Lintjesregen '99
NIEUWS | TEGENSPRAAK | SUPPLEMENT | AGENDA | ARCHIEF | ADVERTENTIES | SERVICE 



Lintjes '99

Overzicht per:
Regio
Alfabet
Lintje

Hogere koninklijke onderscheidingen komen vaak in Randstad terecht

Het zuiden krijgt de meeste lintjes

De lintjesregen daalt niet gelijkmatig neer over het land. Vooral Limburg en Oost-Brabant zijn ruim bedeeld. De hogere onderscheidingen komen daarentegen vaak in de Randstad terecht.

Door onze redacteur DICK VAN EIJK
ROTTERDAM, 29 APRIL . Burgemeester Deetman van Den Haag heeft het er maar druk mee: ter gelegenheid van koninginnedag mag hij maar liefst 37 lintjes uitreiken aan inwoners van zijn gemeente, meer dan wie dan ook van zijn collega's. Zelfs het veel grotere Amsterdam blijft in aantal lintjes achter bij de stad waar koningin en kabinet zetelen. Patijn mag er 34 uitreiken.

De subtop in het lintjesklassement wordt niet gevormd door andere grote steden als Rotterdam en Utrecht, maar door de veel kleinere steden Breda (23 lintjes), Maastricht (21 lintjes) en Oss (twintig lintjes). In 29 gemeenten vielen tien of meer onderscheidingen, in 86 gemeenten geen enkele. De verdeling van die gemeenten over het land oogt bepaald niet willekeurig: Limburg, Oost-Brabant, de Hollandse kust, het Hollands weidegebied, het Gooi en de Utrechtse bossen zijn goed bedeeld; grote delen van de noordelijke provincies, de Achterhoek en West-Brabant blijven grotendeels verstoken van lintjes. Nu ligt het voor de hand dat in grote gemeenten meer onderscheidingen worden uitgereikt dan in kleine, eenvoudigweg omdat er meer mensen wonen. Interessant is het daarom te kijken naar het aantal koninklijke onderscheidingen per 100.000 inwoners. Schiermonnikoog is dan het beste af, maar dat is met ruim duizend inwoners geen kunst: als er één lintje was gevallen zou dat reeds zo zijn - er vielen er drie. Runners up zijn Waalre, Nederhorst den Berg, Roggel en Neer en Driebergen-Rijssenburg. De grootste gemeente zonder lintje is Hellevoetsluis, toch bijna veertigduizend inwoners. Terugbladerend in de archieven van de krant valt op dat de lintjesregen al vier jaar aan deze vooral uit nieuwbouw bestaande `stad der onverdienstelijken' voorbijgaat. Het lijkt trouwens wel of een overmaat aan nieuwbouw verdienstelijke bewoners afstoot. In Almere (bijna 140.000 inwoners) valt slechts één koninklijke onderscheiding, evenals in Purmerend (bijna 70.000 inwoners).

Opmerkelijk genoeg moet ook professorendorp De Bilt het dit jaar zonder lintjes stellen, evenals Wageningen. Vooral in De Bilt is dat zeer ongebruikelijk. In dit decennium mocht de burgemeester er al tientallen uitreiken.

De lage onderscheidingen (Lid in de orde van Oranje Nassau) worden anders over het land verdeeld dan de hoge (Vanaf Ridder). Bij de hoge onderscheidingen voert Amsterdam de ranglijst aan (24 stuks) met een straatlengte voorsprong op Den Haag (veertien). Breda volgt met zeven, de rest komt niet verder dan vijf. Limburgse gemeenten als Landgraaf, Veghel en Valkenburg aan de Geul hebben geen enkele hoge onderscheiding, maar wel twaalf respectievelijk tien en acht lage. Heerlen en Helden hebben dertien respectievelijk tien lage onderscheidingen, naast één hoge.

De verklaring voor de dominantie van Amsterdam en Den Haag bij de hoge onderscheidingen ligt voor de hand: het gaat vaak om mensen met een nationale betekenis - bestuurders, kunstenaars - en deze wonen nu eenmaal relatief vaak in deze steden.

De verdeling van de lagere onderscheidingen lijkt vooral voort te vloeien uit verschillen in lokale tradities. In sommige regio's hecht men veel waarde aan een koninklijke onderscheiding, in andere minder.

Vooral gemeenten waar vanouds het CDA en de kleine christelijke partijen een sterke positie innemen, gemeenten die veelal tevens een vitaal gemeenschapsleven hebben, kennen vaak een dergelijke lintjescultuur. Soms keren ook dezelfde verenigingen en instellingen terug in de jaarlijkse lintjesregen.

De makke van nieuwbouwsteden als Almere en Purmerend is dan dat er sowieso al een minder hecht gemeenschapsleven bestaat: minder mensen kennen elkaar, dus minder mensen zullen elkaar voordragen voor een lintje.

Bovendien speelt een rol dat lintjes vaak worden uitgereikt voor langdurige verdienste. Aangezien Almere nog maar een kwart eeuw bestaat, is het aantal verdienstelijke vrijwilligers met 25 dienstjaren zeer beperkt.

NRC Webpagina's
29 APRIL 1999

   Bovenkant pagina


NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl) APRIL 1999