'Libertad' in Belgrado
De vier Nederlanders die in
Belgrado vastzaten wegens een vermeend complot tegen de toenmalige
Joegoslavische president Slobodan Milosevic kwamen gisteren vrij.
Door onze correspondent YAEL VINCKX
BELGRADO, 10 OKT. Het begon als een normale dag. Jeroen van Iersel werd
gelucht op de binnenplaats van de gevangenis van Belgrado. Hij liep zijn
rondjes toen een bewaker op hem af kwam. "Libertad", zei deze.
Een etmaal later straalt de verbazing nog altijd van het gezicht van
Jeroen van Iersel. "Libertad. Vrijheid. Ik kan het niet geloven." Enkele
uren later liep hij de poort van de Belgradose gevangenis uit, recht in
de armen van tientallen journalisten.
Hun vrijlating werd al enkele dagen verwacht, maar Jeroen van Iersel,
Bas van Schaik, Sander Zeitsen en Ger de Rie verlieten gisteren als vrij
man de gevangenis van Belgrado. Bijna drie maanden hebben ze gevangen
gezeten. De laatste zes weken brachten ze door in eenzame opsluiting.
"Het was vreselijk", zegt een trillende Ger de Rie en slikt zijn tranen
weg. "De eenzaamheid is heel zwaar. Ik had een bed en een matras en
kreeg geld van de ambassade om eten te kopen." Ja, hij heeft nog
geprobeerd iets van de taal op te steken, om met de bewakers een paar
woorden te kunnen wisselen en de tijd te verdrijven, maar hij heeft het
Servisch niet echt onder de knie gekregen. Sander Zeitsen voelde zich
tijdens de isolatie "net Robinson Crusoe".
Er waren geluiden, zeggen de vier mannen. "De geluiden waren het
belangrijkst", aldus Jeroen van Iersel. Ze waren het enige teken van
leven in de isoleercel. Afgelopen donderdag waren de geluiden het
sterkst; toen viel het federale parlement in handen van het Servische
volk. "Ik hoorde de hele tijd toeterende auto's." Maar pas gisteren
begrepen de gevangenen dat de Joegoslavische president Slobodan
Milosevic gevallen was. Hij was juist de aanleiding van hun arrestatie
in juli. De vier Nederlanders zouden Milosevic hebben willen ontvoeren
in een skibox op de auto. Mislukte dat, dan zouden ze zijn hoofd
afhakken en in een doos naar de Amerikaanse president Bill Clinton
sturen. De mannen, volgens eigen zeggen met vakantie in de
Joegoslavische zusterrepubliek Montenegro, bevestigden op de
staatstelevisie het verhaal. Drie maanden later willen de vier niet veel
kwijt over hun uit de hand gelopen kampeertocht. "We reden langs een
ravijn", zegt Jeroen van Iersel alleen. In de buurt van het
Montenegrijnse plaatsje Rozaje moeten ze de afslag naar Kosovo hebben
gemist en zo in de armen van de Servische politie zijn gereden.
"Een bonnefooi-vakantie", omschrijft Van Iersel de vakantieplannen van
de vier vrienden. Ze willen er niets over zeggen. Zeitsen: "We moeten
de zaak eerst op een rij zetten. Het is allemaal zo vers." Maar dat
lijkt onwaarschijnlijk, na drie maanden cel. Godfried de Rie: "We
willen alleen naar onze ouders. Bedenk wel, we zijn het land nog niet
uit." Het is waarschijnlijker dat ze niets mogen zeggen. Dat het
ministerie van Buitenlandse Zaken hun heeft gevraagd niet op deze
vragen in te gaan, om de prille betrekkingen met het nieuwe
Joegoslavië niet in gevaar te brengen. Het bewijs ontbrak volgens
advocaat Zoran Jovanovic vanaf het begin. "Hun arrestatie was een
politieke beslissing. Deze jongens hebben de verkiezingscampagne van
Milosevic gediend", weet de advocaat. Enerzijds wilde Milosevic de
xenofobie onder het Servische volk aanwakkeren - daarvoor had hij een
moordcomplot en vier 'commando's' nodig. Anderzijds wilde hij de
afvallige zusterrepubliek Montenegro afschilderen als een broeinest van
buitenlandse spionnen. Die opzet faalde al snel. De complottheorie ging
zelfs de redactie van het dagblad Politika, spreekbuis van
Milosevic, te ver. Het verhaal werd ergens achter in de krant
weggemoffeld. Maar de onderzoeksrechter besloot pas gisterochtend de
zaak te laten vallen wegens gebrek aan bewijs. Van Iersel, Van Schaik,
De Rie en Zeitsen zaten toen al bijna drie maanden in de gevangenis. Ze
zijn goed behandeld, zeggen ze. Jeroen van Iersel is zelfs " anders"
over de Servische bevolking gaan denken. "Ik had een beeld van de
Serviërs, maar dat bleek helemaal niet te kloppen. De bewakers
waren heel vriendelijk."
Bas van Schaik, die zich tijdens het gesprek afzijdig houdt, zegt: "Ach,
er waren chagrijnige en vriendelijke bewakers." Maar aan hun lichamen
te zien, hebben ze een zware tijd gehad. Hun kleren slobberen om hen
heen, hun wangen zijn ingevallen en Van Iersels gezicht is asgrauw met
rode vlekken. Godfried de Rie kan zijn handen niet onder controle
krijgen. "Ik wil naar huis", zegt hij wel vijf keer achter elkaar.
Zonder hulp van de Nederlandse ambassade hadden hij en zijn vrienden het
niet volgehouden, zegt De Rie. "We keken uit naar de wekelijkse
bezoeken van het ambassadepersoneel". Ook hebben ze kaarten gekregen
van vele onbekenden uit Nederland.
Vanmiddag zouden de vier per vliegtuig uit Belgrado vertrekken naar een
geheimgehouden plaats. Daar zou de familie hen opwachten. Het geluk
wordt overschaduwd door de hond van Bas van Schaik. Die was mee met
vakantie, maar is nu zoek. "Dat is jullie zaak", zegt een nu hevig
geëmotioneerde De Rie tegen de pers. "Jullie moeten hem vinden."