|
WERELD IN CIJFERS ONDERWEG HEBBEN WE IETS VERLOREN EEN KWESTIE VAN GEVOEL RAPPORTEN GRAFIEKEN Overzicht eerdere afleveringen Profiel
|
De priester Antoine Bodar is als kunsthistoricus verbonden aan de Universiteit Leiden. Hij is naar eigen zeggen in 1996 `wegens succes weggestuurd' bij de Amsterdamse jezuïetenkerk De Krijtberg. Op het moment is hij in Rome om een boek te schrijven. ,,De mens zoekt naar de zin van zijn leven. Daarom kan de mens een religieus wezen heten. Een verlangend wezen. En wie verlangt, zingt met het hart, ook al zwijgt hij met de mond. Het zou dus ongepast en zinloos zijn over religieusiteit een oordeel te vellen. Niettemin valt over religieuze smaak alleszins te twisten. Want wie zwanger is van stro, baart kaf. Niets meer. Tot dit soort van religieus benul reken ik new age, oude gnosis in nieuwe kledij, zelfmiddelpuntig en zelfvoldaan met ieder voor zich en God in ons allen. New age kan ik waarderen als pre-godsdienstig. De mens niet langer teruggebracht tot bovenkamer en onderbuik, maar openlijk beleden als religieus wezen. God weliswaar nog beperkt tot onpersoonlijke energie, maar niet langer door de mens bedacht en zo aan de hemel gezet, zoals eerder in deze gruwelijke eeuw. Ofschoon godsdienstigheid - de concrete omhelzing van een wereldgodsdienst - stellig is verminderd, lijkt in de nu uitdovende eeuw godsdienst als ervaren knechting plaats te maken voor godsdienst als geschonken duiding. Ook psychologen zijn genoodzaakt zich meer dan voorheen met deze hoedanigheid in te laten. Godsdienst is geen stadium in de geschiedenis dat de beschaafde mens te boven komt. Godsdienstigheid is veeleer uiting van beschaving. Godsdienst in zijn vormgeving, die zijn inhoud stuwt en veruiterlijkt en daarmee zichtbaar maakt, is deel van cultuur. Wereldwijd preken godsdienstige leiders onderlinge waardering en verdraagzaamheid. Binnen het christendom geldt de oecumene als het godsgeschenk van de eeuw. God dienen immers beduidt verbroedering van mensen. Daarom becijfer ik godsdienst voor de wereld als `goed' (8) en voor Nederland als `voldoende' (6). Het onderscheid betreft het vaderlandse bijgeloof in eigen voorlijkheid en eigen voortreffelijkheid. Bijziendheid door eigendunk en verblinding door eigengereidheid.'' GUIDO DE VRIES
|
NRC Webpagina's
|
Bovenkant pagina |