Door kwestie-Oost-Timor
Jorritsma niet naar Indonesië
Door onze diplomatiek redacteur
DEN HAAG, 16 SEPT. Minister
Jorritsma (Economische Zaken) gaat eind deze maand niet op bezoek in
Indonesië. Het kabinet vindt het gezien de kwestie-Oost-Timor
"thans" niet opportuun om met Indonesië te praten over
handelszaken.
Dit heeft minister Van Aartsen (Buitenlandse Zaken) gisteren gezegd in
een overleg met de Tweede Kamer. Hij zei dat het kabinet daarmee de
mening van een overgrote meerderheid van de Kamer wilde volgen. De Kamer
had zich al voor opschorting van minister Jorritsma's
oriëntatiereis uitgesproken.
In het algemeen is Van Aartsen het met de Kamer eens dat bezoeken aan
landen waarop kritiek is wegens hun mensenrechtenbeleid eerst door de
minister van Buitenlandse Zaken moeten worden bezocht. Dat geldt ook
voor een voor oktober geplande reis van staatssecretaris Ybema
(Economische Zaken) naar Cuba. Of die reis moet worden opgeschort of
afgelast zal afhangen van een gesprek dat Van Aartsen volgende week bij
de Verenigde Naties in New York wil hebben met zijn Cubaanse collega. In
dat gesprek zullen inzake de mensenrechten "enkele harde noten moeten
worden gekraakt". Als het onbevredigend eindigt, zal Ybema moeten
wachten tot Van Aartsen zelf in Cuba op bezoek is geweest, zei de
minister.
Zo'n lijn houdt het kabinet ook aan jegens Iran. Daar gaat geen
handelsmissie heen voordat Van Aartsen er geweest is. En de minister van
Buitenlandse Zaken is niet van plan naar Iran te gaan vóór
de parlementsverkiezingen in dat land, die voor februari volgend jaar
gepland zijn. Ook met dit uitgangspunt is een grote meerderheid van de
Kamer het eens.
Van Aartsen kreeg het gisteren aan de stok met een kleine
Kamermeerderheid (PvdA, D66, GroenLinks en de kleine christelijke
fracties), die hem had verweten dat hij afgelopen maandag in de
ministerraad van de Europese Unie met Frankrijk "op de rem" was gaan
staan aangaande een wapenembargo tegen Indonesië. Volgens de
minister moest maandag zo'n "kritisch signaal" naar het Indonesische
leger worden afgewogen tegen de in het weekeinde gebleken bereidheid van
de Indonesische regering om een "robuuste" internationale vredesmacht op
Oost-Timor toe te laten. De Kamermeerderheid bleef ook daarna bezwaar
maken tegen zo'n "afwegingsmix". De PvdA'er Koenders en de D66'er
Hoekema herhaalden dat het embargowapen in deze zaak niet moet worden
gebruikt om een land te belonen of te straffen maar als een middel om
kritiek op het beleid van zo'n land te uiten. Of op het leger van zo'n
land, zoals het Indonesische leger.