor. Maar economische geredeneerd is het een
gevaarlijke ontwikkeling." Volgens Bovenberg bevindt de Nederlandse
economie zich aan het einde van de hoogconjunctuur. De loondruk, de
gespannen verhouding op de arbeidsmarkt en de verslechtering van de
concurrentiepositie zijn volgens hem de eerste signalen. Bovenberg: "Op
de huizenmarkt is sprake van overbesteding. Die markt wordt een steeds
grotere bedreiging voor de Nederlandse economie. Opgejaagd door banken
en het fiscale systeem nemen met name jonge gezinnen grote
financiële risico's."
Wanneer de economische groei straks minder wordt - en dat is volgens
Bovenberg onafwendbaar - zullen ook de prijzen van huizen zakken en
moeten mensen hun bestedingen aanpassen om aan de financiële
verplichtingen te voldoen. "Een neergaande economische cyclus wordt
door deze ontwikkeling versterkt. En dat is een gevaarlijke situatie."
Prof. A. Heertje (66) wijst met name op internationale situatie: "Een
hoge olieprijs, een zwakke euro. Voeg daarbij de forse loonstijging die
volgens mij onafwendbaar is, en je hebt alle ingrediënten voor een
recessie." Heertje bespeurt al een stijging van de prijzen. Om het
'inflatiespook' te beteugelen zal de rente worden verhoogd. Dit remt
vervolgens de investeringen, "terwijl de samenleving smeekt om
structuurversterkende investeringen". Het kabinet, maar ook de fracties
in de Tweede Kamer, zouden volgens hem meer oog moeten hebben voor de
klassieke macro-economische theorieën: "Bij een hoogconjunctuur
moet de overheid een stapje terug doen, terwijl dit kabinet een sprint
inzet."