U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.


NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE


Dossier Vrijheid voor de Papoea's

Nieuws

Brief

Documenten

Strijd voor vrijheid

Links

POLITIEK COMMUNIQUE
van het Groot Papoea Beraad in Sentani/Port Numbay, d.d. 26 februari 2000

Wij, volk van Papoea, die hebben beraadslaagd van 23 tot 26 februari 2000 en hebben gesproken over de politieke en juridische rechten van en over gerechtigheid en menselijkheid voor de Papoea's als natie, hebben het volgende politieke communique van de Papoea-natie vastgesteld:

1. De Papoea-natie spreekt haar grootst mogelijke erkentelijkheid uit tegenover de president van de Republiek Indonesie, Kiai Haji Abdurrahman Wahid, omdat hij aandachtig heeft geluisterd naar de hartenkreet van het Papoeavolk om herstel van de eigen identiteit als natie en op 31 december 1999 heeft besloten de naam Irian Jaya te veranderen in Papoea. Om die reden zullen wij voortaan altijd de naam Papoea gebruiken in plaats van Irian Jaya.
Dezelfde erkentelijkheid drukken wij uit tegenover de derde president van de Republiek Indonesie, prof. dr. ir. B.J. Habibie, omdat hij op 26 februari 1999 een delegatie van het Papoeavolk heeft ontvangen in het Staatspaleis te Jakarta en met haar een dialoog heeft gevoerd.

2. Het volk der Papoea's betreurt de overdracht van de soevereiniteit der Papoea's aan de Indonesische regering op 1 mei 1963 en beschouwt deze als onwettig. Deze soevereiniteitsoverdracht is nimmer goedgekeurd door het Papoeavolk en de Nieuw-Guinea Raad, die het recht en de bevoegdheid hadden om het lot van de Papoeanatie te bepalen.

3. Als consequentie van de onwettigheid van de overdracht van de Papoeaanse soevereiniteit door Nederland, via de Verenigde Naties, aan Indonesie wijst het volk van Papoea het resultaat van de volksraadpleging die de Indonesische regering op basis van het Verdrag van New York d.d. 15 augustus 1962 heeft gehouden, resoluut van de hand. De afwijzing van het volledige resultaat van de volksraadpleging, die is uitgevoerd en vervolgens gewonnen door Indonesie in het jaar 1969, berust op de volgende gronden:

3.1. De uitvoering van de volksraadpleging was niet in overeenstemming met artikel 18, lid D, van het Verdrag van New York, d.d. 15 augustus 1962, dat bepaalt dat ,,er keuzevrijheid zal zijn voor alle volwassenen - mannen en vrouwen'' en dat de uitvoering van de zogenoemde Act of Self-Determination in overeenstemming dient te zijn met ,,internationaal gangbare procedures'', dat wil zeggen 'one man, one vote'.

3.2. De Indonesische regering heeft de bewuste Act of Self-Determination, die Pepera (het Indonesische acroniem voor 'volksraadpleging', red.) is genoemd, uitgevoerd op een wijze die de politieke rechten en vrijheden van het Papoeavolk met voeten trad. Zij heeft het Papoeavolk, dat zich verzette tegen de Indonesische methoden bij de uitvoering van genoemde Pepera, die strijdig waren met de geest van het Verdrag van New York, met politieke en militaire middelen geintimideerd, opgepakt, gevangen gezet en vermoord.

3.3. De 1.026 personen die door Indonesie zijn uitgezocht om uitvoering te geven aan genoemde Pepera en die de uitslag ten gunste van Indonesie hebben bepaald, vormden slechts een fractie - te weten 0,8 procent - van het volk van Papoea, dat destijds 800.000 zielen telde. De meerderheid van het Papoeavolk - te weten 99,2 procent - is geintimideerd en heeft geen stemrecht gekregen.

4. Het Papoeavolk heeft na de integratie in Indonesie door middel van een onrechtvaardige uitvoering van de Pepera, die werd gekenemerkt door vals spel (zie paragraaf 3), en gedurende de 36 jaar dat het deel heeft uitgemaakt van Indonesie, een wrede en onmenselijke behandeling ondergaan: schendingen van de rechten van de mens, moord, verkrachting, moedwillig dom houden, veroordeling tot armoede, sociaal en juridisch onrecht. Dat alles grenst aan etnische en culturele genocide jegens het Papoeavolk en op bovengenoemde gronden drukken wij ons verlangen uit naar vrijheid - afscheiding van de Republiek Indonesie en herstel van onze aanvankelijke status als soevereine staat en natie, zoals die tot uitdrukking kwam op 1 december 1961. Het Papoeavolk heeft dit verlangen al eerder verwoord tegenover president Habibie en zijn kabinet op 26 februari 1999 in het Staatspaleis te Jakarta.

5. Om het verlangen van de Papoeanatie naar onafhankelijkheid - afscheiding van de Republiek Indonesie (zie paragraaf 4.) - te verwenlijken zullen wij de weg van de dialoog bewandelen en vreedzame en democratische methoden gebruiken, om erkenning te krijgen van de regeringen van Indonesie en de wereld.

6. Gezien de soevereine rechten van het Papoeavolk dient voortaan over alle vormen van ontwikkelingsbeleid van de Republiek Indonesie in Papoea onderhandeld te worden met het volk van Papoea, omdat daar de soevereiniteit over Papoea berust.

7. Dit politieke communique richten wij met alle verschuldigde respect aan de regeringen van Indonesie, Nederland en de Verenigde Staten als zijnde de partijen die de politieke rechten van de Papoeanatie teniet hebben gedaan. Wij richten het eveneens aan de staten en volken van de wereld opdat ook zij de beweegredenen van de Papoeanatie kennen en de realisering van haar verlangens ondersteunen.

Namens het Groot Papoea Beraad,
d.d. 23-26 februari 2000,

Theis Hiyo Eluay,
Leider van de Papoeanatie

Tom Beanal,
Leider van de Papoeanatie

Deelnemers aan het Groot Papoea Beraad 23-26 februari 2000


(Vertaling uit het Indonesisch: Dirk Vlasblom)

NRC Webpagina's
26 februari 2000

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad