Werknemers ontslaan bazen in Belgrado
De revolutie in Belgrado heeft
de kantorenwijk Novi Beograd bereikt: de aftocht van een onaantastbaar
geachte concerndirecteur, Radoman Bozovic, die zijn ontslagbrief mag
tekenen.
Door onze correspondent RENÉE POSTMA
BELGRADO, 10 OKT. "Kijk hier heb ik zijn ontslagbrief. Lees zelf maar!"
Miroslav Milevic staat stralend achter de receptie van het protserige
Intercontinental Hotel in Belgrado. In zijn handen een vodje met in
hanenpoten geschreven tekst: "Op bevel van de onafhankelijke vakbonden
leg ik al mijn functies neer in de Genex-groep. Ook alle andere
directeuren zullen aftreden." Getekend: Radoman Bozovic.
De revolutie heeft de patserige kantorenwijk van Novi Beograd bereikt.
In de ochtend wordt de onaantastbaar geachte Bozovic ter verantwoording
geroepen door de onafhankelijke vakbonden. Bozovic is een Milosevic-
man van het eerste uur. Begin jaren negentig was hij premier van
Servië, later werd hij voorzitter van de Burgerkamer van het
Joegoslavische parlement. Midden jaren negentig heeft hij zijn
jachtterrein verlegd naar de Joegoslavische economie. Flauw lachend
probeert hij het personeel van het Intercontinental Hotel, dat onwennig
tegenover hem zit, nog te charmeren. De ontslagbrief ligt al klaar, hij
hoeft alleen maar te tekenen. Rond het enorme hotel loopt een man of
vijftien personeel met een fluitje: kamermeisjes, secretaresses,
iedereen doet aan de opstand mee. Bozovic kiest eieren voor zijn geld
en tekent. Milevic, de man achter de receptie, kan het een paar uur
later nog steeds niet geloven. "Die man heeft ons een jaar lang
volledig uitgezogen. Hij heeft zestig procent van ons salaris in zijn
zak gestoken." Bozovic steeg tijdens de NAVO-bombardementen van vorig
jaar naar de toppositie van Genex, ooit het grootste Joegoslavische
import- en exportbedrijf. In die tijd zat het hotel vol met
buitenlandse journalisten die hun rekeningen alleen konden voldoen via
een door Bozovic geopende rekening op Cyprus. Toen de kanonnen
stilvielen, stond daar meer dan één miljoen Duitse mark.
Het is volgens het getergde personeel allemaal in de zakken van Bozovic
verdwenen. Milevic schetst op een papiertje wat er naast het
Intercontinental (dat wegens deze duistere praktijken allang geschorst
was uit het internationale concern met dezelfde naam) nog allemaal meer
in Genex zit: een duur huur appartementencomplex op de hoek van de
straat, opbrengst tweehonderdduizend Duitse marken per maand; het
reisbureau Joegotoers; de vliegtuigmaatschappij Aviogenex; een
vakantiecomplex in het skigebied bij de berg Kopaonik; en niet te
vergeten de Joegoslavische tak van het hamburgerconcern McDonald's dat
ook tot in de verste uithoeken van dit land de vlag met de grote M laat
wapperen. Het opstandige personeel van Genex heeft alle financiële
transacties van het concern stopgezet. Het tafereel herhaalt zich de
eerste werkdag na het aantreden van president Kostunica op tal van
andere plaatsen in het land. De werkers van de Kolubara-mijn, die vorige
week een cruciale rol speelden bij de omwenteling, sturen hun directeur
naar huis. Op de faculteit voor politieke wetenschappen krijgt de
gehate decaan Vladimir Stambuk de zak, en op de verschillende
regeringsniveaus trekken onder anderen federaal premier Momir Bulatovic
en de Servische minister voor Gezondheidszorg, Milovan Bojic, hun
conclusies. Vandaag zijn Joegopetrol en andere belangrijke pijlers van
het oude regime aan de beurt. Srboljub Antic, een van de economen van de
'G 17 plus' (oppositie-economen die nu een belangrijke rol spelen in
het crisiscomité dat het land tijdelijk regeert), is blij dat
het zo gaat: werknemers die hun eigen bazen naar huis sturen. "Geen
enkele regering kan zomaar alle directeuren ontslaan, dat moeten de
mensen zelf doen." Kostunica en zijn adviseurs willen geen bijltjesdag.
Maar de politiek-economische schoonmaak moet wel snel plaatshebben want
Joegoslavië, en vooral de deelrepubliek Servië, staat aan de
rand van de economische afgrond. Nu de sancties geleidelijk worden
opgeheven is het wachten op het buitenlands kapitaal. Antic hoopt dat
de buitenlandse investeerders snel hun weg zullen vinden naar de
infrastructurele sector. Daar is de nood het hoogst. De Russen leveren
sinds juni van dit jaar geen gas meer aan Joegoslavië. Er staat
een rekening van 400 miljoen dollar open. De winter staat voor de deur
en de voorraad is op. Als er geen gas is, zullen de mensen elektrische
kacheltjes aanzetten. "En dat kan ons totaal verouderde en slecht
onderhouden elektriciteitsnet nooit aan."
Joegoslavië heeft volgens de economen van 'G 17 plus' dringend
noodhulp nodig. Er moet een donorconferentie komen zoals er ook voor
Bosnië is geweest na de oorlog en voor de andere landen van
Zuidoost-Europa in het kader van het Stabiliteitspact. Het kan nog
maanden duren voor het land weer terug is in de internationale
financiële wereld waar export- en investeringsgaranties worden
afgegeven. En zolang de munt de ene dag twee keer zoveel waard is als de
andere en iedere monetaire stabiliteit ontbreekt, zullen de
internationale investeerders wegblijven.
"Op korte termijn hebben we ten minste een half miljard euro aan
noodhulp nodig om te voorkomen dat de economische crisis hier nog erger
wordt", zegt Antic. "Het einde van de sancties betekent economisch niet
zoveel zolang er geen financiële stabiliteit is in het land, wij
niet weten wat voor schulden en tegoeden het regime achterlaat en wij
nog niet terug zijn in de internationale financiële instellingen
als IMF en Wereldbank."