In de verte stijgt een rookpluim op: Dili
brandt
Wat er in Oost-Timor precies
gebeurt, weet niemand. De meeste journalisten zijn weggejaagd. Betrouwbaarheid van ooggetuigen is beperkt.
Door een onzer redacteuren
ROTTERDAM, 8 SEPT. De Oost-Timorese hoofdstad Dili is een spookstad.
Journalisten die gisteren een laatste tocht door Dili maakten voordat ze
per vliegtuig naar veiliger oorden vertrokken, zagen nergens burgers,
alleen Indonesische militairen en pro-Indonesische milities, gewapend
met machinegeweren en machettes. Winkels waren gebarricadeerd of met
luiken gesloten. Met enige regelmaat klonk geweervuur. In de verte
stegen pluimen rook van brandende gebouwen op.
Van de 500 journalisten die de laatste weken vanuit Oost-Timor de
politieke verwikkelingen versloegen, zijn er geen twintig meer over. Het
overgrote deel is gevlucht voor geweld en intimidatie. De laatste dagen
was hun actieradius toch al beperkt tot het VN-hoofdkwartier in Dili
waar ze samen met ruim 2.000 andere vluchtelingen een veilig heenkomen
hadden gevonden. Nadat de beschietingen van het kantoor maandag en
dinsdag toenamen, liet de VN-leiding hen gisteren weten dat hun
veiligheid niet langer kon worden gegarandeerd.
Dat er in Oost-Timor nog maar weinig journalisten over zijn, en dat die
blijvers zich niet vrij kunnen bewegen, maakt ooggetuigeverslagen
schaars en onbetrouwbaar. Zekerheid is er alleen over de angst en
wanhoop in het VN-hoofdkwartier die de afgelopen dagen een belegerde
veste is geworden. Vluchtelingen slapen er in de open lucht, op de grond
of op geïmproviseerde bedden. Op ovens, gemaakt van twijgen en
conserven, worden karige maaltijden bereid. Het VN-centrum heeft nog
maar water en voesel voor twee tot drie dagen.
De fotograaf Steve Tickner werd gisteren vlak voor zijn vertrek
beschoten, toen hij zich voor een raam van het VN-hoofdkantoor waagde.
Drie kogels van zwaar kaliber sloegen in vlak onder het raam. Even
tevoren hoorde de fotograaf vlakbij het gebouw een aantal zware
explosies. Militia-leden zouden het in brand steken van huizen moe zijn
geworden en zijn overgegaan tot het opblazen van gebouwen.
Burgers die pas gisteren in het hoofdkwartier arriveerden, zeiden dat de
hele binnenstad van Dili is platgebrand. Ze vertelden over militia-
leden die ze over straat hadden zien lopen, met over hun schouder een
zak vol buit. Ook uit andere delen van Oost-Timor Balide, Santa Cruz en
Audian worden brandstichtingen en plunderingen gerapporteerd.
Andere ooggetuigen meldden dat Oost-Timor systematisch wordt ontvolkt.
Ze meldden dat de kades in de haven van Dili vol stonden met
vluchtelingen, die daar onder dwang per vrachtwagen door Indonesische
militairen naartoe waren gebracht. In de haven zou het een komen en gaan
zijn van schepen, die de vluchtelingen naar verre oorden moeten brengen,
zoals Irian Jaya, Surabayo en Ambon. "Er stonden al duizenden mensen te
wachten, terwijl steeds nieuwe groepen arriveerden", vertelde een
ooggetuige. "Ze werden voortgedreven door Indonesische militairen die
over hun hoofden schoten. Mensen die niet opschoten, kregen een klap met
de kolf van een geweer."
Nog eens duizenden vluchtelingen zouden per truck worden gedeporteerd
naar Oost-Timor. Volgens één van de vluchtelingen zitten
de wegen naar de grens verstopt. Hij zei dat de konvooien voornamelijk
bestaan uit vrouwen en kinderen, en dat onduidelijk is waar de mannen
gebleven zijn.