Tien jaar lang was Milosevic een architect van de
Nieuwe Wereldorde
Europa is verlost van zijn grootste
onruststoker
Robert van de Roer
Donderdag 5 oktober 2000 zal de
geschiedenis ingaan als de dag waarop de laatste Europese dictator,
Slobodan Milosevic, ten val kwam, Joegoslavië het pad naar
democratie insloeg en Europa een nieuwe stap zette naar een vrij en
verenigd continent. Met een bliksemrevolutie in het centrum van
Belgrado maakten honderdduizenden Joegoslaven eergisteren abrupt een
einde aan het ruim tienjarige bewind van hun president. De overdonderde
wereldgemeenschap, van Brussel tot Washington, kon het tempo van de
volksopstand voor de televisie nauwelijks bijbenen.
Als een kaartenhuis stortte het imperium van Milosevic in elkaar: de staatstelevisie, het
staatspersbureau, het leger en de politie kozen in een paar uur tijd de
kant van de oppositie of grepen niet in. De volksopstand was de
catharsis na de verkiezingsnederlaag van Milosevic op 24 september, die
hij in de dagen daarop met alle mogelijke middelen had proberen te
manipuleren en te verdonkeremanen. De gehate leider ontvluchtte zijn
land niet, zoals velen hadden verwacht, en voerde gisteren nog overleg
met de Russische minister van Buitenlandse Zaken, Igor Ivanov. Maar
veel meer dan laatste stuiptrekkingen zijn het niet: het tijdperk van
Milosevic als onruststoker in het hart van Europa is voorbij. Europa,
de Verenigde Staten en Rusland komen zo onverwachts gemakkelijk van hem
af, na tien jaar geworstel met het verschijnsel-Milosevic en vier door
hem geëntameerde oorlogen binnen Joegoslavië. Wat het
halfslachtige Westen een decennium lang niet lukte, zelfs niet na een
NAVO-campagne van 78 dagen vorig jaar, lukte zijn eigen landgenoten
binnen één dag: een beslissende tik uitdelen. Het lot van
Milosevic is in de straten van zijn eigen land door zijn eigen volk
bezegeld, niet aan de conferentietafels in Westerse salons door
speciale bemiddelaars.
Milosevic is de afgelopen tien jaar - samen met de Iraakse leider Saddam
Hussein - meer een architect van de Nieuwe Wereldorde geweest dan de
Amerikaanse president George Bush zelf eens hoopte te worden. Samen met
Saddam stelde hij tien jaar lang het Amerikaanse gezag in de wereld op
de proef, met het politiek-kwakkelende Rusland als voornaamste
bondgenoot. Hij dwong Europese leiders in de spiegel te kijken en zich
te bezinnen op hun slagvaardigheid. In de achtertuin van de moderne
Europese Unie, met haar munt- en douane-unie en andere tekenen van
eenwording, werden burgers massaal afgeslacht, soms met duizenden
tegelijk. Dezelfde leiders die op topontmoetingen verdragen en
verklaringen volschreven over een vrij, verenigd en multi-etnisch
Europa, stonden steeds weer aan de grond genageld als zijn terreur
efficiënter bleek te werken dan hun democratie.
De Joegoslavische leider draaide de internationale vergadercircuits dol.
Hij zaaide tweedracht tussen het Westen en Rusland, dat door de
Slavische bloedband er weinig voor voelde om tegen hem op te treden,
hoezeer Moskou ook genoeg van hem had. Ook onderling waren de
Europeanen en de Amerikanen verdeeld en deinsden zij terug voor robuust
ingrijpen. Alle mogelijke fora beten hun tanden op hem stuk: de
vijftien landen van de Europese Unie, de vijf, later zes landen van de
Contactgroep, de acht landen van de G8, de zestien, later negentien
landen van de NAVO en de vijftien landen van de Veiligheidsraad van de
Verenigde Naties. De wereldgemeenschap zette economische, juridische,
diplomatieke, politieke en militaire middelen tegen hem in. Tot een
structurele oplossing leidde het niet. Het Westen ondermijnde weliswaar
zijn positie, maar bezegelde niets en remde hoogstens een
oorlogsmachine af.
De grote Europese landen en Amerika maakten Milosevic in 1991 niet
onschadelijk bij zijn eerste expansiedrang in Slovenië en
Kroatië. Europa nam wel de leiding in de bemiddeling via gezanten
zoals Lord Carrington en Lord Owen, met instemming van de regering-
Bush en de regering-Clinton. "Dit is het uur van Europa, niet het uur
van de Amerikanen", riep de Luxemburgse minister van Buitenlandse Zaken
en toenmalig EG-voorzitter, Jacques Poos, uit aan het begin in 1991.
Wat volgde, waren vier oorlogen waar Milosevic de hand in had: tussen
de Serviërs en de Slovenen in Slovenië, tussen de
Serviërs en de Kroaten in Kroatië, tussen de Bosnische
Serviërs en de moslims in Bosnië, en tussen de Serviërs
en Kosovo-Albanezen in Kosovo. In Bosnië (1992-1995) moest de
slecht bewapende VN-vredesmacht UNPROFOR, bestaande uit vooral
Britten en Fransen, de strijdende partijen scheiden, en tegelijk
neutraal blijven: een onverenigbare taak in een oorlog waarin de
Serviërs domineerden. Het leidde tot de ramp in Srebrenica op 11
juli 1995, met de Nederlanders als tragische hoofdrolspelers. Vervolgens
namen de Amerikanen, met hun gezant Richard Holbrooke, alsnog
voortvarend de leiding. De NAVO bombardeerde dagenlang stellingen van
de Bosnische Serviërs, tot woede ook van Milosevic. Terwijl de
buitenwereld wist dat hij de aanjager van de Joegoslavische oorlogen
was, slaagde hij erin zich als vredesduif te profileren. In Dayton
tekende hij in november 1995 het vredesakkoord voor Bosnië. Het
was een "opgelegde vrede", zoals Holbrooke zei, maar ook Realpolitik
en half werk: Milosevic bleef onverminderd aan de macht, en sprak
bij de ceremonie in Parijs zelfs met president Clinton. De VS leken
weer even de gedecideerde supermacht uit de Koude Oorlog of de
Golfoorlog, maar die euforie ebde alweer snel weg door nieuw onzeker
optreden van de regering-Clinton, zoals in Kosovo zou blijken. De VS
mochten dan voor velen in het Westen gelijk hebben dat een dictator als
Milosevic hard moest worden aangepakt, de Amerikanen zelf bleken grote
moeite te hebben dat morele oordeel in militaire daadkracht om te
zetten, bang als ze zijn voor het verlies van eigen soldatenlevens.
Bovendien dachten veel Westerse regeringen hier in politieke zin anders
over: de wereldgemeenschap bleek in de omgang met Milosevic geen
objectief Goed en Kwaad te kennen, of daar eensluidend op te kunnen
reageren. De Amerikanen laveerden voortdurend tussen, zoals huidig
minister van Buitenlandse Zaken Madeleine Albright in 1996 als VN-
ambassadeur zei, een "terugtrekking die niet mogelijk is" en een "te
grote betrokkenheid die niet houdbaar is". De verdeelde Europeanen
waren bovendien politiek en militair afhankelijk van de onzekere
Amerikanen, beiden meer dan eens gedwarsboomd door de Russen. In dit
chaotisch vacuüm kon Milosevic etnische en nationalistische haat
aanwakkeren, in Bosnië via vazallen als Karadzic en Mladic en in
Kosovo rechtstreeks. Ook na de etnische zuiveringen in Kosovo vorig
jaar en de NAVO-luchtaanvallen bleef hij aan de macht. Het Westen
betaalt voor het gebrek aan daadkracht vanaf 1991 een hoge prijs. De
balans van een decennium-Milosevic en Westerse onmacht geeft het
volgende beeld: ruim 200.000 doden, militaire en civiele protectoraten
in Bosnië en Kosovo met ruim 60.000 man NAVO-troepen en VN-
bestuur, een economisch infuus van het Westen, een geïsoleerd en
economisch geruïneerd Servië, en een uitgehold idee van een
multi-etnische samenleving. Het op papier gedroomde Groot-Servië
van Milosevic is van lieverlee uitgedraaid op het tegendeel: Klein-
Servië. Servië vormt alleen nog met Montenegro de staat
Joegoslavië, maar de heilige grond van Kosovo wordt bestierd door
de VN. Bij de verkiezingen en afgelopen donderdag kreeg Milosevic de
rekening gepresenteerd voor zijn destructieve handelwijze en het
isolement van zijn land. Hij ging ten onder aan overschatting van zijn
eigen macht en aan onderschatting van de oppositie, die hij dit keer
niet uiteen kon spelen.
Ook hierin heeft het Westen vrijwel geen aandeel gehad. Europa en de
VS steunden de afgelopen jaren twee onderling verdeelde
oppositieleiders, Zoran Djindjic en Vuk Draskovic, die beiden geen kans
maakten de macht over te nemen. De nieuwe man, Vojislav Kostunica, is
een grote onbekende. Onzeker is of hij de grote democraat is, die het
Westen in hem ziet. Onzeker is ook of Servië de route kan volgen
van Kroatië, dat sinds dit jaar, een paar maanden al na het
aantreden van een nieuwe, democratische regering, nauwe contacten heeft
met de EU en is toegetreden tot het Partnerschap voor de Vrede met de
NAVO..
Kostunica is een nationalist die het Haagse oorlogstribunaal niet erkent
en de aangeklaagde Milosevic naar zijn zeggen niet wil uitleveren. Van
enige onafhankelijkheid van Kosovo, zoals de Kosovo-Albanezen willen,
kan evenmin sprake zijn, meent hij. "Laat hem eerst de relatie met het
Westen verbeteren en het land hervormen", zegt een medewerker van
Europa's 'chef Buitenland' Javier Solana. "We moeten geduld hebben, en
niet meteen met allerlei eisen komen. Kostunica is geen Superman." Alle
ballen op Kostunica, is nu kort samengevat het Westers beleid. Euforie
heeft het ontbreken van een duidelijk concept in de afgelopen jaren
verdrongen. De EU wil de sancties opheffen en economische hulp geven
"om Joegoslavië in de Europese familie te verwelkomen". Er is veel
geld nodig om de skelettenstaat van Milosevic nieuw leven in te blazen.
De grootste kenner van Milosevic in het Westen, Holbrooke, krijgt in
elk geval in één opzicht gelijk: wie resoluut ingrijpen
blijft uitstellen, zal later tegen een veel hogere prijs moeten
optreden.