Omwenteling voltooid
SERVIË GEDRAAGT ZICH zoals
ervan verwacht wordt. Met een stevige meerderheid hebben de
Serviërs gekozen voor de Democratische Oppositie ( DOS), die nu in
de repu bliek de regering zal vormen. De verkiezingen waren een gevolg
van de omwenteling in Joegoslavië van enkele maanden geleden.
Toen veroverde DOS-leider Kostunica het federale presidentschap. Nu staat
zijn (tijdelijke?) kompaan Djindjic gereed om het premierschap van de
deelrepubliek Servië over te nemen. Daarmee heeft het gezelschap
dat na jaren van onderlinge verdeeldheid en tegenslagen uiteindelijk
toch Milosevic aan de kant wist te zetten, de macht in Bel grado aan
zich getrokken.
De smet op de uitslag is dat ruim een derde van het electoraat voor
groeperingen van uiterst rechts en uiterst links heeft gekozen. De
ontreddering van de economie en van het sociale leven is zo groot dat de
verantwoordelijken op dit moment nog slechts van terugkeer aan de macht
kunnen dromen. Maar op de achtergrond blijven zij een gevaar voor de
toekomst van Joegoslavië en van Servië. D OS staat voor
reusachtige problemen bij het weer op de been helpen van de
samenleving. De verzorging van de eerste levensbehoeften laat het
afweten. Van de nieuwe regering wordt het bijna onmogelijke gevraagd. In
het Zuidoost-Europa van na de revoluties van 1989 is een terugslag naar
ondemocratische regimes niet ongewoon. Het is te vroeg om met zekerheid
te kunnen vaststellen dat zoiets in Joegoslavië niet meer tot de
mogelijkheden behoort.
DIT ALLES LEGT een zware verantwoordelijkheid op de in ternationale
gemeenschap, op de Europese Unie in het bijzonder. Haar stabiliteitspact
zal het fundament moeten zijn onder de wederopbouw in Joegoslavië.
Dat is niet alleen een kwestie van het beschikbaar stellen van kennis en
geld. Ook met een democratisch Joegoslavië zijn er wrijvingspunten.
In de eerste plaats is er de positie van Milosevic. De nieuwe
Joegoslavische en Servische machthebbers zeggen de man verantwoordelijk
te achten voor alle ellende die hij in de afgelopen jaren zijn eigen
land en volk heeft bezorgd en hem daarvoor te willen berechten. Voor de
internationale gemeenschap is dat onvoldoende. Het tribunaal voor
Joegoslavië heeft Milosevic in staat van beschuldiging gesteld we
gens oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid. Dat legt de
verplichting op de voormalige president van Joegoslavië in Den Haag
voor de rechter te brengen. Met minder kan de internationale gemeenschap
geen genoegen nemen.
De internationale instellingen die verantwoordelijkheid hebben genomen
voor de toekomst van de Balkan, zullen hier tussen uitersten moeten
laveren. De tijd van sancties is wat Joegoslavië betreft voorbij.
Niet alleen zouden zij politiek en psychologisch averechts werken, zij
zouden de noodzakelijke wederopbouw in de kiem smoren. Toch zal het
nieuwe Joegoslavië op een aantal punten duidelijk moeten worden
gemaakt dat er geen sprake kan zijn van eenrichtingsverkeer. Wil het
land ernst maken met Kostunica's woorden - onmiddellijk na zijn
aantreden gesproken - dat Joegoslavië weer tot Europa behoort, dan
zal Belgrado aan zekere verlangens van datzelfde Europa en van de
internationale gemeenschap als geheel moeten voldoen.
NAAST DE KWESTIE-MILOSEVIc is er de status van de Joegoslavische
deelrepubliek Montenegro. De Montenegrijnse leiders steunen Kostunica en
Djindic in hun streven naar democratie. De laatste heeft een tijdlang
bescherming gezocht bij de Montenegrijnse president Djukanovic toen
Belgrado voor hem te gevaarlijk werd. Maar Montenegro streeft desondanks
afscheiding van Joegoslavië na. Het wil een directe band met Europa
zonder inmenging van de federale regering. Het heeft kennelijk
onvoldoende vertrouwen in de duurzaamheid van het democratische
experiment in Servië. Europa kan die wens naar onafhankelijkheid
bezwaarlijk negeren nadat het alle andere voormalige Joegoslavische
deelrepublieken als soevereine staten heeft erkend. Maar Montenegrijnse
onafhankelijkheid zou een einde maken aan de Joegoslavische federatie en
daarmee aan het veelbelovende presidentschap van Kostunica. En dat zou
een trieste uitkomst zijn van een democratiseringsbeweging die de Balkan
een nieuwe toekomst belooft.
En dan is er Kosovo. Tot het aantreden van Kostunica was de
internationale gemeenschap bereid tot verregaande autonomie voor deze
formeel Servische provincie. Sinds de omwenteling in Belgrado, die dus
afgelopen weekeinde werd voltooid, stelt men zich terughoudend op.
Voorgenomen verkiezingen voor een Kosovaars parlement staan ter
discussie. Tenslotte zouden die een point of no return kunnen betekenen.
Maar ook de gematigde Kosovaren, die onlangs bij
gemeenteraadsverkiezingen het pleit wonnen, eisen niet minder dan
onbeperkte onafhankelijkheid. De internationale gemeenschap, de
Verenigde Naties als eerste verantwoordelijke, zou er goed aan doen op
dit punt geen onzekerheid te laten bestaan. Zonder omwegen dient
duidelijk te worden gemaakt waar zij staat. Opdat Serviërs
èn Kosovaren weten waar zij aan toe zijn.