U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.

NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE


Dossier Midden-Oosten

Nieuws

Huidige situatie

Vredesonderhandelingen

Conflictpunten

Geschiedenis van het conflict

Partijen

Documenten

Links

Abu Nimr rouwt om de bomen van Gaza


Het Israëlische leger legt bomen en huizen in de Gazastrook plat ter bescherming van wegen en woonplaatsen van kolonisten. De schade is groot, niet alleen de economische maar ook de emotionele.

Door onze correspondent JORIS LUYENDIJK

GAZA-stad, 23 FEBR. Vrijwel iedere avond gaat de Palestijnse zakenman Abu Nimr naar een hotel in Gaza-stad om veel te veel whiskey te drinken. Eerst deed hij dat in Al-Tahuna, Hotel de Windmolen, maar dat werd in oktober door fundamentalisten in brand gestoken. Nu gaat hij naar Al-Diera, een van de gloednieuwe hotels aan de zee die werden ontworpen in een tijd van optimisme over het vredesproces, maar net zijn opgeleverd in een sfeer van diep pessimisme.

De ongeveer veertigjarige multimiljonair Abu Nimr rouwt. Om zijn landerijen, zijn villa's, zijn paard, zijn lucratieve aluminiumfabriek en bovenal om zijn bomen. "Niet mijn vader, niet mijn opa, maar mijn overgrootopa heeft ze nog geplant", zegt hij met overslaande stem. "De boom waaronder ik mijn vrouw voor het eerst heb gezoend, de bomen waaronder ik als jongetje heb gespeeld... alles is weg."

Abu Nimr's bezittingen lagen rond de joodse nederzetting Kfar Darom in de Gazastrook. Na het uitbreken van de tweede Palestijnse intifadah in september is op of rond zijn terrein een aantal malen geschoten tussen Palestijnse guerrillastrijders en joodse kolonisten of Israëlische soldaten. Toen lynchte op 15 oktober een dolle menigte Palestijnen in Ramallah op de Westelijke Jordaanoever twee verdwaalde Israëlische reservisten. Meteen die avond nam premier Barak wraak met een bombardement op Gaza, de ochtend daarop verschenen de Israëlische bulldozers bij Abu Nimr's land. Alles ging tegen de grond, inclusief de stal met Abu Nimr's Arabische hengst er nog in. Eerder was zijn aluminiumfabriek Metalco geplunderd.

Sindsdien heeft Israël in de hele Gazastrook volgens het Palestijnse Centrum voor de Mensenrechten bijna 100 huizen en tienduizenden bomen platgebulldozerd. Boomgaarden, landerijen en akkers die niet werden verwoest, zijn grotendeels onbereikbaar geworden omdat het Israëlische leger de belangrijkste wegen in Gaza heeft afgesloten. Exacte schattingen van de schade ontbreken maar deze loopt in de honderden miljoenen dollars, met name omdat het vijfendertig jaar vergt voordat bijvoorbeeld een olijfboom volledig vruchtdragend wordt. "Wat een kameel is voor een Bedoeïen, is een olijfboom voor de mensen hier", zegt een westerse ontwikkelingswerker in Gaza, een van de laatsten die nog niet is vertrokken. "Mensen voelen de pijn in hun hart." Het Israëlische leger rechtvaardigt de maatregelen met het argument dat begroeiing en Palestijnse huizen rond joodse nederzettingen hebben gediend of in de toekomst kunnen dienen als beschutting voor Palestijnse strijders. Palestijnen noemen dit een Israëlisch voorwendsel om hen collectief te straffen voor Arafats verwerping van de vredesvoorstellen van de Israëlische premier Barak in Camp David deze zomer. Ze voegen eraan toe dat de joodse nederzettingen in bezet Palestijns gebied staan, en daar volgens het internationaal recht en resoluties van de Verenigde Naties hoe dan ook niet mogen zijn. Grote delen van Gaza zijn onherkenbaar veranderd. Waar in september nog tientallen meters hoge cypressen en eucalyptusbomen schaduw boden aan woonhuizen, kleinschalige veehouderijen, plantages en kassen, strekt zich nu een kale vlakte uit. Door de overvloedige regen groeit er op dit moment nog wat gras. In de zomer is het straks een woestijn. Deze verwoestingen en de blokkades van de wegen binnen Gaza verdiepen de effecten van de al vijf maanden durende afgrendeling van Gaza van de buitenwereld. Een op de drie Palestijnen leeft nu op of onder de armoedegrens van twee dollar besteedbaar inkomen per dag; een miljoen mensen, de meesten van hen kinderen.

De burgemeester van Gaza, Aown Shawa, somt "de werkloosheid, de armoede en de depressie onder de mensen" dan ook op als de meest ingrijpende gevolgen van de Israëlische onderdrukking van de intifadah. "Maar persoonlijk grijpt mij de verwoesting van de bomen het meest aan", vervolgt hij in zijn eenvoudige kantoor. "Toen ik klein was liep er een trein naar Deir al-Balah, in het midden van de Gazastrook. Van kilometers afstand zag je dan al de kinine-bomen van Deir al-Balah. Dan wist je: we zijn er bijna. Daar is nu niets meer van over."

Nog altijd zijn de Israëlische bulldozers actief. Afgelopen zaterdag werden in Rafah aan de grens met Egypte zeven huizen met de grond gelijk gemaakt. In het dorp annex vluchtelingenkamp Khan Younis in het midden van de Gazastrook vuren Israëlische tanks en scherpschutters bijna dagelijks in de richting van waaruit het Israëlische leger zegt dat Palestijnse guerrillastrijders hebben geschoten. Door de gevechten is het deel van Khan Younis dat grenst aan de joodse nederzetting Neve Dekalim veranderd in een oorlogszone. De hoogste verdiepingen van alle gebouwen zijn verlaten, en doorboord met kogelgaten ter grootte van kinderhoofdjes. Bewoners van de lagere etages slapen met zijn allen in de ene kamer die niet door kogels kan worden getroffen. Abu Shamala heeft er forse rugpijn van. Hij woont in Khan Younis op de vierde etage van een rij huizen die direct uitkijken op de Israelische kazerne. De hele ochtend is Abu Shamala bezig geweest zandzakken naar boven te slepen, om de ruiten van de kinderkamer mee te beschermen. Hij wist op tientallen kogelgaten en vijf vuistdikke gaten in de muur en op de ramen, waar groter geschut insloeg. Abu Shamala's dochter is verkouden want het tocht flink door de gaten in zijn huis.

"De waarde van mijn huis is gedaald tot nul", geeft Abu Shamala toe. "Maar dat doet er niet toe want we gaan hier toch niet weg. In 1948 heeft mijn vader zich door de Israëliërs uit zijn huis in Ashdod laten jagen. Ik heb mijn leven lang gezworen nooit zijn fout te herhalen."

NRC Webpagina's
23 februari 2001

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad