Van Aartsen opgelucht over uitkomst voor
Timor
Door onze diplomatiek redacteur J.M. Bik
DEN HAAG, 13 SEPT. Minister Van
Aartsen (Buitenlandse Zaken) is , ,zeer opgelucht" nu de Indonesische
regering ermee heeft ingestemd dat een VN-vredesmacht orde en rust op
Oost-Timor gaat herstellen. Hij vindt dat resultaat "zonder enige
terughouding" een felicitatie waard aan Peter van Walsum, de
Nederlandse permanente vertegenwoordiger bij de Verenigde Naties, die
deze maand het voorzitterschap van de Veiligheidsraad vervult.
In een vraaggesprek voor Radio I zei Van Aartsen gisteravond dat het
zenden van een VN-missie naar Indonesië, vorige week, en de
openbare vergadering van de Veiligheidsraad, zaterdag, hun uitwerking
hebben gehad. "Van Walsum heeft (..) hier zeer veel aan gedaan. De VN-
missie, een week geleden wilde niemand eraan, heeft een sleutelrol
vervuld", aldus Van Aartsen. De minister noemt de vraag of en hoe de VN-
vredesmacht moet samenwerken met het Indonesische leger "een van de
heel moeilijke problemen" voor het vervolgoverleg van deze week in de
Veiligheidsraad. Hetzelfde geldt voor de vraag welke landen deel moeten
nemen in de VN-macht. Desgevraagd noemde Van Aartsen Australië, de
Filippijnen en Thailand als mogelijk deelnemers waarover met
Indonesië moet worden onderhandeld. "Eén ding is duidelijk:
het moet snel en er moet dus ook zeer snel een mandaat van de
Veiligheidsraad komen. (..) Daaraan zullen wij, en meer in het
bijzonder Nederland als voorzitter van de Veiligheidsraad, het onze
bijdragen", zei hij.
Ook Van Walsum sprak vanmorgen van "gloeiende haast" die geboden is om
dat mandaat te krijgen nu Indonesië zelf toegeeft de situatie op
Oost-Timor niet meer in de hand te hebben. Hij wilde later vandaag een
debat in de Veiligheidsraad over het mandaat voor de VN-vredesmacht.
Die moet een vrij grote onafhankelijkheid van het Indonesische leger
krijgen, Indonesië kan op dat stuk eigenlijk geen eisen stellen,
vindt hij. Van Walsum zei vorige week "erg in spanning" te hebben
gezeten over wat er zou hebben moeten gebeuren als Indonesië niet,
of onduidelijk, zou hebben gereageerd op het pleidooi van de VN-missie
voor een internationale vredesmacht.
Van Aartsen en Van Walsum waren begin vorige week door de Tweede-
Kamerfracties van PvdA, CDA, D66 en GroenLinks gekritiseerd wegens de
"passieve rol" die Nederland als tijdelijk voorzitter van de
Veiligheidsraad zou hebben vervuld in de kwestie-Oost-Timor. Nederland
had actiever moeten werken aan opvoering van de internationale druk op
Indonesië, was de kritiek. De PvdA'er Koenders had Van Aartsen
vorige maandag opgeroepen, nog voor de VN-missie in Jakarta aankwam,
zich "in ronde bewoordingen" uit te spreken voor een internationale
vredesmacht.
In een debat in de Tweede Kamer had Van Aartsen daar dinsdag tegen
ingebracht dat zo'n vredesmacht alleen met Indonesische instemming
mogelijk was, en dat Rusland en China daarmee anders in de
Veiligheidsraad ook niet akkoord zouden gaan. Hij zei erbij dat hij die
dag van zijn Indonesische collega, Alatas, de verzekering had gekregen
dat Jakarta meende zelf orde en rust op Oost-Timor te kunnen
herstellen. Van Aartsen zei erbij dat hij somber was over de vraag of
Indonesië die verzekering zou kunnen waarmaken. Van Walsum had
vorige maand in New York al gewaarschuwd voor mogelijk geweld op Oost-
Timor als de bevolking per referendum voor onafhankelijkheid zou
stemmen. Aanvankelijk was er in de Veiligheidsraad echter geen steun
voor pleidooien voor een vredesmacht, daarom had Van Walsum zich juist
zo voor de VN-missie naar Jakarta ingezet, aldus Van Aartsen vorige
week dinsdag in de Kamer.