NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE


Cahier Koninkrijksrelatie

Op zoek naar werk en als het moet: ‘Piki job'

Door onze redacteur MARGRIET OOSTVEEN
WILLEMSTAD, 1 DEC. De manager van het arbeidsbureau op Curaçao hoort geluiden over inkrimpen en sluiten. Eenderde van de jongeren vindt geen baan. Wat niet wil zeggen dat er niet wordt gewerkt: ‘Piki job!'

Joyce Martina met haar hotdogkarretje (Foto Catrien Ariëns)
Joyce Martina met haar hotdogkarretje (Foto Catrien Ariëns)

De jongens en meisjes van ‘Los Canarios' plonsden kwetterend rond in baai Lagun. Terwijl Stanley Engelhart (57) zijn padvindersgroepje in de gaten hield, gaf hij nu en dan een opgetogen duwtje met zijn elleboog: kijk toch eens hoe vrolijk, energiek ze zijn! Aan de kalme westkust van Curaçao staken wat families onder de bomen barbecues aan.

Zondag-rustdag, Engelhart sprak over werk. ,,Los Canarios hebben vanmorgen een riool schoongemaakt'', zei hij. ,,Om zelf geld te verdienen voor de scouting-jamboree.'' In één adem voegde hij eraan toe: ,,De slavernij is hier pas ruim een eeuw geleden afgeschaft, hoor. Mijn overgrootmoeder was nog slaaf. Niet dat ik daar veel over hoorde want we hebben de neiging het te verdringen.''

Pardon? ,,Ik bedoel uit te leggen'', zei Engelhart, ,,waarom het belangrijk is dat Los Canarios een riool zoeken om op te knappen. Omdat het lange tijd niet gewaardeerd is als Curaçaoenaars zelf initiatief namen. Een slaaf mocht dat niet van de shon, een arbeider zat in de houdgreep bij Shell, en het hele eiland bleef afhankelijk van het moederland.''

,,Mensen moeten hier vaker bedenken hoe ze hun problemen zelf op kunnen lossen'', zou ook premier Suzy Römer zeggen. Gedecideerd: ,,Iedereen kan zijn eigen lot verbeteren.'' Op Curaçao is desondanks 15 procent van de bevolking werkloos, onder jongeren tot 24 jaar is dat bijna 34 procent. Römers regering belooft 12.000 banen te zullen scheppen. Met name in de toeristensector en in een geplande ‘economische zone'. Daar zullen bedrijven worden gelokt met gunstige arbeidsvoorwaarden en andere vormen van deregulering. Ook komt er volgens Römer een ,,internationale beurs'' op Curaçao, zodat de financiële dienstverlening ,,een impuls'' krijgt.

De manager van het Jobcentre, het Curaçaose arbeidsbureau in Willemstad, formuleert voorzichtig: ,,Ik neem aan dat de regering die plannen financieel kan onderbouwen. Of dat bedrijven hebben toegezegd. Hier hoor ik vooral over inkrimpen en sluiten.'' Om, zegt ze, nog maar te zwijgen over de hoge kwalificatie-eisen van moderne bedrijven. ,,In mijn bestand heeft 60 procent geen afgeronde opleiding.''

De manager van het Jobcentre, Jolanda Ng (uit te spreken als ‘Enzjie'), is zelf van Chinese afkomst. ,,Bij mij thuis speelde discipline een grotere rol dan ik bij bepaalde Antilliaanse werkzoekenden aantref'', zegt ze behoedzaam. ,,In mijn bestand is 70 procent vrouw. Niet omdat zij vaker werkloos zijn. Ze nemen eerder de stap hier te komen. Worden soms gestuurd als hun man zijn baan kwijt is. Die schaamt zich dan en zegt: ‘Ga jij maar'.''

Curaçao heeft een tweede economie, te zichbaar om die ‘verborgen' te noemen. Piki job, heet dat, ,,pak een baantje'': een maand metselen als het geld op is, een week in een ‘snack' werken. Of loten verkopen, snoepjes per stuk of zelfgebakken taart. En op iedere parkeerplaats staat wel een autowasser.

Joyce Martina (37) komt vijf dagen per week naar de stad met een hotdogkarretje. En daarnaast: piki job, ze is gediplomeerd tegelzetter. Ze schatert er maar om: ,,Mijn man is boos. Omdat hij vier jaar geleden opeens is ontslagen. En nu wil hij niet meer werken. Haha, de klootzak!'' 's Avonds haalt ze haar dochter bij haar moeder op, doet ze boodschappen, het huishouden, ze kookt. ,,Mijn man heeft een leuke dag!'', lacht ze, ,,Hij eet en hij slaapt!'' Als ze geluk heeft, verdient Martina in een maand zo'n 500 gulden.

Mayra Coffie, die als gedeputeerde in het eilandsbestuur de portefeuillle arbeid beheert, hoopt op een piek van 3.000 nieuwe banen bij raffinaderij Isla. Nadat Shell in 1985 van Curaçao vertrok, nam de eilandsoverheid de raffinaderij over, die voortaan werd geëxploiteerd door de Venezolaanse staatsoliemaatschappij. Isla moet nu worden gemoderniseerd om aan milieu-eisen te voldoen, en ook zouden banen vrij moeten komen bij een nieuw te bouwen elektriciteitscentrale op het terrein, al dreigt dat project onder invloed van de recessie vertraging op te lopen. Wanneer het werk komt, weet Coffie dus nog niet.

,,In het toerisme kunnen we het snelst banen scheppen'', zegt ze. ,,Maar er is moeilijk grip op te krijgen. Neem het Van der Valkhotel hier, je ziet er alleen maar Nederlanders werken. Die komen dan zogenaamd stage lopen. Omdat ze ‘efficiënt' zijn en ‘weten hoe zich te gedragen' in de bediening.''

Ook midden- en hoger kader, zegt Jolanda Ng in het Jobcentre, wordt niet zelden onder buitenlanders gerecruteerd. ,,Een veelgehoorde klacht onder Antilliaanse academici en HBO'ers in Nederland is dat ze geen enkele reactie krijgen op sollicitaties die ze naar Curaçao sturen. Men vreest hier dat zij ‘te onervaren' zijn, maar neemt ook niet de moeite om in mijn bestand met gekwalificeerd personeel te komen kijken.''

Motivatie noemt Jolanda Ng evenwel ,,het grootste probleem''. In de horeca en voor dienstbodes zijn er volgens haar al banen, maar voor slechts de helft kan ze werknemers vinden. Veel werkzoekenden beheersen hun talen slecht en, zegt ze, dienend werk heeft op het eiland soms nog steeds een aura van slavenarbeid. Ook zijn salarissen vaak zo laag dat onderstand, bijstand, snel aanlokkelijk is.

Dienstbodes zijn met een minimumloon van 420 gulden per maand de laagstbetaalde categorie. Het minimumloon in de horeca is ongeveer 900 gulden per maand, kamermeisjes verdienen vaak maar zo'n 600 gulden.

Ng: ,,Onderstand begint hier bij ongeveer 300 gulden, maar je krijgt er subsidies bij. Met onderstand hoef je soms maar 25 gulden huur te betalen voor een huis dat iemand met een baan 300 gulden per maand kost. Inclusief het gereduceerd tarief voor water en elektra heb je met onderstand vaak meer te besteden dan met de meeste banen die ik heb aan te bieden. En anders: piki job erbij.''

,,Curaçaoenaars zijn goed in het informele circuit'', zegt ook Herman George, directeur van de Stichting Sociale Ontwikkeling en Economische Bedrijvigheid (SOEB). ,,De meeste werklozen genereren toch een inkomen.'' Bij de oprichting in 1996 zegde Nederland de SOEB 75 miljoen gulden toe voor de ontwikkeling van kleinschalige bedrijvigheid. Dat varieert van een aan te leggen megapier zodat de grootste cruiseschepen, dus meer toeristen, de middenstand bereiken, tot de financiering van boeien voor vissers. Ondanks de Nederlandse beslissing om hulp op te schorten zolang de Antilliaanse overheid het IMF niet bij haar schuldsanering wil betrekken, is George ervan overtuigd ,,dat het geld eind volgend jaar wel komt''. Nee, ,,alarmerend'' vindt hij de situatie niet. ,,We moeten niet wachten tot Nederland helpt. Met een beetje creativiteit redden wij het altijd wel.'' En Joyce Martina had gevraagd: ,,Hebben jullie veel tegelzetters in Nederland?''

NRC Webpagina's
1 december 1998

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad