U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.

NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE


Dossier Midden-Oosten

Nieuws

Vredesonderhandelingen

Geschiedenis van het conflict

Medespelers

Documenten

Links

Nationalisten halen hun gelijk in Israël

Door onze correspondent SALOMON BOUMAN
TEL AVIV, 13 OKT. De Palestijnse opstand, de daarop volgende anti- Israëlische uitbarstingen van Israëlische Arabieren en nieuws over de lynchpartij van de soldaten, hebben in Israël een sfeer geschapen die het voortbestaan van het joodse land in gevaar brengt.

,,Ik zet buitenlandse correspondenten onder druk hun stations aan te sporen de verschrikkelijke beelden van de lynchpartij van onze soldaten in Ramallah uit te zenden'', zei gistermiddag Nahman Shai, de speciale regeringswoordvoerder voor de noodtoestand die als speciale opdracht heeft Israëls zwaar geschonden imago op te krikken. Hij sprak met een glimlach van tevredenheid op zijn gezicht de hoop uit dat de beelden uit Ramallah het effect tenietdoen van die andere tv-beelden, van het doodschieten van een tegen zijn vader aangedrukt Palestijnse jongetje.

Nahman Shai meende al een kentering ten gunste van Israël in de strijd op het internationale tv-beeld te kunnen constateren. Ook vond hij een goed idee dat de Israëlische bevolking die beelden thuis via de Israëlische tv op de buis zou krijgen. Zijn wens is gisteravond in vervulling gegaan, waardoor weer een Israëlisch taboe overboord is gezet. Nooit eerder hebben de Israëlische kijkers een lijk van een - waarschijnlijk al doodgeslagen - soldaat uit het raam van een Palestijnse politiebureau zien gooien, waarna een hysterische Palestijnse menigte zich erop stortte en het lijk nog een keer vermoordde.

Deze beelden scheppen de psychologische anti-Palestijnse nationale eenheid waarop de in nood verkerende premier Ehud Barak zijn noodregering met Likudleider Ariel Sharon kan optrekken. Israëls grootste krant, Yediot Ahronot, licht vandaag in een foto over bijna de hele voorpagina een frame uit de tv-opnamen waarop een juichende Palestijn te zien is die vanuit het raam van het politiebureau zijn met het bloed van de vermoorde Israëlische soldaten besmeurde handen toont.

,,Ik ben gloeiend heet van woede. Duizend Palestijnen moeten worden vermoord'', zei een kruidenier terwijl hij de rekening voor een klant opmaakte. Niemand van zijn klanten sprak hem tegen.

,,Ik kan me niet herinneren dat de afgelopen honderden jaren in een beschaafde maatschappij zo'n moord als in Ramallah heeft plaatsgevonden'', zei president Moshe Katsav vanmorgen. Hij vergat de anti-joodse pogroms in Rusland en de holocaust, om enkele van de misdrijven tegen joden in de laatste eeuwen te noemen. ,,Ik vraag me af of er met zo'n (Palestijnse) bevolking kan worden onderhandeld'', zei hij ook.

De Palestijnse opstand, de daarop volgende anti-Israëlische uitbarstingen van Israëlische Arabieren en nieuws over de lynchpartij van de soldaten, de verwoesting van het vermeende graf van Jozef en de brandstichting in een synagoge hebben, in tegenstelling tot de reële machtsverhoudingen in Israël, een sfeer geschapen waarin het voortbestaan van het joodse land in gevaar is. Minister van Defensie Moshe Dayan zei in de oorlog van 1973 zoiets, toen er wél enige reden voor was. Dat door politici en de media aangewakkerde diepe angstgevoel is de voedingsbodem van een nationalistische golf die over Israël slaat. Het Joodse Agentschap heeft om wat weg te nemen van de depressieve sfeer in het land besloten op straathoeken gratis Israëlische vlaggen uit te delen en heeft de burgers opgeroepen te vlaggen onder het motto ,,het zionisme wint''.

,,Ik ken mijn land niet meer'', zei gisteren een uit het veld geslagen vredesactivist. Linkse politici en enkele journalisten die proberen uit te leggen dat dertig jaar bezetting, opblazen van huizen, landonteigening en gewelddadig en hooghartig optreden van kolonisten haat gezaaid heeft in de harten van de Palestijnen die misschien een verklaring is voor de lynchpartij worden door tv-presentatoren afgeblaft. Nationalisten komen met uitspraken als ,,wij hebben gelijk dat er met de Palestijnen niet valt te praten''. Na jaren van frustratie wegens het vredesproces en Israëlische concessies halen zij zo hun gelijk op dat segment van de Israëlische samenleving dat de hoop op vreedzame coëxistentie met de Palestijnen ook in deze moeilijke dagen niet heeft opgegeven. De golf van nationalisme tast echter wel degelijk de basis aan van het vredesfront.

De paradox van de huidige situatie is dat angst de Israëliërs van ex-premier Netanyahu drijft, maar zonder wezenlijk de steun aan het vredesproces te beëindigen. Volgens een opiniepeiling van vandaag ligt Netanyahu met 46 procent ver voor op premier Ehud Barak die het slechts met 32 procent moet doen in het geval van nieuwe verkiezingen om het premierschap. Tegelijk steunt liefst 63 procent van de Israëliërs de voortzetting van het vredesproces.

Vooral in Ha'aretz maar ook in andere kranten verschijnen sedert enkele dagen oproepen tot het bijwonen van verzoeningsbijeenkomsten tussen joden en Arabieren. Tegelijk wedijveren grote advertenties met teksten als 'Regering van Israël, antwoord met oorlog!' en 'Barak, begraaf het vredesproces en nodig Sharon uit om de begrafenisceremonie bij te wonen' om de aandacht van de lezers.

Nahum Barnea, Israëls bejubelde commentator van Yediot Ahronot schrijft vandaag in zijn invloedrijke kolom op de voorpagina een sombere analyse onder de kop 'De geboden oorlog'. ,,Genoeg tranen en bloed'', zei Yitzhak Rabin op het grasveld van het Witte Huis zeven jaar geleden, schrijft hij. ,,De tijd voor vrede is aangebroken [zei Rabin]. Het blijkt dat Rabin zich heeft vergist. We hebben ons allemaal vergist. Tussen de rivier de Jordaan en de zee is nog een grote hang naar bloed en tranen en er is iemand [kennelijk Arafat] die dat wil. Barak had geen andere keus dan te handelen'', schrijft Barnea, om Israëls afschrikwekkende kracht te laten zien aan de Palestijnen en Arabische wereld. ,,Verlamming lokt oorlog uit.''

NRC Webpagina's
13 oktober 2000

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad