De schijn van veiligheid was bedrieglijk
De Nederlandse journalist Sander
Thoenes is gisteren in Dili gedood. "De soldaten schreeuwden 'schiet hem
dood' in het Indonesisch. Niet in het Tetum, onze eigen taal."
Door onze correspondent FRANK VERMEULEN
DILI, 22 SEPT. De bedrieglijke schijn van veiligheid in de Oost-
Timorese hoofdstad Dili heeft gistermiddag het leven gekost aan de
Nederlandse journalist Sander Thoenes. Hij was een van de ongeveer
honderd voornamelijk buitenlandse verslaggevers en correspondenten die
per charter arriveerden in Dili, daags nadat een door het Australië
geleide vredesoperatie was begonnen.
Het centrum van de hoofdstad leek gisteren veilig. Mensen die integratie
met Jakarta steunen, waren bezig hun spullen in te pakken en te
vertrekken. Terwijl Indonesische troepen passief toekeken,
patrouilleerden Australische soldaten door de straten. Vluchtelingen op
een smalle strook langs de zee zeiden echter de situatie nog niet te
vertrouwen.
Thoenes (30), werkzaam voor onder meer de Financial Times en
Vrij Nederland, ging na aankomst net als zijn collega's op zoek
naar onderdak. Het Australische leger heeft het in de afgelopen week
licht beschadigde Hotel Turismo ingericht als onderkomen voor een
beperkte groep journalisten die werd ingevlogen vanuit de Australische
stad Darwin. Dit hotel staat onder bewaking van de Australiërs.
Daarnaast hebben veel journalisten letterlijk hun tenten opgeslagen op
het parkeerterrein achter het uitgebrande Hotel Mahkota. Daar staan ook
de installaties van grote netwerken als EPI en EBU.
In het begin van de middag ontdekten journalisten ook het verlaten Sint
Paulusklooster, net buiten Dili aan de zee, zo'n tweehonderd meter
verwijderd van het Hotel Turismo. De nonnen zijn volgens vluchtelingen
in die buurt vorige week onder dwang van het Indonesische leger
vertrokken naar de stad Kupang in West-Timor. Thoenes vond onderdak in
het Hotel Turismo omdat zijn krant behoorde tot de door de
Australiërs geaccrediteerde media. Zijn collega's en vrienden uit
Jakarta trokken in het klooster. Hoewel van tevoren was afgesproken uit
veiligheidsoverwegingen samen op te trekken, kwam Thoenes zo alleen te
staan. Hij besloot kennelijk in een opwelling in zijn eentje de stad te
gaan verkennen per motortaxi. Met de bestuurder liep hij vervolgens in
de val. De bestuurder die de aanslag overleefde, vertelde vandaag dat
Thoenes hem vroeg naar de wijk Bekora te rijden. Die buurt was de
afgelopen weken het toneel van bloedvergieten en geweld door de Aitark
of DOORN-militie. Thoenes realiseerde zich kennelijk niet dat de
Australiërs alleen het centrum van Dili controleren. In de
buitenwijken hebben de milities nog vrij spel. Dat vertelden vanochtend
ook twee vluchtelingen die uit de bergen achter Dili waren afgedaald
naar het Sint Paulusklooster op zoek naar voedsel. Buiten de stad wordt
nog steeds geschoten, geplunderd en gebrandschat, zeiden de mannen.
Sander Thoenes was er de man niet naar om buitensporige risico's te
nemen.
'Ze riepen: Schiet hem dood'
Zijn specialisme was financiële en politieke berichtgeving. Hij
was geen avonturier maar een degelijke en intelligente analyticus,
gedreven door nieuwsgierigheid. Thoenes stuitte in Bekora op een
blokkade van met semi-automatische wapens uitgeruste, in militair
uniform gestoken motorrijders, zo verklaarde de bestuurder van de
motortaxi. "Het waren zes mannen op drie motoren, degenen die achterop
zaten hadden de geweren. Toen ze ons van vijfhonderd meter afstand
gebaarden te stoppen, werd ik bang. Ik wilde de journalist beschermen,
dus draaide ik de motor om en zei hem mij stevig vast te houden. Daarop
openden de soldaten het vuur. Terwijl we werden achtervolgd, floten de
kogels ons om de oren. Eén van de motoren haalde me in en vanaf
twee meter werd er nu geschoten. Daarop vielen we met de motor, die
door de vaart nog vijftig meter voortschoof. Ik keek vervolgens naar
mijn passagier. Hij was toen bewusteloos. Ik zag geen bloed. De
soldaten schreeuwden 'schiet hem dood' in het Indonesisch. Niet in het
Tetum, onze eigen taal. Ik ben toen het bos ingevlucht samen met alle
buurtbewoners." In de loop van de nacht kwamen verontruste telefoontjes
binnen bij Thoenes' collega's in het klooster van de redacties van
de Financial Times en Vrij Nederland. Thoenes had de
beloofde stukken niet geleverd terwijl hij altijd stipt was, en hij was
onbereikbaar. Twee van zijn collega's gingen naar het Hotel Turismo om
te controleren of hij daar was. Maar de Australische schildwachten
weigerden medewerking met het argument dat er geen nauwkeurige
registratie was en ze onmogelijk vijftig journalisten konden wekken. Om
zeven uur vandaag vonden Britse journalisten na een tip Thoenes'
lichaam. Zijn gezicht was zwaar verminkt.