'Leer je eiland weer begrijpen'
Door onze redacteur MARGRIET OOSTVEEN
De Antilliaanse overheid wil haar studenten
in Nederland overhalen terug te keren. ,,Wees voorzichtig'', adviseren
'remigranten' op Curaçao. Word geen botte Nederlander, spreek niet
vrijuit. ,,Dan ben je hier uitgerangeerd.''
Licht paniekerig: ,,Geen naam, geen leeftijd, niet of ik man of vrouw
ben!'' De succesvolle registeraccountant wil bij nader inzien beslist
niet in de krant. Curaçao wordt onder de 150.000 inwoners wel liefkozend
,,ons dorp'' genoemd. En wie dreigt bij te dragen aan ,,negatieve
informatie over onze gemeenschap'' wordt prompt tot de orde geroepen. De
registeraccountant kreeg verontrustende telefoontjes. Ook Peggy Romer
belde, de zus van de premier.
De Antilliaanse overheid wil dat meer afgestudeerde Antillianen naar
Curaçao komen. Hoe keer je er terug na jaren van studie en werk in
Nederland? In restaurant 'West Indies' te Willemstad zitten vier
Antillianen rond de tafel om daarover te praten. ,,Oh ja!'', lachen ze,
allemaal zijn ze hier wel ,,macamba pretu'' genoemd, 'zwarte
Nederlander'. Wat betekent: te snel beslissingen willen nemen, bot in je
uitlatingen zijn, arrogant.
Denk aan je positie. Dat zinnetje zal hier cruciaal blijken.
Naast de registeraccountant zit Keith Carlo (48), na 23 jaar in
Nederland. Midden jaren zeventig vroeg hij er als sociaal werker in
Antilliaanse gezinnen al aandacht voor Antilliaanse probleemjongeren.
,,Tevergeefs.'' Hij keerde terug naar Curaçao om directeur op het
departement van Welzijn, Gezins- en Humanitaire zaken te worden.
Vanavond, zegt hij met nadruk, spreekt hij op persoonlijke titel. ,,Wat
niet betekent dat ik vrijuit kan praten. Dan ben je hier
uitgerangeerd.''
Hedwig Komproe (40) ervoer 18 jaar in Nederland daarom als ,,een
opluchting''. Hij was er Statenlid in Noord-Holland en wethouder voor de
VVD in de stadsdeelraad van de Amsterdamse Pijp. Nu privatiseert hij als
directeur de posterijen te Willemstad: ,,Ambtenaren moeten nu geld gaan
maken. Dat kost vijf jaar, omdat je hier zo behoedzaam moet zijn.''
Maar alles liever, zegt Milangela Rojas (31), dan ,,altijd in Nederland
te gast te zijn''. Na twaalf jaar in Tilburg is ze nu een jaar docente
op een school voor voorbereidend beroepsonderwijs op Curaçao. En ze
geniet: ,,Dit is mijn eiland en hier hoef ik niks van jou, Nederlander,
aan te nemen.''
Komproe: ,,Maar als het je hier dan goed gaat, dan moet je
voorzorgsmaatregelen nemen om je positie te behouden.'' Wat betekent:
zorg dat je de gevestigde orde mild stemt. Hoe gaat dat precies? Een
lange stilte wordt weggelachen. Rojas: ,,Wees voorzichtig!'' De zuster
van premier Romer had eerder, bij haar thuis, ook allervriendelijkst
gewaarschuwd: ,,Wij Curaçaoenaars hebben zeer selectief uitschuifbare
lange tenen.''
Rojas: ,,Op Curaçao spreek je indirect. Wie zijn mond open doet, werkt
zich in de nesten. Mensen zullen je altijd blijven herinneren aan je
kritiek, het kan zich jaren later tegen je keren.'' Carlo vindt dat niet
benauwend: ,,Je wordt waakzaam, maar het maakt je ook bewust: hou
rekening met de ander, jouw cultuur hoeft niet de zijne te zijn.''
Carlo wil niet van een 'oude' of 'nieuwe' generatie Antillianen spreken.
,,Wie terugkeert uit Nederland is niet per se progressief geworden. Wie
als macamba pretu komt is juist een conformist! Nederland als de maat
der dingen: dat gaat in tegen alles wat de progressieven hier op het
eiland nu juist proberen te doorbreken.''
Komproe: ,,Alles is hier onzeker. Als in Nederland een nieuwe regering
aantreedt, verandert er weinig. Maar hier! Je moet een stevige positie
hebben om dat het hoofd te bieden.'' Reden, wordt aan tafel gezegd,
waarom het onmogelijk is nu over politiek te praten. Carlo: ,,Kundige
kanttekeningen bij beleid worden hier snel opgevat als een aanval op
personen. Dat kan je je baan kosten.'' Komproe: ,,Dus zo lang ik mijn
werk kan doen ben ik tevreden.''
Op een eiland met weinig vacatures voor het relatief grote aantal hoog
opgeleide Antillianen in Nederland, beaamt men, kijken veel argusogen
mee als je zo'n baan krijgt. Hierarchie is hier overal nog zichtbaar.
Winkels bijvoorbeeld hebben personeel genoeg, maar vaak is slechts een,
vaak oudere, werknemer gerechtigd aan de kassa te komen. ,,Er zijn hier
niet veel baantjes waar je wat te vertellen hebt'', had een winkelmeisje
desgevraagd gezegd. ,,Soms denk ik dat ze het me niet gunnen.''
Komproe: ,,De intelligentsia bestaat hier uit zo'n 2.000 mensen die
elkaar steeds weer tegenkomen. Het voordeel is dat je dingen sneller
kunt regelen. Je kunt hier zelf doen.'' Carlo: ,,Ja, Nederland is
overgeorganiseerd. Maar terug op Curaçao ga je je wel afvragen waarom
bepaalde zaken hier niet kunnen veranderen. Op tijd aanwezig zijn, als
je werkdag om acht uur begint. En plannen: wat doen we volgende week? En
hoeveel kost het?'' Rojas: ,,Het lucht me juist zo op dat ik dat hier
niet meer moet. Lukt het vandaag niet, dan morgen.''
Is dat een Antilliaanse gewoonte? Wie op het eiland van 'Antillianen'
spreekt krijgt niet zelden te horen: ,,Nee, Curaçaoenaars.'' Carlo: ,,De
'Antilliaanse' cultuur bestaat niet. De 'Antilliaanse' identiteit is een
fictie. We zijn een paar eilanden die niets met elkaar hebben,
samengeraapt door een koloniale meester die zich daarna nooit meer voor
natievorming heeft ingespannen. We leven hier al jaren vreedzaam met 57
nationaliteiten. De Antilliaanse regering is pas recent aan een
nationaal bewustzijn gaan werken. Nu is iedere avond ons volkslied op de
televisie.'' Al zullen politieke spanningen tussen Nederland en de
Antillen de gemiddelde Curaçaoenaar ,,een zorg zijn''; volgens Carlo is
er in de communicatie iets fundamenteel mis. ,,Nederland wil nuchter
zaken doen en denkt met de Antillen over inhoud te beraadslagen. Zonder
zich ervan bewust te zijn dat Antillianen op datzelfde moment, en op hun
indirecte wijze, over onderlinge verhoudingen praten. Over: begrepen
willen worden. Over: het stiefkind van het Koninkrijk zijn. Overal op
het eiland draait het om het bepalen van posities, dus ook in de
communicatie met Nederland.''
Wie na jaren terugkeert op Curaçao moet zich als nieuwkomer beschouwen,
concluderen ze. De meesten nemen daar, net als Nederlanders, de tijd
niet meer voor. Die willen daadkrachtig optreden. Carlo: ,,En ze pakken
weer snel hun koffers als dat niet lukt.'' Komproe: ,,Wie het eiland
veranderingen wil opleggen maakt een kardinale fout.'' Niet alleen door
historisch gegroeide weerzin. Rojas: ,,Op een klein eiland waar alles en
iedereen met elkaar verweven is, daar kunnen veranderingen grote schade
aanrichten. Het raakt al snel de hele gemeenschap.''
Hou eerst je mond, is daarom het adagium. Leer je eiland weer begrijpen.
En wacht met spreken over vernieuwing tot je positie stevig genoeg is om
de gevolgen het hoofd te bieden. Carlo: ,,Je gaat met een vliegtuig, je
moet terugkeren per parachute. Zonder kabaal, met een uiterst zachte
landing.''