Servië door sancties uitgeknepen
citroen
De internationale sancties
hebben Servië tien jaar lang zwaar getroffen. Of ze hebben
bijgedragen tot de val van Milosevic laat zich moeilijk bewijzen; die
val was per saldo een revolutie van het volk, een rebellie van de
armen.
Door onze correspondent YAEL VINCKX
BELGRADO, 11 OKT. Tien jaar geleden zag dokter Milan Mirovic zijn
Amerikaanse en Britse collega's voor het laatst. Sindsdien is hij naar
geen enkel internationaal gynaecologen-congres geweest. Of toch, een
keer mocht hij naar Hongarije, maar wat een schamele bijeenkomst was
dat. Zijn medische kennis kon hij met moeite op peil houden. Slechts
sporadisch ontving hij medische literatuur. Van de laatste
ontwikkelingen was hij nauwelijks op de hoogte. Buitenlandse collega's
meden Servië als de pest. Soms probeerden Mirovic en zijn collega's
een initiatief uit het Westen over te nemen. Zo was er het moeder- en
kind-programma, vertelt een verpleegster. Een Amerikaanse uitvinding;
de moeder krijgt haar pasgeboren baby bij zich, alleen, in een rustige
kamer, met rustige muziek. Dan kunnen de twee aan elkaar wennen.
In Servië hadden de ziekenhuizen niet genoeg ruimte - daar werden
zes moeders en zes baby's bij elkaar in een kamer gezet om te wennen.
"Als een baby huilde, begonnen de anderen spontaan mee te krijsen",
zegt de verpleegster. Acht jaar lang hebben de Serviërs geleden
onder de internationale sancties van de Verenigde Naties, de Verenigde
Staten en de Europese Unie. Er golden een aantal financiële
restricties, een olie-embargo, een wapen-embargo en een vliegverbod. De
Joegoslavische ex-president Slobodan Milosevic en enkele honderden van
zijn kliek stonden op de zogenoemde zwarte lijst; ze konden niet naar
het Westen reizen. De Serviërs die niet op die lijst stonden,
hadden meestal geen geld om de reis te betalen.
De internationale sancties hebben Servië het aangezicht van een
uitgeknepen citroen gegeven. Er is gebrek aan alles: ziekenhuizen
hebben geen naald en hechtdraad, scholen kunnen hun klaslokalen niet
verwarmen. En er is meer. De internationale sancties hebben Servië
tot de paria van de internationale gemeenschap gemaakt. De
Serviërs voelen zich uitgekotst.
Maar hebben de sancties geleid tot de val van Slobodan Milosevic?
Daarover zijn de meningen verdeeld. Nee, zegt de verpleegster woedend.
"We hebben jarenlang geleden onder de internationale sancties. We
hadden nauwelijks te eten, konden ons amper kleden, konden de
patiënten niet helpen. Die revolutie is van ons."
Ja, zegt de man van de zwangere Jasna Simic op de gang in het
ziekenhuis. " De sancties hebben ons meer pijn gedaan dan Milosevic,
maar ze hebben zich uiteindelijk tegen hem gekeerd." Een beetje, zegt
dokter Milan Mirovic. "Dit is de rebellie van de armen. Maar de prijs
is hoog, want de sancties hebben het volk op de rand van de afgrond
gebracht. Milosevic en de zijnen hebben enorm geprofiteerd van de
sancties. De smokkel en zwarte handel is in hun handen."
Inmiddels belooft de ene na de andere hoogwaardigheidsbekleder geld en
vrijheid aan het Servische volk. Volgens de Franse minister Hubert
Védrine, gisteren op bezoek in Belgrado, kunnen de bilaterale
betrekkingen tussen Frankrijk en Joegoslavië "morgen hersteld
worden". Volgens de secretaris-generaal van de Verenigde Naties, Kofi
Annan, zal zijn organisatie naast Joegoslavië staan "om alle
problemen op te lossen". Volgens de coördinator van het Balkan-
Stabiliteitspact, Hombach, moet Joegoslavië 'snel' geld krijgen.
Milan Mirovic heeft zijn verlanglijstje al klaar. Hij wil
ontsmettingsmiddelen, injectienaalden, hechtdraad, antibiotica en
apparatuur voor de operatiekamer. Jasna Simic wil een ampul pentrexil -
twee gram graag. Ze zit, hoogzwanger, op de gang. De gynaecologen
hebben de antibiotica niet in voorraad. Ze moet het maar in een
privé-apotheek kopen, hebben ze haar verteld. Maar daar is het
medicijn uitverkocht.
De Serviërs rekenen op geld, veel geld, van regeringen en
hulporganisaties. Ze zeggen dat beloftes moeten worden nagekomen. Maar
het gevaar van de corruptie ligt op de loer. Onder het Milosevic-
regime heeft de politieke mafia zich de belangrijkste banen
toegeëigend, ook in de 'zachte sector'. Onlangs werd het hoofd van
een lokale afdeling van het Rode Kruis gearresteerd wegens corruptie.
Het hoofd van het Servische Rode Kruis is de echtgenote van Slobodan
Milosevic. Hetzelfde geldt overigens voor de Servische Republiek in
Bosnië; daar zwaait de echtgenote van de gezochte
oorlogsmisdadiger Radovan Karadzic de scepter over het Rode Kruis.
Het is dan ook niet verwonderlijk dat een deel van de buitenlandse hulp
nooit aankomt. Ze wordt 'geconfisqueerd' door de mafia. In de normale
apotheken is geen aspirine te krijgen, maar op de zwarte markt gaan de
pillen voor grof geld van de hand.
Om corruptie te bestrijden zal de nieuwe Joegoslavische regering de oude
garde van haar plek moeten verjagen. Maar vooralsnog lijkt president
Vojislav Kostunica weinig haast te maken met een grootscheepse
schoonmaak van het land. Hij heeft volgens eigen zeggen andere
prioriteiten. Het land is failliet, het volk is ongeduldig, een nieuwe
regering is fragiel. Bovendien staat er een zware winter voor de deur;
door de hittegolf is een groot deel van de oogst mislukt.
Hulporganisaties willen geld geven, maar zijn ook voorzichtig. De meeste
organisaties hebben zich lelijk bezeerd in Bosnië. De corruptie met
hulpgelden in deze voormalige Joegoslavische republiek, die vijf jaar
geleden onafhankelijk werd, is legendarisch. Miljoenen guldens zijn
inmiddels verdwenen. Servië zou wel eens het volgende zwarte gat
op de Balkan kunnen worden.