U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.

NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE


Dossier Oost-Timor

Nieuws

VN-Interventie

Crisis

Achtergrond

Links

'Willekeur Oost-Timor gaat gewoon door'

Door onze correspondent FRANK VERMEULEN

DILI/BAUCAU, 1 juli 1998. Gisteren werd in Baucau de man begraven, die maandag werd doodgeschoten tijdens een bezoek van een delegatie van de Europese Unie aan Oost-Timor. Geestelijke leiders in het gebied proberen escalatie van geweld te voorkomen. "De willekeur tegen onze burgers gaat gewoon door."


Vlak voor het stadje Manatuto, anderhalf uur rijden ten oosten van de Oost-Timorese hoofdstad Dili, houdt de optocht stil. Links is de azuurblauwe zee, achter lage zandduinen. Rechts, verderop, kale berghellingen. Maar voor de rij van twaalf bussen en vrachtwagens, volgepakt met zo'n 500 demonstranten uit Dili, wordt de weg geblokkeerd door een hoop stenen en een boomstronk. Aan weerszijden van de blokkade staan, in een wijd uitwaaierende linie, manschappen van de Indonesische strijdkrachten met mitrailleurs dreigend in de aanslag. "Dit is niet goed", zegt João da Costa Cabral, "ik ga met hen overleggen."

João - boer en verbindingsofficier van de verzetsorganisatie Forças Armadas da Libertação Nacional de Timor-Leste (Falantil) - is een van de organisatoren van de demonstratie die afgelopen maandag in Baucau werd gehouden ter gelegenheid van het bezoek van een delegatie van Europese ambassadeurs aan bisschop Basileo do Nascimento. De ambassadeurs van Nederland, Oostenrijk en Groot-Brittannië waren voor 'onderzoek' naar de voormalige Portugese kolonie gekomen met de bedoeling om namens de Europese Unie "te helpen het vinden van een oplossing voor de kwestie Oost-Timor". Terwijl de ambassadeurs echter binnen aan het praten waren met de bisschop, openden buiten veiligheidsagenten in burger die hen begeleidden het vuur op een menigte demonstranten. Een van hen, Orlando da Silva, had de deur opengetrokken van het busje waarin de agenten zaten en werd door zijn hoofd geschoten. Zeven anderen raakten gewond, onder wie een vrouw ernstig.

De dag na de schietpartij zijn de demonstranten onder leiding van João op weg Baucau om de begrafenis bij te wonen van de omgekomen Orlando da Silva als ze worden tegengehouden door de militairen. João stapt uit en loopt weg, omringd door een groep soldaten in camouflage-uniformen. De demonstranten bij de bussen kijken hem gespannen na, terwijl ze onderling overleggen in het Tetun Dill, een mengeling van een van de oorspronkelijke talen van het eiland, Portugees en Indonesisch. Dan komt plotseling een wit busje aangereden vanaf de andere kant van de blokkade. Twee priesters in hagelwitte habijten stappen uit en gelasten de soldaten hen door te laten, wat dezen verbazingwekkend genoeg doen. João keert nu ook terug om met de priesters te overleggen. Besloten wordt om de bisschop van Baucau te bellen om toestemming te vragen de begrafenis bij te wonen. De witte auto van de kerk van het nabij gelegen Manatuto verdwijnt weer met een van de priesters. De achtergebleven priester, padre Mariano, is een oom van Herman das Dorres die twee weken geleden op deze plaats werd doodgeschoten. "Het zijn moordenaars", zegt padre Mariano terwijl hij met zijn kin wijst in de richting van de Indonesische soldaten. Net als het slachtoffer van afgelopen maandag in Baucau werd zijn neef neergeschoten door iemand in burger.

Na 23 jaar Indonesische heerschappij over Oost-Timor is de bevolking gewend aan repressie en armoede, zegt padre Mariano. Maar de burgers onthouden precies wat wanneer gebeurd is. Zo zijn in en buiten de hoofdstad Dili plekken gemarkeerd waar mensen het slachtoffer zijn geworden van de Indonesische strijdkrachten. De Commissie voor Recht en Vrede in Dili, opgericht door bisschop en Nobelprijswinnaar Carlos Belo, houdt nauwkeurig statistieken bij van de mensenrechtenschendingen. Volgens de Commissie zijn in de eerste vijf maanden van dit jaar 24 mensen gedood en tien mensen verdwenen. Ook zouden zes vrouwen door soldaten van het Indonesische leger zijn verkracht, terwijl de Commissie 155 gevallen van intimidatie registreerde. Sinds de schietpartij in 1991 op demonstranten op het Santa Cruz-kerkhof in Dili, waarbij ten minste vijftig en waarschijnlijk veel meer doden vielen , hebben burgers van Oost-Timor een soort vrijwillige avondklok ingesteld. Uit angst voor terreur trekken de mensen zich tegen het vallen van de avond terug in hun huizen. De straten van Dili maken 's avonds een doodse indruk.

De internationale gemeenschap is sinds de Indonesische inval in de voormalige Portugese kolonie, eind 1975, goed op de hoogte van de mensenrechtenschendingen in dit gebiedsdeel, dat in 1976 officieel werd ingelijfd als provincie van Indonesië. Die inlijving is formeel nooit geaccepteerd door de Verenigde Naties. Verschillende pogingen om de kwestie Oost-Timor langs diplomatieke weg op te lossen, zijn steeds vastgelopen op de onverzettelijkheid van de betrokken partijen: vertegenwoordigers van de inwoners van Oost-Timor, de Indonesische regering en de regering van Portugal, dat Oost-Timor officieel nooit heeft gedekoloniseerd. Sinds het vertrek echter van president Soeharto op 21 mei lijkt de Indonesische regering bereid water bij de wijn te doen in de vorm van een gedeeltelijke terugtrekking van de troepen, het verlenen van een vorm van autonomie en de vrijlating, onder bepaalde voorwaarden, van rebellenleider Xanana Gusmão.

De Europese Unie achtte daarom de tijd gekomen om mee te werken aan een definitieve oplossing van de kwestie. Dat hun bezoek aan het eiland echter fatale gevolgen zou kunnen hebben, hadden de ambassadeurs volgens een van hen nooit verwacht. Gisterochtend vertrokken zij voortijdig in alle vroegte met een Herculesvliegtuig van de regering, kennelijk om verder bloedvergieten te voorkomen. De oppositionele groepen op het eiland hadden voor gisteren in Dili een nog grotere demonstratie gepland dan die van afgelopen maandag. Toen reden naar schatting 50.000 anti-Indonesische demonstranten op bussen, vrachtwagens en motoren door de Oost-Timorese hoofdstad. Maar de demonstratie in Dili werd gisteren afgeblazen, naar verluidt na dreigementen van de autoriteiten dat er hard zou worden opgetreden door het leger.

Angst voor verdere escalatie brengt ook bisschop Basileo do Nascimento er toe de demonstranten bij de militaire blokkade in de buurt van Manatuto op te roepen terug te keren naar Dili. Afgesproken wordt dat alleen hun leider, João, de meereizende journalist zal vergezellen naar de begrafenisplechtigheid. Als bij het vallen van de avond de kist van Orlando da Silva wordt bedolven onder het zand, heffen de vrouwen op de begraafplaats, vlak buiten Baucau, een luid geweeklaag aan. De kist is bedekt met de vlag van het onafhankelijke Oost-Timor. Een spreker bij de groeve roept het slachtoffer uit tot "held van het referendum, gevallen in de oorlog tegen Indonesië". Onder de schrille kreten van de rouwende vrouwen mengt zich de stem van een dochtertje van Orlando da Silva, dat om haar vaders naam roept. Verderop de begraafplaats staat een groep mensen met kaarsen bij een ander graf. Hier ligt Cosme Philipe, die volgens een aanwezige priester vorige week maandag door het leger werd gedood en hier haastig werd begraven. "Op 10 mei is verder hier in de buurt Carlos do Castro een jongen doodgeschoten. Zijn lichaam is waarschijnlijk op het terrein van het legerkamp begraven. We hebben het in ieder geval nooit teruggevonden. Zowel Cosme als Carlos werd 's avonds door het leger uit hun huizen gehaald en doodgeschoten. De willekeur tegen onze burgers gaat gewoon door."

NRC Webpagina's
1 juli 1998

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad