Védrine in Belgrado
In december verkiezingen in Servië
Door onze correspondent RENÉE POSTMA
BELGRADO, 10 OKT. De Servische
bevolking gaat op 17 de cember naar de stembus om een nieuw parlement en
een nieuwe president te kiezen. Dit hebben de leiders van de
verschillende fracties in het Servische parlement besloten.
Zij deden dit na een ontmoeting met Zoran Djindjic, een van de leiders
van de Democratische Oppositie (DOS). De partijen die DOS vormen, zijn
niet in het Servische parlement vertegenwoordigd omdat zij de laatste
verkiezingen van 1997 hebben geboycot. Het feit dat Djindjic er toch in
geslaagd is om de fractieleiders van het parlement tot nieuwe
verkiezingen te bewegen is een belangrijke doorbraak voor de nieuwe
leiders. Zij willen nu zo snel mogelijk een overgangsregering vormen van
experts. De Franse minister van Buitenlandse Zaken, Védrine, is
vanochtend in Belgrado gearriveerd voor overleg met de nieuwe president,
Kostunica. Hij zal hem uitnodigen voor de EU-top vrijdag en zaterdag in
het Franse Biarritz.
De omstreden minister van Binnenlandse Zaken, Vlajko Stojilkovic, is
inmiddels afgetreden. De - stormachtige - zitting van het parlement van
de Servische deelrepubliek werd voor het eerst in lange tijd bijgewoond
door oppositieleider Vuk Draskovic die zich uit angst voor aanslagen
tegen zijn leven bijna een jaar heeft schuilgehouden in de andere
deelrepubliek, Montenegro. Draskovic werd voor het parlement uitgejouwd
door betogende studenten toen hij riep: "Jongelui, ik ben terug." Ook de
leider van de Servische radicalen Vojislav Seselj had het moeilijk voor
het parlement. Zijn lijfwachten losten enkele schoten in de lucht om hem
door de menigte te kunnen loodsen.
Kostunica heeft voor de Franse televisie onderstreept dat hij niet van
plan is om concessies te doen aan de Kosovo-Albanezen of Montenegrijnen.
Volgens hem is onafhankelijkheid van Kosovo simpelweg "onmogelijk" en
kan Montenegro zich niet afscheiden omdat "de Joegoslavische grondwet
dat niet toelaat". VN-secretaris-generaal Kofi Annan heeft zijn steun
uitgesproken voor het nieuwe Joegoslavië. In een brief aan
Kostunica schrijft hij: "Ik wil onderstrepen dat wij aan jullie kant
staan en willen meehelpen om de problemen van jullie en die van de regio
op te lossen zolang de principes van vrede, rechtvaardigheid en de
rechten van de mens gewaarborgd zijn."
Het VN-lidmaatschap van Joegoslavië is sinds het begin van de jaren
negentig opgeschort. De buurlanden Kroatië en Bosnië weigeren
de huidige federatie te erkennen als opvolgerstaat van de oude
Joegoslavische federatie. De Servische journalist Miroslav Filipovic
wordt vrijgelaten. Het militair hooggerechtshof van Joegoslavië
heeft het vonnis tegen hem vernietigd. Filipovic, beschuldigd van
spionage, zat ruim drie maanden vast. Hij had voor het dagblad
Danas en voor het Franse persbureau AFP bericht over
wantoestanden binnen het Joegoslavische leger. Filipovic lijdt aan een
hartkwaal en heeft zijn gevangenschap deels in het ziekenhuis
doorgebracht.