Dossier Kinderporno

Nieuws

Bestrijding

Wetgeving

Zandvoortse zaak

Internet

Kunst

Links

Door een onzer redacteuren
ROTTERDAM, 31 DEC. Zes politiekorpsen zullen vanaf februari een jaar lang gezamenlijke surveillances uitvoeren op Internet ten behoeve van de bestrijding van kinderpornografie. Dit bevestigt een woordvoerder van het Korps Landelijke Politiediensten (KLPD).

Minister Korthals (Justitie) spreekt in een brief over de stand van zaken bij de bestrijding van exploitatie van kinderen, die gisteren naar de Tweede Kamer is gestuurd, over een 'gezamenlijke voorziening'. De ministeries van Justitie en Binnenlandse Zaken stellen daarvoor samen een bedrag van een miljoen gulden beschikbaar.

Vorige week werd bekend dat het KLPD in augustus en september dit jaar op proef 'virtueel' heeft gesurveilleerd in honderd geselecteerde nieuwsgroepen op Internet, waarover het vermoeden bestond dat er kinderporno werd verspreid. Alle berichten en afbeeldingen die in de nieuwsgroepen werden verzonden zijn in computers opgeslagen, bekeken en geregistreerd. Er werden daarbij 2.556 verschillende afbeeldingen met kinderporno aangetroffen. Vier in Nederland woonachtige verspreiders werden zo in zes weken getraceerd.

In het gemeenschappelijk project dat Korthals nu aankondigt zullen zes korpsen het door de KLPD ontwikkelde surveillancesysteem gaan gebruiken. Naast het KLPD, inclusief de divisie Centrale Recherche Informatie (CRI), nemen de regiopolitiekorpsen Haaglanden, Utrecht, Amsterdam-Amstelland, Rotterdam-Rijnmond en Twente deel aan het project. Na een jaar volgt een evaluatie en wordt besloten over een vervolg. Het is de bedoeling de Internet-surveillances op termijn permanent uit te voeren.

Afbeeldingen van kinderporno uit de KLPD-pilot en het komende project worden opgeslagen in een database die de CRI opbouwt. Deze kan op verzoek worden geraadpleegd door de 26 politiekorpsen in het land.

Bij de bestrijding van kinderpornografie is behoefte aan een zogenoemde bovenregionale aanpak. Onderzoek naar de verspreiding van kinderporno op Internet wordt bemoeilijkt doordat het achterhalen van de woonplaats van een verdachte veel tijd kost.

De deelnemende korpsen zullen zich nu in navolging van het KLPD-proefproject vooral op dit gedeelte van het opsporingsonderzoek richten. Daartoe wordt een vaste officier van justitie aangewezen.

Is een verspreider van kinderporno getraceerd, dan kan een dossier worden overgedragen aan een officier van justitie in het betreffende arrondissement. Deze kan het opsporingsonderzoek dan door rechercheurs in de regio laten voortzetten en tot vervolging van de verdachte overgaan.