Kwartetten met hulp en oorlogsmisdadigers
Nu Slobodan Milosevic achter de
tralies zit, blijven de VS Joegoslavië hulp geven, besloten ze
gisteren. Maar tegelijkertijd houden ze Belgrado onder druk.
Door onze redacteur ROBERT VAN DE ROER
ROTTERDAM, 3 april. De arrestatie van de Joegoslavische oud-president
Slobodan Milosevic, afgelopen weekeinde, kwam voor sommige hoge
Westerse diplomaten zeker niet als een verrassing. De voortzetting van
de Amerikaanse hulp ter waarde van vijftig miljoen dollar, waartoe
minister van Buitenlandse Zaken Colin Powell gisteren besloot, zal de
Joegoslavische regering evenmin hebben overdonderd. Belgrado en
Washington hadden, zo zeggen Westerse diplomaten, de afgelopen dagen
intensief contact over elkaars acties en reacties. Volgens Westerse
diplomaten was de Amerikaanse druk op Joegoslavië vorige week zo
groot geworden, met een dreigende stopzetting van de hulp, dat Belgrado
zich wel gedwongen voelde tot arrestatie over te gaan. "Daarvoor is de
economische hulp te zeer een zaak van leven en dood voor
Joegoslavië", zegt een hoge Westerse diplomaat.
Joegoslavische en Servische autoriteiten vertelden Westerse diplomaten
vorige week donderdag dat het besluit tot de arrestatie van Milosevic
genomen was en vóór de cruciale deadline van zaterdag 31
maart zou worden uitgevoerd: vanaf die dag immers zou volgens een wet
van het Amerikaanse Congres de meeste hulp van Washington aan
Joegoslavië worden bevroren als het land niet voldeed aan een
aantal voorwaarden, waaronder vooral samenwerking met het
oorlogstribunaal in Den Haag. Zo'n twee weken geleden had de
Joegoslavische ambassadeur in Washington, Milan Protic, tijdens een
hoorzitting in het Amerikaanse Congres ook al verzekerd dat Milosevic
zou worden aangehouden vóór de deadline van 31 maart.
Maar omdat de Joegoslavische regering hiervoor toch leek terug te
deinzen, lieten de Verenigde Staten tot eind vorige week Belgrado in
het ongewisse over de voortzetting van de hulp. De VS hoopten op de
arrestatie van Milosevic als het meest duidelijke teken van vooruitgang
in Belgrado, zelfs als hij niet meteen zou worden uitgeleverd aan het
Haagse tribunaal. Volgens Westerse diplomaten heeft de Joegoslavische
regering vooraf in Washington geverifieerd of de arrestatie van
afgelopen weekeinde zonder een daaropvolgende uitlevering aan
het tribunaal in Den Haag voldoende was voor voortzetting van de
economische hulp, en heeft daarop een luid "ja" geklonken. Niet voor
niets reageerden president Bush en minister Powell al tijdens het
weekeinde positief en werd gisteren meteen tot een verlenging van de
Amerikaanse steun besloten. Daarmee is de Amerikaanse druk nog
allerminst verdwenen. Milosevic moet worden overgedragen aan het
tribunaal in Den Haag en ook in algemenere zin moet Joegoslavië
meer samenwerken met dit VN-orgaan (lees: nog meer verdachten
uitleveren), is en blijft de eis van Washington. Gebeurt dat niet, dan
loopt Belgrado het risico later dit jaar een veel groter hulppakket van
een miljard dollar niet te krijgen, dat op een internationale
donorconferentie vergaard moet worden. Voor wie de havikstoon van de
nieuwe Amerikaanse regering de afgelopen weken vaker gehoord heeft,
klinkt dit enigszins vertrouwd in de oren.
Hoe dit kwartetspel rond de wederopbouw van Joegoslavië en de
verdachtenbank van het tribunaal afloopt, is niet goed te voorspellen.
De Joegoslavische president Kostunica blijft ook vandaag in een gesprek
met The New York Times bij zijn standpunt dat Milosevic onder
geen beding zal worden uitgeleverd aan het tribunaal, dat in zijn ogen
slechts een politiek instrument is. Niet duidelijk is of hij dit
onbuigzame standpunt zal blijven innemen, als het Westen zou dreigen
het economisch infuus te ontkoppelen; even daargelaten of de Europese
Unie en de VS het over een dergelijke harde lijn eens zouden kunnen
worden.
Maar ook de Amerikaanse regering is gedwongen tot behoedzaamheid. De
regering-Bush is zich enerzijds bewust van het anti-Milosevic-gevoel in
het Congres. Anderzijds wil zij het nieuwe democratische regime in
Belgrado niet destabiliseren of laten mislukken. De houding van het
Westen jegens de nieuwe leiding van Belgrado is steeds geweest dat
Kostunica en de zijnen eerst de tijd moesten krijgen om het land te
stabiliseren en economisch op te bouwen. Van lieverlee moet er dan een
draagvlak ontstaan voor medewerking met het oorlogstribunaal, zo is de
Westerse benadering. Een benadering die volgens opiniepeilingen in
Joegoslavië voorlopig lijkt te werken omdat het verzet tegen het
tribunaal steeds meer begint te slijten. "Het is niet realistisch om
een perfect optreden [van de nieuwe leiding in Joegoslavië] te
verwachten", zei een Amerikaanse regeringsfunctionaris vorige week.
"Dit is niet het moment om hen in hun gezicht te slaan." Zowel de
Joegoslavische regering als het Westen zullen de komende maanden en
jaren in hun onderhandelingen nog concessies moeten doen. Dat Milosevic'
berechting voor het tribunaal in Den Haag dit weekeinde een stapje
dichterbij is gekomen, is een feit. Maar hoe lang die berechting op
zich laat wachten en of die ooit werkelijk plaatsvindt, valt nog steeds
niet te zeggen. Het kwartetten met hulpgelden en oorlogsmisdadigers is
nog lang niet afgelopen.