Azië voelt zich ongemakkelijk bij leidersrol
Australië
Als mogelijk leider van een VN-
vredesmacht krijgt Australië voor het eerst de kans zich te
manifesteren als leider in Zuidoost-Azië. De buurlanden kijken
daar niet naar uit.
Door onze redacteur WIM BRUMMELMAN
ROTTERDAM, 14 SEPT. Het Gulgong Pioneer Museum op het platteland van
New South Wales staat vol met gebruiksvoorwerpen en gereedschap die
herinneren aan de pionierstijd. Maar er hangen ook veel uniformen,
insignes en foto's van Australische jongemannen die vochten in de
Eerste en de Tweede Wereldoorlog. Relikwieën die getuigen van een
tijdperk waarin Australië, en niet het minst door de immigranten
zelf, werd beschouwd als een Europese enclave in Azië.
De laatste keer dat Australische soldaten naar het front gingen, was in
de Vietnam oorlog. Aanvankelijk gingen in 1962 enkele tientallen
militaire adviseurs naar Zuid-Vietnam; uiteindelijk vochten tot 1972 in
totaal meer dan 50.000 Australiërs, van wie er 494 om het leven
kwamen. De Australiërs waren niet zozeer geïnteresseerd in de
Vietnamese zaak; ze kwamen er in de eerste plaats om op verzoek van de
Verenigde Staten bij te dragen aan hun strijd tegen het oprukkende
communisme.
Nu, ruim 25 jaar later, krijgt Australië voor het eerst de kans
zich te manifesteren als een leider in de Aziatische regio - een rol
die van grote betekenis kan zijn in de zoektocht naar een Aziatische
identiteit. De meerderheid van de bevolking - die in november in een
referendum mogelijk besluit om de historische banden met Groot-
Brittannië definitief te verbreken door van Australië een
republiek te maken - juicht een optreden in Oost-Timor toe, zo blijkt
uit opiniepeilingen.
Bij de Aziatische buren, en niet alleen bij Indonesië, is het
enthousiasme minder groot. "Wij denken dat de Aziaten zelf hun eigen
zaken kunnen regelen, en geen behoefte hebben aan het Westen",
verwoordde de Filippijnse president Estrada gisteren het Aziatische
wantrouwen tegen het nog steeds 'blanke' Australië.
Toch hoeft er geen twijfel te bestaan dat de Australiërs het
voortouw zullen nemen bij de internationale vredesoperatie die nu in de
steigers wordt gezet. Al was het alleen maar door het ontbreken van een
geloofwaardig alternatief. De VS hebben duidelijk laten weten dat ze,
anders dan in Kosovo, geen leiding willen nemen. De enige
internationale organisatie in de regio zelf, de Associatie van
Zuidoost-Aziatische Naties (ASEAN), is niet bij machte een vredesmacht
te leiden. "De ASEAN beschikt niet over een leger, we hebben er nooit
over gesproken. Deelneming aan de vredesmacht is een
verantwoordelijkheid van de individuele landen", aldus een woordvoerder
van het Thaise ministerie van Buitenlandse Zaken. Zijn minister, Surin
Pitsuwan, vertegenwoordigt de ASEAN in de gesprekken die thans worden
gevoerd tussen Indonesië en de Verenigde Naties over samenstelling
en mandaat van de vredesmacht voor Oost-Timor.
Cynisch genoeg was Australië het enige land dat de annexatie van
Oost-Timor door Indonesië in 1975 heeft goedgekeurd. Pro-
Indonesische milities verwijten de Australiërs nu dat ze zich
partijdig hebben opgesteld in het recente referendum over de toekomst
van Oost-Timor en dat ze daarmee bijdragen aan het aantasten van de
Indonesische eenheidsstaat. Oudere Indonesiërs herinneren zich de
opstelling van Australië ten tijde van de overdracht van Nederlands
Nieuw Guinea, toen Canberra zich, tegen de zin in van de Verenigde
Staten, bleef verzetten tegen de Indonesische aanspraken op de kolonie.
Die emotionele weerstand in Indonesië tegen de 'provocatieve' komst
van de 'onvriendelijke' Australiërs maakt hun leidersrol niet
gemakkelijker. Australië wil vanuit Darwin 4.500 militairen naar
Oost-Timor sturen; zij moeten de kern vormen van de 7.000 man tellende
vredesmacht waarover nu wordt gesproken. Maar pro-Indonesische
strijdgroepen en conservatieve kringen in Jakarta hebben al
gewaarschuwd voor "nieuwe chaos" indien de Australiërs
daadwerkelijk voet aan wal zetten. Dat is een waarschuwing die niet
zomaar in de wind kan worden geslagen, aangezien de vredesmacht zal
moeten samenwerken met de Indonesische strijdkrachten - zoals Jakarta
heeft geëist. Juist onderdelen van die strijdkrachten hebben een
belangrijke rol gespeeld in het aanjagen van het geweld.
De samenwerking van de vredesmacht met het Indonesische leger is een van
de netelige punten, waarover momenteel in New York wordt onderhandeld.
Ook moet de Veiligheidsraad het karakter van de vredesoperatie (een
missie onder VN-gezag of een 'coalition of the willing'?) en het
exacte mandaat van de vredesmacht (alleen het beschermen van
vluchtelingen of ook het actief ontwapenen van milities?) nog
vaststellen.
Al met al kan het nog wel dagen duren alvorens de eerste buitenlandse
soldaten naar Oost-Timor gaan, zeggen diplomaten. Daarmee krijgt de
vredesmissie het karakter van een race tegen de klok: nog steeds jagen
milities op vluchtelingen in Oost- en in West-Timor, en dreigt
hongersnood voor tienduizenden mensen die naar de bergen zijn gevlucht.
Sommigen zeggen dat de race al lang verloren is nu waarschijnlijk een
groot aantal Oost-Timorezen is omgebracht, mogelijk 400.000 mensen uit
hun huizen zijn verdreven en de hoofdstad Dili is veranderd in een
rokende puinhoop.
De vredesmacht voor Oost-Timor zal naar verwachting 7.000 soldaten
omvatten. Australië is bereid het grootste aantal te leveren:
4.500. In Darwin ligt onder andere een speciale catamaran voor anker,
geschikt om in korte tijd troepen naar Oost-Timor te brengen. De
Australische luchtmacht onderhoudt een luchtbrug met Dili voor de
evacuatie van VN-personeel, buitenlandse hulpverleners en Oost-Timorese
vluchtelingen. Aziatische landen die willen deelnemen zijn de
Filippijnen (500 tot 1.000 man), Thailand, Singapore, Maleisië,
China en mogelijk Zuid-Korea. De VS willen vooral logistieke
ondersteuning geven: ze sturen transportvliegtuigen en helpen bij
'command and control'. Portugal, de oud-kolonisator van Oost-
Timor, heeft 1.000 soldaten aangeboden, twee fregatten, een
transportvliegtuig en 4 helicopters. Canada kan 600 soldaten leveren,
Nieuw Zeeland 350 man (plus een fregat en een bevoorradingsschip),
Groot-Brittannië 270 Gurkha's die zijn gelegerd in Brunei.
Frankrijk stuurt een fregat en wil ook grondtroepen leveren. Ook Rusland
heeft medewerking toegezegd.