Een tenger meisje in een jurkje van zwart elastisch kant, negen
misschien, haar lange, dunne armen en beentjes in zwart lycra, staat in
een goudblinkende badkamer. Ze kijkt naar beneden, armen stijf van
spanning en concentratie. In de deuropening, ademloos, staan mam en pap.
Het meisje staat op een weegschaal.
|
|||||||||||||||||||
|
National Geographic-fotografe Lauren Greenfield, antropologe, ging voor het fotoboek Fast Forward niet naar de Amazone of Nieuw Guinea, maar naar Santa Monica High, haar vroegere middelbare school. Santa Monica is een welvarende suburb van Los Angeles. Bijna iedereen verdient daar zijn geld in Hollywood. Een vijftienjarige jongen in Beverly Hills kijkt toe hoe zijn moeder, een uitgerangeerde, ooit aanbeden actrice, en grootmoeder, Hollywood-fotografe, een spelletje kaart spelen. Hij zit op een mix van heroïne, speed en valium. The Mao Game kent geen regels. Wie deelt, bedenkt, wijzigt en trekt ze naar believen in. Zijn moeder verliest. Het huis, het meubilair en de fles drank op tafel heeft ze al met hetzelfde spel al eerder aan haar moeder verloren. Daar gaat haar zoontje. Ook mee met oma. The Mao Game is het romandebuut van voormalig tieneracteur Joshua Miller. The Mao Game is de meest onsamenhangende gedachtenstroom die ik ooit gelezen heb. Het vertelt over Jordan, zoon van een drinkende ex-filmdiva en een amorele, aan heroïne en speed verslaafde baseballcoach. Joshua Millers grootvader was Bernard of Hollywood, een bekende fotograaf van filmsterren in de jaren dertig. Zijn stiefvader, Jason Miller, heeft ooit de Pulitzer-prize gewonnen. Zijn halfbroertje is een bekende soap-acteur. Zijn moeder speelde in Faster Pussycat, Kill Kill Kill, een erotische filmklassieker van Russ Meyer. Miller woont bij zijn moeder in Beverly Hills.
We eten in een restaurant zonder naambordje, waar langharige rocksterren
en filmproducenten bestellen in slecht Frans. Miller, die de laatste
tijd noodgedwongen vooral netwerkt binnen de AA, afdeling Beverly Hills,
drinkt water. ,,Natuurlijk is mijn roman autobiografisch'', zegt hij.
Hij is 23, klein, mollig, bleek, met dunnend zwart haar. Hij draagt een
blauwsatijnen broek. ,,Niet in de details, maar wel in gevoel. Ik heb
zelf bijvoorbeeld nooit heroïne gebruikt, maar ik heb wel iets met
de gewelddadige seks die in mijn boek voorkomt.''
We rijden de hele nacht door de stad, van feestje naar feestje, langs de
gazonnetjes van Beverly Hills, de vervallen betonnen blokken aan
Hollywood Boulevard, de ontvolkte Star Walk. Maar het hart van de stad,
met winkels, terrasjes, drukte, daar blijven we omheen rijden.
Een centrum heeft L.A. niet. De hoogbouw, het weidse asfalt, de
uitgestrekte buurten en suburbs, met hun vrijstaande huizen,
pastelkleurige dozen, nachtwinkels en mini shopping malls, dat is wat er
is. Het enige leven op straat beweegt in metalen tuigen. Alle afritten
leiden naar nieuwe rondwegen.
|
||||||||||||||||||
|
|
||||||||||||||||||
Bovenkant pagina | |||||||||||||||||||
NRC Webpagina's © 19 JUNI 1998 NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl) |